Logo dsCH 

smallbanner 2

Hier kunt u mijn weblog lezen
Hier publiceer ik mijn recente preken: reacties zijn altijd welkom! Zo kan deze weblog de functie van een voor- en nagesprek krijgen.
Als je wilt reageren op 'tekst en inhoud' van mijn weblog, klik dan op de titel van het betreffende artikel. Dan verschijnt een nieuwe pagina, waarop de optie "Reageer als eerste" staat vermeld.

line

maandag, 06 oktober 2025 07:50

Israëlzondag 5 oktober 2025

 

Op deze zondag mocht ik voorgaan in de eredienst in mijn ‘oude’ gemeente Steenwijkerwold. Het was de zogenaamde Israëlzondag en ik wilde daar op de één of andere manier aandacht aan besteden, maar ik vroeg me af hoe ik dat het beste kon doen. Als lezingen had ik gekozen voor Deuteronomium 6 ‘Hoor, Israël, de HERE uw God is enig en je zult Hem liefhebben met heel uw hart etc.’ en Mattheüs 22, waar Jezus het ene ‘dubbelgebod’ van de liefde naar voren brengt. Vóór de bespreking van deze lezingen heb ik eerst onderstaande inleiding laten horen.

 

Deze zondag is de zondag van Kerk en Israël, ook wel kortweg Israëlzondag genoemd. In 1949 is de hervormde kerk begonnen om één zondag in het jaar – met als datum begin oktober rond de Joodse najaarsfeesten - specifiek erbij stil te staan, dat de kerk is voortgekomen vanuit het Jodendom en dat het christendom zonder zijn joodse wortels in de lucht hangt. Dat is een helder en onbetwistbaar inzicht en de kerk moet zich dat iedere zondag bewust zijn, niet alleen vandaag.

De kerkorde van 1951 sprak over een onopgeefbare verbondenheid met het volk van Israël en ook in de kerkorde van de protestantse kerk is dat onverkort overgenomen. In 1949 en 1951 lag het voor de hand om daarbij ook meteen te denken aan de staat Israël, die in 1948 was ontstaan. We hoeven niet te verbloemen, dat de kerk daar enthousiast over was en dat zij dat zag als een zichtbaar teken van Gods trouw aan zijn volk, dat uit de grote verdrukking was gekomen.

Wij zijn nu bijna 80 jaar verder en die naïeve en optimistische kijk op de staat Israël is intussen ingewisseld voor een meer kritische en volwassen benadering, waarbij aandacht is gekomen voor de schaduwzijden ervan, m.n. voor de Palestijnen, die in 1948 werden verdreven en sindsdien ontheemd en staatloos in Gaza en op de Westbank moeten zien te leven, wat meer een overleven is dan een menswaardig leven.

De problematiek is complex en tegelijkertijd glashelder, wanneer we vaststellen, dat ook Israël zich aan de internationale verdragen en afspraken moet houden, wat in de laatste twee jaar – en ook al eerder - onafgebroken niet gebeurd is.

Zo sta ik hier vanmorgen als iemand, die als theoloog en predikant zich bewust is van het belang om het Joodse geloof en de Joodse traditie serieus te nemen, zeker in het verstaan van het Oude Testament, maar anderzijds ook als iemand, die met lede ogen en met een bloedend hart ziet, hoe de staat Israël met militair vertoon zich te buiten gaat aan vergelding en wraak zonder dat dat ook maar iets oplost.

Israël kon zich altijd herkennen in de kleine David, die het durfde opnemen tegen de reus Goliath, maar Israël is inmiddels zelf verworden tot een zwaar bewapende oorlogsmachine, ja zelf Goliath geworden, waartegen het Palestijnse volk als een kleine David in het geweer komt.

Jezus heeft laten zien, waar Gods hart in ontferming naar uitgaat, namelijk naar hen, die geen helper hebben, de kansloze en uitgetelde mens – laten ook wij in navolging van God weten, waar ons hart ligt en onze sympathie naar uitgaat.

En laten wij ons allen nederig en gehoorzaam stellen onder de geboden van God, die hij door Mozes aan Israël - en door hen ook aan de wereld - gegeven heeft. Alleen langs die weg is er toekomst en leven mogelijk!

woensdag, 24 september 2025 12:57

Refo-Els op het Malieveld

 

Over de anti-immigratie demonstratie, die op zaterdag 20 september op het Malieveld werd gehouden is al heel veel gezegd en geschreven. Ik heb er niet zoveel aan toe te voegen behalve dat ik mij afvraag waarom Els Rechts, die de demonstratie georganiseerd had, zich profileert als een reformatorisch christen.

Hoever ben je verwijderd van het gedachtegoed van de Reformatie als je de denkbeelden van de PVV omarmt en bevriend bent met Geert Wilders?

Volgens mij mijlenver.

De PVV is een autoritaire éénmanspartij, waar de wil van één man wet is. De PVV zet aan tot discriminatie van en haat tegen mensen, die de Islam aanhangen. Zij horen volgens deze zienswijze niet thuis in de Nederlandse samenleving. Hoe ongefundeerd, vals en schrikbarend leeg al deze aantijgingen zijn behoeft nauwelijks betoog. Iedereen kan zien, dat mensen hier opgejut en geïndoctrineerd worden om een tweedeling in de maatschappij aan te brengen die loopt via de lijnen van etniciteit, afkomst en religie.

De Reformatie is natuurlijk ook een veelkleurig verschijnsel in de West-Europese geschiedenis, maar een eerste algemeen in het oog lopend kenmerk is toch wel, dat zij anti-autoritair en in beginsel zelfs democratisch genoemd moet worden.

Luther durfde het op te nemen tegen de paus en hij beriep zich daarbij op het gezag van de Heilige Schrift. Hoe kan iemand, die zich reformatorisch christen noemt zich zo laten inpakken door een autoritaire leider en een anti-democratische partij?

Verder heeft de Reformatie een grote invloed gehad in Europa op de totstandkoming van tolerantie en (godsdienst)vrijheid. Dat zijn precies twee waarden, die ik volstrekt mis bij de PVV.

Dat Els enthousiast een boek van (of over) Charlie Kirk omhoog houdt spreekt voor mij ook boekdelen. Zijn idealen waren eerder reactionair-conservatief en hier en daar zelfs fascistisch te noemen en beslist niet reformatorisch of evangelisch. 

Het is inderdaad een feit, dat zich reformatorisch noemende christenen zich in politiek opzicht vaak aan de rechterzijde van het spectrum bevinden, maar de vraag, die daarbij gesteld moet worden is of deze positiekeuze wordt ingegeven door de grondwaarden van de Reformatie of door een gebrek aan kennis daarvan. Ik vrees het laatste.

zondag, 22 juni 2025 17:05

Preek gehouden op de 1e zondag na Trinitatis 22 juni 2025 in de Protestantse Dorpskerk te Voorst n.a.v. Deuteronomium 30: 15-20 en Lukas 8: 26-39

 

Je zult maar ‘Legio’ heten

 

Het vreemde, ja enigszins bizarre verhaal, dat het leesrooster ons vanmorgen aanreikt, roept allereerst de vraag op: waarom lezen wij dit verhaal juist nu, op de tweede zondag na Pinksteren, de eerste na Trinitatis? Het is een verhaal over Jezus, toen hij nog volop rondstapte in Galilea en het bericht dat er aan voorafgaat gaat over de storm op zee, die veel angst bij de leerlingen teweeg bracht en hen deed uitroepen: bekommert het U niet dat wij vergaan?

Toevallig was ik vorige week zondag in de kerk van Kruiningen, waar mijn vriend en collega afscheid nam en ik zat pal tegenover een gebrandschilderd raam, dat daar was aangebracht na de watersnoodramp van 1953 met een afbeelding van dat verhaal.

Het betreft dus episoden uit het leven van Jezus, toen Hij nog met zijn leerlingen rondtrok, maar inmiddels zijn we al verder in het kerkelijk jaar, na Pinksteren, waarom dan nu weer terug naar die verhalen? Maar is er wel sprake van een terug en vooruit, van een vóór en na? zo vraag ik me nu af.

Ik denk, dat de leesroostermakers bedacht hebben: dit verhaal gaat verder dan een bijzonder voorval uit het leven van Jezus. Er is hier sprake van een bevrijdingsverhaal, een voorbeeld van, een opmaat tot het werk van de Geest, zoals dat zich in de wereld zal doorzetten. Ik kom daar straks op terug.

Nu letten we eerst op enkele bijzonderheden van wat het evangelie ons te zeggen heeft.

Zij varen naar de overkant, ja zij varen stroomafwaarts of tegen de stroom in naar de overzijde van Galilea, ja naar het tegenovergestelde daarvan, zeg maar: richting het dodenrijk, de Hades. De man die Jezus tegemoet komt staat model voor die wereld vol van demonie en agressie. De man is zichzelf niet, hij wordt bezeten door machten en krachten, die hem de baas zijn geworden en die hem wegdrijven van de menselijke samenleving. Hij komt in een isolement, hij heeft lak aan alle conventies en hij wordt door niemand geaccepteerd. Daarom zoekt hij zijn toevlucht tot de graven, waar hij voortdurend geketend en geboeid zich ophoudt. Hoe luguber en angstaanjagend is dat!

Letterlijk staat er dat hij zich ophield bij de monumenten, bij de gedenktekenen. Natuurlijk vinden wij die inderdaad vooral op kerkhoven, maar we kunnen dat ook nog wel wat breder zien. Deze man is buiten de voortgang van de tijd geplaatst: hij houdt zich op bij en in het verleden. Hij is weggeduwd uit de huidige maatschappij en voor hem is er geen toekomst. Alleen verleden tijd. Het verleden bepaalt zijn leven, een trauma uit zijn jeugd misschien, een ervaring in of met het Romeinse legioen. Iets waar hij niet van kan loskomen, wat hem ketent en vastzet. Hoe eenzaam en kansloos ben je dan! Hoe deerniswekkend ook om deze onaangepaste man zo te zien. Hij komt Jezus tegemoet en Jezus gaat hem tegemoet: zij treffen elkaar. De man voelt blijkbaar aan, dat Jezus iets met hem wil, maar hij is afwerend en verontwaardigd en woedend schreeuwt hij hem toe, dat hij niets met hem te maken wil hebben! Er is niets gemeenschappelijks tussen ons – maar wie zegt dat eigenlijk? Is dat de gedachte van de man zelf of van de demonen in hem?

In ons rationele en materialistische wereldbeeld hebben we het spreken over demonen afgeleerd. Dat wordt doorgaans beschouwd als behorend bij een achterhaald wereld- en mensbeeld. Dat zal zo zijn, maar demonie is toch wel een werkelijkheid die in de wereld merkbaar aanwezig is. Je hoeft het journaal maar aan te zetten om allerlei vormen van demonie in de wereld aan te treffen. We kunnen ook proberen de situatie van deze man te psychologiseren en hem zien als een man met een meervoudige persoonlijkheidssyndroom. Hoe je het ook noemt en beschrijft: de situatie is deze, dat deze mens zichzelf niet is, in de macht is van krachten, die hem de baas zijn geworden. Iemand kan in een psychose raken of zo verslaafd zijn aan iets, dat hij er met duizend boeien aan vast zit.

Hoe treed je zo iemand tegemoet? Wel, Jezus vraagt hem naar zijn naam! Wie ben je? Wat is jouw identiteit? Het is een uitnodiging om ‘ik ben’ te zeggen. Maar dat kan hij niet, nog niet. Hij zegt alleen maar: ‘Legio’! Een veelheid, een legioen. Ik kan niet zeggen wie ik ben – er is een veelheid in mij, die overweldigend beslag op mij legt.

Legio verwijst natuurlijk naar een legioen, een benaming van een Romeinse legereenheid van wel 6000 man, bewapend en al. Zo’n overmacht aan geweld, discipline en macht heeft hem in bezit genomen: hun laarzen stampen a.h.w. door zijn hoofd en hun zwaarden gaan door zijn ziel.

Het legioen heeft intussen in de gaten, dat het te maken heeft met een tegenmacht die sterker is dan een legioen. Het geeft zich gewonnen, zij zoeken een ander heenkomen en zij vragen Jezus of ze in de varkens mogen gaan. En als dat toegestaan wordt stort de hele kudde de afgrond in en verdrinkt.

Natuurlijk komt hier ook het onderscheid tussen rein en onrein om de hoek kijken: onreine demonen moeten zich niet ophouden in mensen, zo is de gedachte, maar desnoods in onreine dieren, en in die traditie behoren varkens daar toe. Het is tenslotte – met alle bedenkingen die wij er bij hebben - een hoopvol perspectief op de totale afgang van de demonie!

De varkenshoeders (-herders) zijn verbluft, gaan naar de stad en vertellen wat er gebeurd is. Het is opmerkelijk, dat Lukas dit beschrijft op dezelfde manier, als wat hij schrijft over de herders in de Kerstnacht.

Intussen is de man weer helemaal bij zinnen en uiteindelijk zit hij gekleed en wel aan Jezus’ voeten. Je kan hier zeggen: hij gedraagt zich als een leerling van Jezus! Hij wordt nu ook voor het eerst een mens genoemd. Hij zou Jezus zelfs wel willen volgen, maar Jezus zegt dat hij naar zijn huis moet gaan en daar in zijn stad of dorp moet vertellen wat God aan hem gedaan heeft. En hij verkondigt daar inderdaad wat Jezus hem gedaan heeft. Een subtiel onderscheid – dat eigenlijk geen onderscheid is - dat Lukas hier met een knipoog aanbrengt.

Waarom is dit een geschikt verhaal voor na Pinksteren? Omdat wat wij gelezen hebben a.h.w. een samenvatting is van wat er na Pinksteren gaat gebeuren: immers vanaf dat moment gaat het evangelie van bevrijding de wereld in. Het boek Handelingen is er één groots verslag van. De apostel Paulus doet niet anders dan mensen bevrijden uit de sferen en werelden van onvrijheid en verslaving aan goden, machten en versleten tradities.

En dat is zo doorgegaan: zendelingen en missionarissen zijn de wereld in getrokken en hebben overal mensen bevrijd van slaafse machten en knechtende ketenen. Ik weet wel, het is geen brandschoon verhaal en er zijn vele fouten, vergissingen en misdaden begaan, maar in hoofdlijn is dat het wat de Geest sinds Pinksteren beoogde: dit, namelijk dat de wereld bevrijd zou worden van de machten van het kwaad en zich zou bewegen in de richting van het Koninkrijk Gods. Dat we los zouden komen van alles wat ons kleineert, knecht en onderdrukt. Zo zouden we de geschiedenis van de kerk kunnen samenvatten – nogmaals het is geen doorlopend succesverhaal, - de kerk heeft het zelf ook maar al te vaak op een akkoordje gegooid met de machthebbers van deze eeuw – maar dat neemt niet weg, dat er in die wirwar van strevingen en gebeurtenissen toch een rode draad zichtbaar wordt: evangelieverkondiging als een roep om en een oproep tot bevrijding en een katalysator tot emancipatie!

Ook in onze samenleving zijn er miljoenen mensen, die geboeid zijn door machten, die groter zijn dan zijzelf: de macht van geld en reclame, van angsten en wantrouwen, van verslaving en gebonden zijn aan tradities en structuren. Waardoor mensen niet in volle vrijheid kunnen zijn of worden, wie zij zijn. Teveel afgeleid ook door legio dingen en verlokkingen. Legio doet mij ook denken aan alles wat te groot is, megalomaan is en de menselijke maat te boven gaat, zoals bijv. – om maar wat te noemen - de miljarden die nodig zouden zijn om wapentuig te fabriceren, terwijl er zoveel andere dingen zijn, die de wereld nodig heeft om een betere plaats te worden.

Maar, alla, niet teveel politiek…wat ik tenslotte nog zou willen opmerken is, dat het uiteindelijk voor ons allemaal draait om een besliste en kordate keuze vóór het leven, telkens weer! Daarvoor moet je telkens weer kiezen – in het groot en in het klein – het is een keuze tegen de demonie en de dood in al zijn verschrikkelijke vormen: kies dan het leven (Deut. 30)!

Wat is je naam? Nee, ik heet geen Legio meer, de veelheid en chaos van dingen heeft geen vat meer op mij sinds ik Jezus ontmoet heb, maar ik kan voortaan voluit zeggen: ik ben mens, ja, mens van God.