Logo dsCH 

1 Korinthe 3, 4

PREEK N.A.V. 1 KORINTHE 3, 4

U kent misschien wel het programma “Memories”. Wie een beetje van zwijmelen houdt en het niet erg vindt om een traantje weg te pinken die zal dit tv-programma vast wel kennen. Het gaat over liefde, over oude liefdes om precies te zijn. Het past dus ook wel heel mooi bij Valentijnsdag, morgen. Voor wie het programma niet kent: het gaat zo. Iemand gaat met behulp van Anita Witzier op zoek naar zijn of haar oude geliefde. 40 jaar geleden, was bijv. een meisje van 18 op vakantie geweest in Spanje en had daar een vriendje ontmoet. Het was innig en romantisch geweest en ze hadden samen plannen gemaakt voor de toekomst, maar na een maand weer thuis te zijn geweest, hoorde ze ineens niets meer van hem. In het begin schreef hij nog wel eens een brief...en dan gaat er een laadje open en verschijnt een stapeltje vergeelde brieven. En ze leest ze nog eens door en kijk, hoor eens wat hij hier schrijft...en de camera zoomt in en je leest een ontroerende liefdesverklaring, in het Spaans natuurlijk, en zij zegt: ik zou hem nog dolgraag eens ontmoeten. Waar zou hij wonen, hoe zou het met hem gaan, wat doet hij, is hij getrouwd en zou hij het nog weten, zou hij mij nog kennen? Het is mooi en hartverwarmend om te zien, hoe de beide oude geliefden elkaar dan ontmoeten en in de armen sluiten. Ik moest aan Memories denken, toen ik de brief van Paulus verder ging lezen. We zijn er met elkaar al een paar weken in aan het lezen en we pakken het stapeltje papier weer op en we lezen en herlezen het nog eens als een liefdesbrief. En zoals dat meisje met die Spaanse brief deed: ze koestert de brief, ze bewaart hem en onthoudt ook bepaalde passages. Kleine zinnetjes, korte opmerkingen, die in je hoofd blijven hangen en je hart raken. Zo’n zinnetje als: ik ben altijd de jouwe! Of: ik zal je altijd in mijn hart sluiten...die vergeet je niet en die blijven bewaard, zo waardevol zijn ze! In het briefgedeelte van vanmorgen zitten ook een paar passages, die ik zou willen uitknippen en willen opplakken in mijn Memory-boek. Ik zal er een paar noemen. Bijv.: “Alles is van u!” En: “U bent van Christus en Christus is van God”. Of: “Mij is het beheer van de geheimen Gods toevertrouwd”. En dit is ook een sterke: “Wat de mensen van mij vinden, interesseert me geen biet. Alleen God kent mij en alleen Hij kan mij beoordelen”.
Nu is het natuurlijk zo, dat Paulus e.e.a. opschrijft met een bepaald doel, om iets te verhelderen, een advies te geven of een bepaald inzicht bij te brengen, dat de mensen verder helpt. Hij ziet bijv., dat ze in Korinthe op een bepaalde manier met elkaar omgaan of er bepaalde opvattingen op na houden, die in zijn oog funest zijn voor het welzijn van de gemeente. Als je zo denkt en redeneert en ook zo naar elkaar kijkt en elkaar beoordeelt, dan is dat niet goed.
Maar, zo stelt Paulus dan in zijn brief, als je het nu eens anders bekijkt, ja, als je nu ook jezelf eens anders beziet, anders definieert, dan zal dat een stuk bevrijding en opluchting kunnen geven en bovendien de onderlinge verhoudingen een stuk verbeteren.
Je zou wat Paulus schrijft een pastoraal advies kunnen noemen. Wat hij ziet gebeuren is dat mensen zich daar in die gemeente identificeren met één bepaalde persoon, met één voorganger. Die vinden ze de beste, die andere is misschien ook wel goed, maar toch wel minder. Nu had je in Korinthe drie voorgangers: de ene heette Apollos, de andere Kefas en dan ook Paulus zelf. En elk van de drie had zo zijn eigen manier van doen en eigen inzichten. Apollos kon bijv. geweldig filosoferen en Paulus was weer een heel praktische man en Kefas die kon weer adembenemend oreren...en op den duur leidde dat tot een soort driestromenland. En mensen gingen zich ook noemen naar die voorganger: de ene noemde zich een Paulinist, de andere was een Apolliaan en de derde een Kefast of zoiets. En soms gingen ze tegenover elkaar staan en maakten ze ruzie met elkaar. Wat zegt Paulus nu: hij zegt niet: houd nu eens op met ruzie maken, want zoiets zeggen helpt toch meestal niet. Hij zegt ook niet: er moet eigenlijk ruimte zijn voor iedere stroming, want zo is het nu eenmaal en iedereen heeft wel een beetje gelijk. Wees verdraagzaam en geef en maak ruimte voor elkaar. Nee, dat zegt hij ook niet. Nee, hij zegt het heel anders. Hij zegt: je moet je nooit binden aan één persoon. Want het gaat niet om het persoonlijke van die of die voorganger. Als je daar bewondering voor hebt of ook een afkeer van hebt dan ben je eigenlijk dwaas bezig. Houd ermee op om te roepen: wat is die Apollos toch geweldig of geef mij Kefas maar.
Waarom moet je dat niet doen, waarom moet je je niet identificeren met één persoon en er een beweging of stroming van maken? Omdat je jezelf ermee te kort doet! Want...en nu komt de uitspraak van Paulus, die ik mijn Memory-boek wil plakken ... Want ALLES is van u! Want u bent van Christus en Christus is van God...en zo zou je er nog aan kunnen toevoegen: God is alles of: alles is van God!
Als het over ons leven, ons bestaan gaat, dan hebben we het wel over alles, over leven en dood, over verleden en toekomst: je bent toch niet goed wijs als je dat ophangt aan één persoon. Van wie ben jij er een? Van je vader of je moeder?...toen ik een kind was vroeg iemand, die leuk wilde zijn dat wel eens aan mij...en ik snapte de vraag niet zo goed en zei maar gauw, van allebei! En dat was nog goed ook... O ja, kun je wel zien ook, je hebt je neus van je vader en de ogen van je moeder.
Maar zo blijven we nog erg aan het uiterlijk hangen...en dat is ook zo, als je zegt dat je er eentje van Apollos bent of van Kefas. Niet doen, zegt Paulus...dat is eigenlijk een beetje dom, want je bent veel meer. Je moet vooral jezelf zijn, hoor je ook vaak. Maar die kant wil Paulus ook niet op. Hij zegt: je moet je vooral bewust zijn van het wonderlijke feit, dat je van Christus bent. De oude Heid. Cat. begon daar meteen al mee, als antwoord op de 1e vraag “Wat is je enige troost, in leven en sterven, in verleden en toekomst”...en dan klinkt in ons droevig en wankelmoedig oor dit antwoord:
Dat ik niet mezelf toebehoor...ja, ik weet het, dat klinkt in onze tijd heel vreemd en onwerkelijk, tegendraads, waar wij al gauw roepen: wees jezelf en wees zelfbewust...niks op tegen en vooral ook doen ...maar als het er op aan komt, als het om de laatste grond en werkelijkheid gaat, dan is het een geweldige troost en opluchting te weten, dat je uiteindelijk en ook oorspronkelijk van Christus bent! En Christus is van God, weet u wel?!
Kortom, weet dat je leven gefundeerd is in Christus en de rest is bijzaak. Want als je weet dat je leven gefundeerd is in Christus dan ben je los van alles en ontvang je alles. Dat is iets wat bij de geheimenissen Gods hoort en wat eigenlijk ook in de Doop wordt verbeeld en zichtbaar gemaakt. Ilse Eva, wie zijn je vader en je moeder?..ze kan het zelf nog niet zeggen, maar je kunt ze wel aanwijzen: hier zitten ze vooraan in de kerk. Maar, - en die vraag leg ik aan ons allen voor - wat is je ware gezicht en wie ben je ten diepste, voordat je vader en moeder geboren waren? Zeg maar, wie ben je los van je genealogie, los van de biologie...want als we in de handen van de biologen vallen, dan zijn we overgeleverd aan de cynische inzichten van Midas Dekkers en de wetenschappelijke studie van prof. Swaab, die zijn boek de titel meegaf: Wij zijn ons brein. Maar, lieve gemeente, is dat het laatste wat over ons gezegd kan worden? Want is het niet troostrijker en ten diepste ook meer waar, dat we allereerst van Christus zijn. Dus, wie zijn wij – afgezien van onze biologische en historische, maatschappelijke en religieuze bepalingen? Wel, dan is ons antwoord, in navolging van Paulus – en met de Doop wordt die eenheid zichtbaar en voelbaar gemaakt – Ik ben van Christus en Christus is van God. Van wie ben jij er een? Van Paulus, van je vader, van je moeder, van Apollos, van Kefas, van Wiert, van Pieter, van Desiree, van Calvijn, van Kuyper, van Barth, van Luther, van Augsutinus, van Cohen, van Wilders, van Sap, van de PKN, van de baptisten, van de EO, van de Vara, van V&D, van het Zilveren Kruis, van mijn brein...?..o, beste dominee...hou alstublieft op..ik ben van Christus en Christus is van God. Punt uit. Amen

A

B

C

D

E

G

H

I

J

K

L

M