Lucas 24: 13
N.A.V LUKAS 24: 13 EV. (15 APRIL 2012 IN OLDEMARKT/OSSENZIJL)
Vandaag willen we proberen mee te lopen, mee te voelen en mee te ervaren, wat die twee leerlingen onderweg meemaakten. Laten we eens proberen of wij iets van deze mensen herkennen bij onszelf. Ze hadden een heel tijdje mee opgelopen met Jezus. Hadden hoge verwachtingen van Hem, maar op een gegeven moment werd het allemaal minder en teleurstellend rondom Hem en het liep niet goed af. Het was eigenlijk een grote afgang, dat hele gebeuren rondom Jezus. Waar leidt het uiteindelijk toe? Tot niets - weg hoge verwachtingen, weg goede hoop.
Ja, zoiets herken ik wel bij mezelf en anderen. Misschien vooral in het begin, de begintijd van je geloof en hoe je daar op reageerde. Het was allemaal mooi en boeiend: de verhalen uit de bijbel en wat er over verteld werd. Het had een sfeer van heiligheid en verhevenheid. En je geloof was vast en zeker...je twijfelde misschien wel eens aan een kleinigheidje, maar de hoofdlijnen waren wis en waarachtig. En God kon alles en Hij hielp je altijd precies op tijd.
Maar dan ineens, bij het ouder worden en als de zorgen en problemen toenemen, dan begint het geloof ook te wankelen. Er komt verwijdering met de kerk en ook de mensen van de kerk, ach, die zijn toch ook niet zo volmaakt als je eerst dacht. En er is zoveel wat niet te rijmen valt met het geloof en de dienst van God. Kijk eens in de wereld: wat een ellende en een leed, wat een rampspoed en onheil.
En liep men eerst samen met Jezus richting Jeruzalem, op den duur ligt Jeruzalem achter ons. We hebben het de rug toegekeerd. We zien het niet meer zitten. O ja, ik kan er wel een boek over schrijven: vol van teleurstelling en frustratie. Nee, mij niet meer gezien. Het christelijk geloof en alles wat er bij hoort is een groot fiasco. Daar gaan zij. Kent u ze? Ik wel... het zijn Kleopas en...vul maar in! Maar gaandeweg mengt zich iemand in het gesprek. Een voorbijganger, een meeloper. Zo maar iemand, ik ken hem niet, ik weet niet wie hij is. Maar hij is geinteresseerd in mij, in ons. Hij vraagt zich af waar wij het over hebben. Wat houdt ons bezig? Kijk eens, hoe Rembrandt dat in een trefzekere schets heeft neergezet!Die twee gaan daar, argeloos en rustig lopend, de stad achter hen, pratend en in het midden die vreemdeling. Hij loopt mee en is duidelijk begaan met hen. Hij luistert aandachtig en hij lokt hen uit de tent met een simpele vraag. Eenvoudig met wat belangstelling, zonder oordeel, zonder vooroordeel. Kom op, vertel maar wat je dwars zit.
Dat is al heel bijzonder als mensen eens de kans krijgen te vertellen wat hun dwars zit; waarom zij de kerk en het geloof achter zich gelaten hebben. Als iemand daarin geïnteresseerd is dan is het Jezus wel. Want hij heeft de vlam van ons geloof aangestoken; Hij is begonnen met zijn oproep tot omkering en zijn boodschap van het nabijgekomen Godsrijk...maar nu wij er niets van zien, keren wij hem de rug toe, maar hij blijft ons volgen. Hij laat ons niet los en achtervolgt ons met zijn vragen en bestookt ons met zijn dromen. En dan beginnen ze te vertellen wat ze weten en wat ze gehoord hebben - al die dingen, die op het Journaal verschijnen, alles wat de mensen bezighoudt, wat er mis gaat en waar mensen zich druk om maken: alles passeert de revue - ja, zelfs ook nog de verhalen van de vrouwen, die het hadden over Jezus, dat hij niet in zijn graf lag en de verschijninh van engelen en dat Hij leeft..nou ja, moet je horen! Kletspraatjes natuurlijk, want hemzelf hebben zij niet gezien. Natuurlijk niet...dood is dood, nietwaar? En dat zeggen ze terwijl ze oog in oog staan met de Levende! Zij zijn heel eerlijk en openhartig en we zouden zeggen: nou, een prima verhaal klopt als een bus...en toch, klopt iets niet. Lukas wil ons duidelijk maken, dat onze ogen bevangen kunnen zijn en dat verhindert ons te zien wie met ons meeloopt, wie met ons begaan is. Onze ogen kunnen zo gefixeerd zijn op het verleden of op de verre toekomst, dat we het heden niet zien. Onze ogen kunnen zo gefixeerd zijn op de dood en alle mislukking en teloorgang, dat we het leven en de Levende niet zien. Het is vreemd gesteld met onze ogen. We denken dat dingen waar zijn als we ze met eigen ogen zien. Maar uit dit verhaal blijkt dat ze het meest wezenlijke niet zien, terwijl ze er bovenop zitten of staan. Ze zien de hele wereld om zich heen, alle problemen en alle tekorten, alle teleurstellingen en alle verhalen, maar Hem uit en door en tot Wie zij leven, zien zij niet. Dat kan ook in ons eigen leven zo zijn: dat we de verhalen van de bijbel allemaal kennen, maar toch het meest wezenlijke nog niet gezien hebben. Dat we alles van de kerk en het geloof weten, maar toch niet weten waar het op aan komt en werkelijk over gaat. Terwijl we met hem in gesprek zijn...dat wel. Het is niet zo, dat we nog bergen over moeten of dalen door moeten ploegen...welnee, vlakbij u is de weg ten leven, in uw hart en oor...zoekt het niet ver of hoger op...hier is het, daar waar u bent en Hij met u. Dan zegt Hij dat ze onverstandig zijn en traag van hart. Hun hart en verstand zijn te veel in beslag genomen door wat men ziet en hoort. Er is te weinig of geen aandacht voor het Woord, voor het zien van de Man, die meeloopt, de stille getuige, de stem in het hart. Dat alles wordt overschreeuwd en overschaduwd door war onze aandacht opeist...o, en daarom is het zo goed om even hier te zijn...in de stilte van dit morgenuur, dit geweldige verhaal te horen, dat het eigenlijk allemaal heel anders is dan wij denken: dat de verre God ons rakelings nabij is; dat wij de werkelijkheid meer met de ogen van het hart zouden moeten waarnemen: dat we dan meer van de verheerlijkte heer zouden zien dan op het journaal doorkomt.
En om daar meer toegang toe te krijgen daartoe is de opening van de Schrift nodig. Althans, Jezus vindt het zelf de moeite waard om aan de hand van de Schrift zijn eigen leven te beschrijven en te beoordelen, ja in het licht te stellen. Aan de hand van deze gids komt er iets van zin en samenhang in, ja dan wordt het zelfs inzichtelijk, waarom e.e.a. zo moest gebeuren. Nee, niet dwangmatig of noodlottig bedoeld, maar eerder: ja, het kon eigenlijk niet anders. Wie zo leeft komt zo aan zijn einde, maar het is het einde niet. Kijk maar, hoor maar: zo is het altijd geweest en zo is het altijd gegaan: Gods weg is er een van vallen en opstaan, vallen en opstaan, dood en leven...ja, in die volgorde. Ja, wanneer en hoe zullen ook wij het eens zien? Zal er een moment zijn, waarop wij zeggen: Ah, nu zie ik het. Kan het gebeuren, dat Jezus ook door mij gezien wordt als de bron en grond van mijn leven? Uit dit verhaal blijkt dat zomaar kan gebeuren, onderweg...terijwl we gewoon praten over onze teleurstellingen en hem ter sprake brengen, die ons hart zoekt. Want over wie we praten spreekt met ons. Ziet u die omkering...aan het eind zou hij verder gaan...oja, hij wil altijd verder gaan dan wij. Wij zijn er al, zo denken we dan. En we zeggen: kom maar bij ons binnen...wellicht wilde hij vooral dat wij met hem meegingen en bij hem binnen zouden gaan. Maar Jezus is welwillend en meegaand en gaat naar binnen...maar wat vreemd nu: nu is hij ineens de gastheer, want hij neemt het brood en breekt het en spreekt er de zegen over uit. Kijk eens, wat een verbazing! Niet te geloven, ik geloof mijn ogen niet...hij is het!
Zo lijkt Rembrandt te willen aanduiden...om van je stoel te vallen. Zo vreemd, zo ontzagwekkend, terwijl ook heel gewoon, bij mij thuis, aan de tafel...ja, aan de keukentafel ontmoet de Levende mij. Precies zoals in het avondmaal. Precies, zoals wij in de gemeente overal op deze wereld doen...of liever: zoals Hij dat overal, ook bij ons, doet: Neemt, eet, dit is mijn lichaam, gebroken voor u. En leef! Want Ik leef en jij zult leven! Wonderlijk en vreemd, ongehoord en ongekend is dat...en ineens zagen zij het, herkenden zij Hem...en weg was Hij! Hij laat zich niet vangen..het is als in een ogenblik, een oogwenk en weg is het weer. Kierkegaard, de 19e-eeuwse deense filosoof en theoloog schrijft ergens, dat het hoogste, het belangrijkste de mens altijd het meest nabij is, alleen hij ziet het niet. Zo loopt het Hoogste, de eeuwige, met de mens mee door de diverse levensfasen, maar toch bemerkt hij het niet. Hij heeft het te druk, hij kijkt te ver voor zich uit. En zo vervliegen de jaren van onze jeugd en van onze middelbare leeftijd. Pas als het avond wordt en de zon gaat zinken komt er eindelijk begrip en gaat de mens ontdekken dat het hoogste hem altijd het allermeest nabij was. Dat het heel zijn leven naast hem gelopen heeft, maar dat hij het gewoon niet heeft bemerkt. Maar bij de breking van het brood gaan de ogen op...en dan is er de herkenning en de blijdschap en de terugkeer. Kijk, daar achter in de keuken staat ook iemand..die ziet het niet. Nee, valt niet buiten het licht, maar hij of zij ziet het niet. Te druk met van alles en nog wat...dat belemmert ons ook vaak om de levende Heer te ontmoeten en te zien. Het is te druk...laten we proberen eens wat aandachtiger te leven, niet met de blik op oneindig, maar met de blik op de nabijheid, op Hem, die ons nabij is, rakelings nabij.
En is er weer het gevoel van bij elkaar te horen, samen in de kring van gelovigen. In je eentje geloven is toch lastig...laten we elkaar verhalen wat de Levende Heer voor ons betekent: dat wij hem zien en horen, maar vaak ook niet...en dat Hij toch met ons begaan is en met ons meeloopt. Ook vandaag - hij zal ons niet begeven en verlaten, ook al lopen wij vaak de verkeerde kant op; Hij weet ons te vinden en haalt ons weer terug...nee, niet met geweld of met argumenten, maar enkel en alleen omdat hij ons belangrijk vindt, belang in ons stelt en ons liefheeft. Daarom! Lof zij U Christus in eeuwigheid. Amen.