Logo dsCH 

Wat op ons toekomt

Peek gehouden op de eerste zondag na Allerzielen 6 november 2016 in de Oude Kerk te Meppel n.a.v. Openbaring 21: 1-7

 

Wat op ons toekomt

 

Vandaag horen we ineens van een wereld, waarin tranen van de ogen worden gewist en waar geen dood en verdriet meer zullen zijn.
Of we onszelf nu gelovig noemen of juist niet op de een of andere manier raakt dit visioen ons – het weerspiegelt precies wat wij allemaal verlangen, naar uitzien, op hopen.
Zelfs al vinden we het een utopie, al schuiven we het opzij als onrealistisch en niet van deze wereld – dan nog blijft het visioen ons op de hielen zitten en soms haalt het ons in en spreekt ons aan: Kijk, jij kunt er niet bij, maar het komt wel op je toe.
Ik zag de heilige stad Jeruzalem, nederdalende…ja, die was aan het neerdalen. Dat is blijkbaar een proces, een beweging, die in gang gezet is en die voortgaat en zodoende worden de contouren steeds meer zichtbaar. God plant dat nieuwe Jeruzalem niet zomaar pardoes in onze werkelijkheid, maar het is een voorzichtig komen, een geleidelijk neerdalen.
Johannes ziet het al gebeuren; hij ziet het al voor zich…het nieuwe Jeruzalem, de heilige en de veilige stad, waar heiligen heersers zijn en waar nooit de gouden dag dicht gaat in duisternis of pijn.
En de poorten hoeven niet dicht… “Zit alles op slot, alle deuren en ramen, want je weet maar nooit…”, zeggen wij tegen elkaar als we gaan slapen. Nee, dat hoeft niet meer. Jeruzalem is enerzijds een gesloten stad, veilig ommuurd, maar anderzijds ook een open stad, met de poorten wegenwijd open. Iedereen kan binnenlopen… Wie in het boek des levens staat, het boek van het Lam, die zijn hier thuis: Jeruzalem, mijn vaderstad, mijn moederhuis. En het levensboek is het boek van het Lam, dat dood geweest is, doodgemarteld is en zie, Hij leeft. Al wie zich in zijn nabijheid bevindt, al wie dit Lam wil volgen op dood en op leven, - het Lam is in de Openbaring de aanduiding van Jezus, die gestorven is als een onschuldig lam, maar zo ook de dood heeft overwonnen en daarom daar staat bij de troon van God -  al wie zich aangesproken weet door dit Lam, al wie ontzag en respect heeft en toont voor de weg en het doen en laten van het Lam; al wie in zijn of haar leven iets probeert waar te maken van zijn weg en zijn werk; al wie in alle twijfel en wanhoop over eigen kunnen vastloopt in eigen tekortkomingen;  al wie in geloof en vertrouwen zich wendt tot het Lam en bereid is in liefde en trouw te leven…, al wie twijfelt aan zijn of haar eigen geloof, maar wel iets ziet in deze onnavolgbare Mens, diens naam staat geschreven in het Levensboek en in dat van het Lam, dat één en hetzelfde boek is, want het Lam heeft onze levens en onze dood op zich genomen en zo het leven voor ons aan het licht gebracht!
Wanneer zal dat zijn? We wachten al zolang, zeggen we vaak tegen elkaar. En wordt het ooit wel wat? Zien we er ook wel eens een glimp van op onze begane grond, gewoon met onze voeten in de modder en ons hoofd in de regen? Ja, vast wel, wanneer we een moeder een kind zien troosten of een specialist aan het vechten is voor iemands leven. Of wanneer twee mensen, die elkaar beminnen onder de schemerlamp herinneringen ophalen en alle tijd versmelt in dat ene ogenblik. Ja, ook in de natuur kun je ineens beseffen, hoe oneindig vèr en hoe onzegbaar nabij God kan zijn, zoals toen Isaäc Watts op de kust van Zuid-Engeland stond en in de verte het eiland Wight zag liggen, overspoeld en omstraald door zonlicht…en dat hem toen de regels invielen: There is a land of pure delight…er is een land van louter licht (NLB 753).
Eindtijd, is dat niet het einde van mijn tijd?
Ik denk, dat als wij de ogen sluiten ons de ogen opengaan en wij zien de heilige stad Jeruzalem,  nederdalende van God…en in ons dode oor horen wij: Ik had honger en jij hebt mij te eten gegeven; ik had dorst en jij gaf mij te drinken; ik was een vreemdeling en jij hebt me gehuisvest; ik zat in de gevangenis en jij kwam mij bezoeken. Zalig hij of zij, die dan zal zeggen: echt waar? Ik? Wanneer dan? Zalig hij of zij, die zo genodigd is tot de bruiloft van het Lam!
Zalig zijn wij, die al deze woorden van God  horen en koesteren in ons hart.

A

B

C

D

E

G

H

I

J

K

L

M