Maak je niet te dik...
Preek gehouden op zondag 21 augustus 2016 in de Grote- of Mariakerk n.a.v. Jesaja 30: 15-21 en Lukas 13: 22-30
Maak je niet te dik...
Vanmorgen lijkt mijn preek of overdenking op een triptiek. In het midden bevindt zich de hoofdvoorstelling en dat is vandaag Psalm 112. En aan weerszijde daarvan bevinden zich de lezingen uit Jesaja en het Evangelie. Een triptiek klap je open en het eerste wat gezien wordt is een zijpaneel, in dit geval de lezing van Jesaja.
Natuurlijk spreekt de profeet Jesaja allereerst tot zijn tijdgenoten, die vragen hebben over hun veiligheid, over hoe zij zullen overleven temidden van de omringende grootmachten. Moeten we rustig afwachten wat er gaat gebeuren en vertrouwen hebben in de alliantie met Assyrië of moeten we het heel anders aanpakken? Sommige mensen zijn misschien teleurgesteld in de huidige politieke koers en verwachten iets anders, meer iets met vliegende vaandels en slaande trom om zo indruk proberen te maken op de vijand. Maar Jesaja pleit voor bezonnenheid: “In rust en inkeer ligt jullie redding, in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht. De Heer zal zich over ons ontfermen – gelukkig de mens, die op Hem wacht”.
Het zijn twee manieren van omgaan met de werkelijkheid. Je kunt je ertegen verzetten en alles in het werk stellen om sterk te staan en indruk te maken. Ook als gemeente van Christus in deze tijd en deze wereld zou je je toevlucht kunnen nemen tot veel kunst- en vliegwerk om maar gezien te worden en te kunnen meetellen. Of is het beter om rustig en in vertrouwen de golven van tegenstand en verwarring over je heen te laten komen en te volharden in geloof en godsvertrouwen?
Jesaja breekt een lans voor dat laatste. Het is precies ook de weg, die Jezus gegaan is, in zijn omgang met mensen, in het verduren van tegenstand en tegenspraak. Zelfs in het uur van lijden en beproeving heeft hij geen beroep gedaan op hemelse engelenmachten, maar hij heeft geduldig verdragen en bad zelfs voor zijn tegenstanders: Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.
Een bekende titel van één van de boeken van Dietrich Bonhoeffer luidt “Verzet en Overgave”. Dat zijn inderdaad precies de twee grondhoudingen, die wij kunnen aannemen tegenover wat ons overkomt. Verzet is vaak de eerste reactie: wij willen het niet accepteren en wij verzetten ons met alle macht. We laten het niet gebeuren en zetten alles op alles om het tij te keren. “Te paard vluchten we weg! We gaan er razendsnel vandoor – maar razendsnel word je ook ingehaald!” De feiten zijn sneller dan ons verzet en we worden ingehaald door de overmacht van de werkelijkheid. Dan kan er een moment aanbreken, dat je alle verzet opgeeft en je laat aanspreken door deze woorden van Jesaja: “In rust en inkeer ligt jullie redding, in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht. Welgelukzalig de mens, die op Hem wacht!” Verzet én Overgave, ze horen bij elkaar als kruis en munt.
Misschien lijkt de aansporing van Jesaja gemakkelijk en kan het gemakzucht en passiviteit in de hand werken. Maar dan vergeten we, dat geduld oefenen en vertrouwen hebben wel degelijk activiteiten zijn. Het is uitzien naar de toekomst, het is hopen vaak tegen beter weten in, het is vechten tegen moedeloosheid en wanhoop, het is de strijd aanbinden tegen cynisme en goedkoop optimisme. Het is kortom wachten op God…en dat is spannender dan het lijkt. Hij kan de muren van onze opgeslotenheid in onszelf transparant maken, Hij maakt het mogelijk dat wij verder kunnen zien dan de fatale omstandigheden, waarin wij verkeren. Hij opent deuren, die wij niet zagen en opent mogelijkheden, die onmogelijk zijn. Niet door de omstandigheden en de feiten op een ondoorzichtige en bovennatuurlijke manier te veranderen, maar door onszelf te veranderen, onze manier van denken, van kijken en geloven en zó wordt álles anders.
PSALM 112 (gelezen en gezongen)
Het tweede zijluik gaat nu open en we zien de smalle deur, de enge poort. Daar worden we dan niet zo vrolijk van en we denken misschien wel: daar komt die oude zondagsschoolplaat weer om de hoek kijken. De weg van vrolijkheid en vertier loopt dood, maar de weg van ’s zondags naar de kerk en veel in de bijbel lezen – die weg slingert langzaam maar zeker naar de hemel. Het is wel moeilijk, maar wie volhoudt komt er wel.
Die plaat zegt meer over de 19e-eeuwse volksvroomheid en benepen moraal van die dagen dan van het evangelie. Ik zou zeggen: rol hem maar weer op en leg hem maar op zolder.
Als het gaat over het binnengaan in het Koninkrijk Gods dan hebben we het niet over wat er na onze dood met ons gebeurt, maar over de vraag hoe wij hier en nu leven. Hoe ervaren wij iets van het Koninkrijk Gods in ons leven? Hoe kan het Koninkrijk Gods gestalte krijgen in ons leven? Wanneer zien wij er iets van?
Het Koninkrijk Gods is binnen in u, in uw hart, in uw leven. Wij zijn in het Koninkrijk Gods als het Koninkrijk Gods in ons is. We zijn er binnen als we er in leven, als ons leven en ons streven vanuit de liefde gestuurd wordt en wij niet onszelf in het middelpunt plaatsen, maar de ander. Als we leven als de kinderen, spelend en fluitend, argeloos en zonder bijbedoelingen. Kinderen gaan voor. Voor hen is de poort niet nauw, want zij zijn klein en kunnen er gemakkelijk door. Maar wij zijn groot en wij maken ons dik; wij blazen onszelf op en vinden onszelf belangrijker dan wat ook maar. Kijk, Heer, hier heb ik nog een selfie, waar we samen op staan! Of: kijk, hier heb ik nog een kopie van mijn doopbewijs en een lidmaatschapskaart van onze kerk. Nu mag ik toch wel naar binnen? Hoor je niet wat je zegt…door zo te spreken, heb je jezelf al buiten geplaatst en sta je buiten en is het Koninkrijk niet in je. Het gaat niet om het hebben van een ticket, die toegang geeft.
Je “moet” leven ‘zonder waarom’, precies zoals de kinderen, zoals de lelies op het veld. En geef de arme zijn brood en de dorstige zijn glas water; en de vluchteling en zwerver onderdak en vereer de gevangene met een bezoek en vergeet de zieke en de eenzame en verdrietige medemens niet! En maak daar weer geen programma van en ga het ook weer niet zo doen dat je denkt: O, kijk mij eens, zie eens wat ik allemaal gedaan heb! Dan verdien ik wel een plek bij U in de buurt, hè? Nee, doe het zonder hoop op beloning, zonder verwachting daarvan. Just do it!
Als je de ander liefhebt om er zelf beter van te worden stelt jouw liefde niets voor. Liefde is belangeloos, onvoorwaardelijk en zonder waarom… Want de aap komt altijd uit de mouw, wanneer de vraag in ons oor gaat klinken: waar kom jij vandaan? Vanuit welk motief heb je eigenlijk gehandeld? Wat waren je drijfveren?
Nou Ds. Huisman, is het niet allemaal een beetje te somber en te serieus voor de vroege zondagmorgen en moeten we ons nu echt zorgen maken? Ik zou zeggen: als u denkt dat de schoen u past, trek hem gerust aan! Maar ik word vooral enorm vrolijk en blij van dit evangelie, als ik hoor dat ze zullen komen uit alle windrichtingen, uit alle stromingen en overtuigingen en dat ze allemaal aan tafel zitten, de krabbelaars en de treuzelaars, de losers en de twijfelaars, die het allemaal niet zo goed weten en gewoon maar mens proberen te zijn zonder pretentie en zonder waarom…wat een geluk als we al onze papieren en privileges kwijt zijn geraakt en ons aansluiten in deze rij, een eindeloze rij (rei).