De stilte zingt U toe
DE STILTE ZINGT U TOE!
Zo klinkt de eerste regel van Psalm 65 in de berijming. In de onberijmde tekst, zoals die in de Nieuwe Bijbelvertaling tot ons komt, vinden we de stilte niet meer terug. Ook in andere vertalingen en berijmingen is de stilte ver te zoeken. Des te meer ben ik verheugd, dat de stilte in onze Liedboektekst toch voorkomt. Dat is dankzij de dichterlijke vrijheid, die volop de ruimte moet krijgen om oude teksten om te smeden tot sonnetten en coupletten, die ons hart raken en die de gemeente in- en uitademt door ze te zingen, in- en uit te zingen.
Stilte kan benauwend en bedreigend zijn. Vooral die vóór de storm. Die erná kan weldadig en verfrissend zijn, zoals Elia bij de Horeb ervoer, toen na aardbeving, donder en bliksem de stille fluistering van Gods aanwezigheid hoorbaar en merkbaar werd (1 Kon. 19: 12). Een stilte kan pijnlijk zijn, wanneer het zwijgen veelzeggend en veelbetekenend is. De stilte kan heersen als een koele vorst, overheersend zijn en beklemmen, wanneer mensen niet durven te spreken, monddood gemaakt worden en er het zwijgen toe doen.
Stilte kan ijl en snerpend zijn, wanneer we getuigen zijn op plekken des onheils, op oorlogskerkhoven en kampplaatsen. Daar is de stilte oorverdovend en klinkt de stilte als een aanklacht en beneemt ons de adem en de stem. Al deze genoemde stilten zijn gespannen en beladen stilten. Die stilte zingt God niet toe, maar valt te pletter op het gelaat van de aarde. Een schreeuw van protest, van verbijstering en onmacht zal onze mond vullen en roepen zullen we tegen deze afgrond!
Maar daar is, Goddank, ook de weldadige en serene stilte. Die stilte kunnen we zoeken en die stilte kan ons ook overkomen. Wie haar zoekt, vindt die vooral in zichzelf. Maar die stilte kan ook onverwacht op je vallen, in je neerdalen of je compleet overmeesteren: op een hoge berg of in een diep dal, langs het water of in het bos, in een kerk of op een plein. Juist in deze weken van vakantie kunnen momenten van stilte ons verkwikken en kan het in ons beginnen te klinken: “De stilte zingt U toe, o Here!”
Wie zo de stilte vindt en zoekt, stemt vanzelf ook in met de beginregel van Psalm 62: “Mijn ziel is stil tot God, mijn Heer”. De kerk is zo’n plek om tot stilte te komen en rust te vinden temidden van een wereld vol hectiek en rumoer. Misschien zouden we er meer ons best voor moeten doen om de stilte – ook voor en tijdens de kerkdienst – wat meer te koesteren.
De stilte is geen eindpunt of einddoel, maar eerder een midden-punt, van waar uit we het rumoer en de dagelijkse bezigheden (weer) aankunnen. Ik wens u allen een goede rust- en stiltetijd.
Ds. Cees Huisman