“...and the winner is?!”
Preek gehouden op de 4e zondag na Epifanie 29 januari 2017 in de Oude Kerk n.a.v. Mattheüs 5: 1-12, waarin Bé en Anja Hagedoorn werden bevestigd in het ambt van diaken en Joyca van der Linde in het ambt van ouderling.
“...and the winner is?!”
“....and the winner is...?!” zo eindigt vaak een spannende wedloop of de uitkomst van een spel of een loterij. De naam van de winnaar wordt genoemd en hij of zij mag de prijs in ontvangst nemen: een gouden kalf, een televizierring, een cheque, een kruisje, een bokaal, een auto, een miljoen...wat niet al. Gelukzaligheid straalt van de gezichten van de winnaars af. Zij hebben het getroffen, zij zijn goed af, zij hebben geluk gehad of zij hebben het beste gepresteerd!
Je komt het tegen in de wereld van de sport, van het entertainment, van de politiek. ...and the winner is: Donald Trump, de nieuwe president van Amerika!,...and the winner is: Klaas Dijkhof, de slimste mens van Nederland! And the winner is: Geert Wilders, de meeste virtuele stemmen bij de a.s. verkiezingen... en zo zou ik nog een hele tijd door kunnen gaan.
We bevinden ons hier in de wereld en de denktrant van het succes. Al die winnaars zijn succesvolle mensen, zij hebben het gemaakt, zij kunnen trots op zichzelf zijn en iedereen kijkt met bewondering, waardering en afgunst naar hen. Succes wordt hoog aangeslagen; wie geen succes heeft is een ‘loser’. Het is opvallend hoe graag mensen praten over het succes van zichzelf of van anderen.
Vooral in Amerika is er een enorme succes-cultuur ontstaan, die zelfs nog een christelijk sausje heeft gekregen. In sommige kerken wordt je geloof beloond met welvaart en materiële overvloed. God is een ‘God of prosperity’ en het Evangelie is ‘the Gospel of Good Success’. God beloont de harde werker en de durf-investeerder, de handige ondernemer en de slimme zakenman. Je geloof en de zegen van God kun je aflezen van je banksaldo en de omvang van je woning en je zwembad. Trump is de messias van dit prosperity-geloof, het boegbeeld van het evangelie van en voor de rijken. En als het tijdens de inauguratie begint te regenen is dat een bewijs van Gods zegen over dit presidentschap.
Een kind kan aanvoelen dat we hier ver verwijderd zijn van de bijbelse boodschap. Als Jezus deze verhalen zou horen zou hij zich omkeren in zijn graf – in dit geval, eerlijk gezegd, inderdaad niet zo’n passende opmerking – want Hij ziet het, Hij weet het en Hij treurt erover. Ik zou daarom liever zeggen: de regendruppels beschouw ik als de tranen van Jezus over zoveel misverstand, over zoveel hardvochtigheid en gebrek aan mededogen. Tranen over zo’n compleet misverstaan van alles, waarvoor Hij stond en altijd staan zal!
Laten we nu niet denken, ach, dat is Amerika. Zo’n potje maken wij er toch niet van, nietwaar?
Nu moet ik helaas constateren, dat het succesdenken ook in onze kerken is doorgedrongen. Als de kerk zélf een succes wordt is het Evangelie zelf vaak het eerste slachtoffer. Dat gebeurde bijv. toen de kerk in het Romeinse Rijk onder keizer Constantijn een staatskerk werd: het werd aantrekkelijk en bijna verplicht om bij de kerk te horen. Een grote toeloop, dat wel...maar wat bleef er over van wat Jezus ooit bedoeld had? De criteria en maatstaven, die Jezus in Gods Naam aanlegt en hanteert zijn totaal tegenovergesteld. Vanaf de berg klinkt in ons dof geworden oor: Zalig, ja gelukkig en te benijden zijn de armen van geest, de bedroefden en de barmhartigen, de vredestichters en de wanhopigen, ja, die in de wereld niet in tel zijn en uitgekotst en weggeduwd worden, die hebben een plaats in mijn Koninkrijk, zegt Jezus.
Hij kijkt veel anders naar de mensen dan wij doen. Hij kijkt niet naar degenen, die succes hebben – die redden zichzelf wel – maar naar degenen, die onderop liggen, de ‘losers’ en de verschoppelingen. Hij ziet om naar hen, naar wie niemand omziet en Hij helpt hen overeind en zegt hun toe een vrede, die alle verstand teboven gaat.
Het is uiteraard van groot belang, dat wij ook zelf leren kijken met de ogen van Jezus naar de wereld. Dat we niet zo gefocust zijn op wat al in aanzien staat, dat we niet zo gebrand zijn op wat succes boekt en waar ons trotse hart van opzwelt, maar dat we oog hebben voor het kleine en het nederige, het onooglijke en nietige, want daar gaat ook Gods hart naar uit. In Naam van Jezus zullen wij al die mensen hun waarde teruggeven door hen aan te spreken als beminden Gods. En dat dan niet op een goedkope, vrijblijvende manier, maar daad-werkelijk, door hen nabij te zijn en bij te staan, voorzover in onze macht en naar onze mogelijkheden. Niet de ogen sluiten of wegkijken, maar als helderzienden de armen en treurenden de hand reiken – diaconaal en pastoraal.
Daarom vond ik één gebed zo indrukwekkend bij de inauguratie van Trump – die van pastor Rodrigues, die de zaligsprekingen als format hanteerde om zo de president op te roepen zich in te zetten voor de armen, de bedroefden, de vredestichters en de ‘losers’...
Ook is het heilzaam onszelf te leren zien als degenen, die genoemd worden in de rij van verliezers en ontgoochelden. Dat wij onszelf toegesproken weten als ‘gelukkige mensen’, niet omdat we zo succesvol zijn, maar omdat wij een tekort hebben en omdat wij Iemand hebben leren kennen, die dat weet – van binnen uit – en die ons geneest van onze eigenwaan, ons zelfbedrog en die ons bevrijdt van het succesdenken.
...and the winner is? “Ik was naakt en jij hebt mij gekleed, ik was hongerig en jij gaf mij te eten, Ik zat in de gevangenis en jij kwam even langs...ik miste de boot, maar jij nam me op sleeptouw, alle mensen keerden zich van mij af, maar jij zag me staan”. ...and the winner is??
Er was een man en die was op zoek naar het geluk. En hij dacht dat het overal te vinden zou zijn en hij stapte op een boot om op reis te gaan, op zoek naar het geluk. Maar het werd donker en het begon te stormen en na een paar dagen van heen en weer geslinger en kotsen over de reling meerden ze eindelijk aan zonder te weten waar ze waren beland. En hij stapte uit en hij zag de eerste de beste stad, die hij tegenkwam en hij was helemaal onder de indruk van wat hij allemaal zag. Hier wil ik wonen, zei hij, in deze stad word ik echt gelukkig. En hij stapte een willekeurige straat in en plotseling kwam hij tot de ontdekking, dat hij voor zijn eigen huis stond. Hier was het geluk te vinden, precies daar waar je bent. Omhels het leven precies zoals het zich aan je voordoet en zo zul je gelukkig zijn. Daarom staat er: zalig de armen van geest, zalig de treurenden, zalig wie het niet zo gemakkelijk heeft, want zij vangen een glimp van God op in hun Godvergeten bestaan. In de diepte ervaren wij hoogte, in de verlorenheid het gered-zijn, in de vervreemding de aanvaarding, in de treurnis een diepe blijdschap, een ongekend verlangen naar heelheid en geborgenheid, waarin God zal zijn alles in allen!