Spreuken 8
Preek gehouden op Zondag Trinitatis (26 mei 2013) in de Oecumenische wijkgemeente “het erfdeel” n.a.v. Spreuken 8 en Openbaring 4
Het is vandaag Zondag Trinitatis...ik geef toe, het klinkt een beetje als een enge ziekte of een gevaarlijke chemische stof, maar in gewijde vertaling kan deze zondag genoemd worden de zondag van de Heilige Drievuldigheid. Ik beschouw deze zondag een beetje als een spuit slagroom of een kers op de taart. In ruim een half jaar tijd is vanaf Advent toegewerkt naar een voltooiing van het heil:
zo kwamen we langs het Kerstfeest en langs de veertig dagen van beproeving kwamen we terecht in de stille tuin van Pasen en na nog eens vijftig dagen werden we vervuld van de Geest en dan proberen we dat alles vandaag in éen greep te vatten, een soort totale samenvatting van wat God voor ons gedaan heeft en een poging om het ene in het vele te zien en dat wordt dan ook op God zelf betrokken, zodat de diversiteit van Gods presentie wordt erkend en beleden, maar tegelijkertijd willen we zijn eenheid niet opgeven. Dat is het geheim en de zin van de Drie-eenheid, waarover je niet teveel moet speculeren en filosoferen, maar dat we als een ons toevertrouwd geheim zullen koesteren in ons hart, dat God niet alleen een God boven ons is, maar dat Hij ook God naast ons en met ons is in Christus Jezus, maar dat diezelfde God ook God in ons is, dat is de inwoning van de Geest in ons hart en de geschiedenis. Als het over 1 en 3 gaat beginnen mensen altijd meteen rekenkundige en logische bezwaren aan te dragen. Unitariërs willen in lijn met de belijdenis uit Deut. 6 “Hoor Israël, de Heer onze God is één” de eenheid van God onderstrepen en tekenen daarom bezwaar aan tegen de belijdenis van de Drie-eenheid. Maar het woordje “en” in de Vader en de Zoon en de Heilige Geest betekent niet alleen “plus”. Ik kan zeggen: ik heb een fiets en een auto en een huis, dat zijn duidelijk drie verschillende dingen. Maar ik kan ook zeggen: ik heb een auto en een Seat en een rode. “en” zou ik hier kunnen vervangen door een dubbele punt, want ik heb geen drie auto’s maar één. Dus bij de Drie-eenheid is de eenheid leidend en beslissend en het drievoudige betreft eigenlijk meer aspecten of dimensies van die ene God. We vereren geen drie goden, maar we hebben een veelzijdige God, niet in één woord te vangen, maar door Hem aan te spreken als Vader, Zoon en Geest drukken we iets uit van zijn volheid en van zijn nabijheid. Wie er meer van wil maken of meer over wil zeggen, maakt het in de meeste gevallen onbegrijpelijker en onnodig ongewikkeld. Daar wil ik niet aan meedoen, dus genoeg nu over de Heilige Drievuldigheid.
Ik wil nog een paar dingen zeggen over die wonderlijke lezingen van vandaag: Spreuken 8 en Openbaring 4. Beide lezingen zijn een beetje extatisch en raken aan de grenzen van ons voorstellings- en bevattingsvermogen en Ds. Miskotte merkt ergens over Spreuken 8 op, dat het wel erg speculatief is allemaal. Toch willen we ons vanmorgen even laten aanraken door deze bijzondere vergezichten en ons even laten meeslepen door gedachten die ons doen duizelen.
Misschien krijgen we enige grip op de beide lezingen als we ze onder een bepaalde noemer brengen. Beide lezingen willen iets doorgronden, dichter bij het raadsel van ons bestaan en van deze wereld komen – en de ene doet dat door terug te kijken en de ander door vooruit te blikken. Spreuken 8 is bezig met de vraag van het ‘vanwaar?’ en Openbaring 4 met ‘waarheen?’ en beide willen ons na een duizelingwekkende zweeftocht ook weer met beide benen op de grond zetten en ons uiteindelijk wijzer, vrolijker, meer betrokken, beter maken of laten zijn.
Want speculatief denken en redeneren is leuk en aantrekkelijk, maar als het nergens toe leidt is het een slag in de lucht. Daarom eindigt Spreuken 8 met een gelukkigprijzing en een aanmoediging om het leven te vinden, een gelukkig leven te ontvangen en te leiden: om gelukkig en wijs te leven. Daar gaat het uiteindelijk om. En Openbaring 4 eindigt met een besef van verwondering over alles wat is en God als de bron en de oorsprong ervan en ook dat is het begin van alle wijsheid, want daardoor sta je ook anders in het leven. Beide lezingen sporen ons eigenlijk aan het leven te omarmen en te aanvaarden als een geschenk van God...ja, ook in zijn gebrokenheid en met zijn ambivalenties, met al zijn ups en downs...ja, zo is het leven, zeggen we dan..en dat is ook zo. En dat leven, zoals het werkelijk is en geleefd wordt, dat leven omarmen en aanvaarden als uit Gods hand, dat is wat beide lezingen ons willen leren. Wat is wijsheid en wat maakt een mens gelukkig? – in één woord, - helaas bestaat dat ene woord niet in het Nederlands, maar wel in het Duits – en dat is: Lebensbejahung!
Ja zeggen tegen het leven: het leven aanvaarden – niet tegen wil en dank – maar voluit en van harte Ja zeggen. Dat is niet gemakkelijk en dat is geen gelopen race, maar dat is steeds weer een gevecht en soms een onverwachts geschonken inzicht: het is de moed om te zijn! Dat is bijbelse wijsheid à la Spreuken 8 en dat is ook een vorm van aanbidding à la Openbaring 4.
U komt alle macht, of en eer toe, Heer, onze God, want U hebt alles geschapen, uw wil is de oorsprong van alles wat er is!
Hier raakt Openbaring 4 aan Spreuken 8, want ook daar gaat het over het begin van alles en zoals Openbaring 4 alles terugvoert op de wil van God, zo identificeert Spreuken 8 die wil van God met de Wijsheid. Voordat God met scheppen begint schept Hij eerst de wijsheid. “Ik ben in het begin gemaakt”, zegt de wijsheid, “nog voor alles er was”.
Toen de bergen nog niet waren neergezet, was ik erbij..toen Hij de zeeën zijn grenzen stelde was ik erbij en ik was Gods lievelingetje en ik vond vreugde in zijn hele aarde en was blij met alle mensen.
Nu dan, beste mensen, luister goed: gelukkig de mens, die op mijn wegen blijft. Dat de wijsheid het begin van alles wordt genoemd – aan alles voorafgaat – is niet zozeer een tijdsdimensie, maar eerder bedoeld als ‘beginsel’. De schepping is met wijsheid gemaakt, de werkelijkheid draagt het stempel van de wijsheid...m.a.w. de wereld is geen stom toeval, maar bedoeld en van wijsheid doortrokken!
Na die duizelingwekkende tocht in onze gedachten naar het begin van alles, roept de wijsheid ons ineens bij zich en zegt: wandel in mijn wegen! M.a.w.: wees wijs en bewandel de weg van het goede en dat is uiteindelijk de weg van Gods geboden. Zie hoe goed en prachtig God alles gemaakt heeft, erken de samenhang en de uitgedokterde structuur van alles wat er is – ja, we zouden hier zelfs kunnen denken aan zoiets als Intelligent Design - en of je nu een evolutionist bent of een creationist, dat maakt eigenlijk helemaal niet uit – in beide gevallen kun je onder de indruk raken van de pracht en de diepgang van deze werkelijkheid, die onmetelijk, ondoorgrondelijk en toch kenbaar is, omdat de goddelijke wijsheid er de architect van is. En je wordt daar niet alleen blij van als je er naar kijkt en het bewondert, maar je wordt ook een gelukkig mens als je je leven daarop aanpast, daarnaar structureert. Want het leven is gemaakt volgens diezelfde orde en planning: de wijsheid is de basis van alles en zo kan het leven alleen maar zinvol en gelukkig geleefd worden, als we ons ook aan die structuur houden. De schepping zelf, het leven zelf, laat ons eigenlijk zien wat goed is om te doen. “Leef en laat leven”, dat is in een notedop de wijsheid van voor de grondlegging der wereld. Iets wat heel hoogdravend en onnavolgbaar lijkt, komt toch zo nog weer op z’n pootjes terecht en het ligt eigenlijk ook heel dicht naast het woord, dat Jezus in het Johannes evangelie tegen zijn leerlingen zegt: “Ik leef en ook jullie zullen leven”!
Laten we zo verwonderd én vastberaden ons leven leven! Noem het “in geloof”, “met wijsheid”, “in Godsvreze”, “met de moed der hoop” – eigenlijk is dat allemaal hetzelfde met andere woorden gezegd. Nou, als nu iedereen weer geland is, kunnen we hier ook van harte over en uit zingen, lijkt mij. Amen.
Goede God, wij danken U voor uw hoge en voortvarende woord. Soms duizelt het ons en vinden wij het misschien hoogdravend en vergezocht, maar U reikt het ons aan om ons te verwonderen en om ons de weg te wijzen in deze wereld: om wijs te leven en zo gelukkig te zijn en te worden. Laat uw Woord zo met ons meegaan en als een Gids in ons leven dienst doen.
Wij bidden voor de mensen in nood en in verdriet – want al prijzen wij ons gelukkig uw schepselen te mogen zijn en al is de wereld met wijsheid gemaakt, er zijn ook donkere plekken en vernielingen en tekortkomingen, waardoor het leven zwaar en moeizaam wordt om te leven: zo denken wij aan al die mensen, die in oorlogssituaties verkeren of die bang zijn omdat hun omgeving onveilig is, of omdat er geen werk te vinden is of omdat er geen geld en inkomen is. Of wanneer mensen in echtscheidingen verwikkeld zijn, waar soms ook de kinderen de dupe van worden: vreselijk wanneer dat in een familie, op school of in een stad gebeurt.
Zegen alle goed werk dat in uw Naam verricht wordt; laat de kerk een schuilplaats mogen zijn voor wie geen onderdak heeft; een rustpunt voor wie zich opgejaagd voelt, een plek om te zingen voor wie sprakeloos is, een plek om op verhaal te komen, wanneer de grote verhalen zijn uitverteld.
Zegen ons als wij helpen, help ons als wij hulp nodig hebben; sterk ons als wij zwak zijn en laat ons sterk zijn, als wij anderen die zwak zijn willen helpen.
Laat ons tranen drogen als wij verdriet zien bij andere mensen; geef ons vertrouwen in de toekomst en maak van uw gemeente een levenslustige, vitale gemeenschap, die niet achterom kijkt, maar vooruit.