Preek gehouden op de 3e zondag van Advent 15 december 2024 in de Catharinakerk te Heusden n.a.v. Zefanja 3: 14-20 en Johannes 1: 19-28
Midden onder u is Hij
Derde Advent “Gaudete”: Weest blij! Dat is de klassieke benaming van deze zondag. Het zijn namen, die oude papieren hebben, maar die in de tijd van de Reformatie weer wat ondersneeuwden. Calvijn bijv. had niet zoveel op met het kerkelijk jaar en de namen van de zondagen en de feesten. Ik heb wel eens gelezen, dat hij op de dag van het Kerstfeest gewoon doorging met zijn bespreking van het boek Deuteronomium, waar hij mee bezig was. Hervormingen kunnen ook te ver doorslaan en het kind met het badwater doen verdwijnen.
Hoe dan ook: ik vind het wel mooi om de naam van deze zondag ‘Gaudete’ – Weest blij – in ere te houden. Het is halverwege de voorbereidingstijd, zoals ook halverwege de 40-dagentijd er een pauze is, die ons eveneens oproept ons te verheugen. Kortom, het kerkelijk jaar houdt rekening met onze spanningsboog, die kort is en daarom mag er halverwege even gespeeld en gejubeld worden: weest blij!
Zo’n oproep en aansporing hebben wij wel nodig, zeker ook in deze tijd van teloorgang, van armoede, van oorlog, van onzekerheid en angst. En veel mensen zullen misschien zeggen: ik kan helemaal niet meer blij worden, het is mij te overweldigend en waarom zou ik blij zijn? Er is geen enkele reden toe.
We hebben gelezen uit de profetieën van Zefanja en als wij zijn hele boekje zouden hebben voorgelezen dan zou de moed ons helemaal in de schoenen gezonken zijn. Echt een onheilsprofeet in optima forma, tsjonge wat kan die tekeer gaan tegen alles wat krom en verkeerd is. En waar het allemaal op uit zal lopen? Ook daar is hij niet optimistisch over: we gaan met z’n allen de ondergang tegemoet! Het lijkt wel of er een tweede zondvloed op komst is.
En ik moet zeggen: al zijn zijn woorden 2600 jaar oud, zij doen aan actualiteit niet onder. In allerlei varianten en toonaarden horen wij om ons heen, dat de wereld op haar laatste benen loopt. De mensheid is helemaal de kluts kwijt en oplossingen worden gezocht in terugkeer naar vroeger of vooruitsnellen naar later. Niemand weet het en veel mensen zijn angstig en bezorgd en noodpakketten zijn niet aan te slepen.
Woorden van Zefanja, woord van de HEER! En als het dan ieder voor zich wordt en God voor ons allen dan wordt het wel ijzig koud op deze wereld. Een nieuwe ijstijd, waarover ik een angstaanjagend gedicht las, geheel in de geest van Zefanja en van Johannes de Doper, want die was uit hetzelfde hout gesneden.
Niemand heeft mij laten roepen.
Niemand geeft mij spreektijd.
Maar ik zal niet zwijgen.
Luister of luister niet
Het zal niets uitmaken.
Scheep mij af met de belofte
dat u morgen tijd voor mij zult vrijmaken.
Het zal te laat zijn.
Wee u analisten, doof voor pijn.
Wee u optimalisten, gevoelloos voor de onderkant,
Wee u trendwatchers, blind voor armoede.
Wee u, die annexeert bij het leven.
Wee u, die wegen van winst gaat.
Wee u voor wie beursbericht of weerbericht het laatste nieuws is.
Wee u, die leeft bij de ijskonijnen af.
Lach maar, grinnik rustig door.
Merkt u niet wat weerprofeten niet voorspellen?
De Vorst blaast over u heen
met zijn koudste adem, zijn hardste oordeel.
De Bron van alle Warmte is
verdwenen in zijn hoogste sfeer
Uitgekeken volk, dat ontevredenheid verwart met verlangen.
Blindgestaard volk, je bent niet arm meer.
Sufgepraat volk, je woorden zeggen niets meer.
Uitgekauwd volk, met je drankjes en je hapjes.
Uitgewoond volk, je bent geen volk meer.
Wat rest zijn de fratsen van vadsige patsers.
Je zult voelen wat alle geloosde kanslozen,
Hopelozen, naamlozen gevoeld hebben.
De stilte van de winter zal intreden
En liefelijk is het niet.
Ijzel vloert wie vooruit wil
Geen stap wordt meer gezet.
De sneeuw zal zich geen naam herinneren.
Onomkeerbaar de kou.
Alles absoluut nulpunt.
Profeten zullen klappertandend spreken
Over niet verstreken houdbaarheidsdata.
Ze zullen profeteren over sprankjes hoop
over vonkjes god
over het Noorderlicht
over kinderen die opstaan uit het ijs.
U zult ze willen geloven
maar het zal vorst zijn zonder dooi.
Zo ongeveer sprak Zefanja, in die trant oreerde Johannes de Doper, woorden van de Eeuwige, spiegel van de tijd, diepteanalyse van onze generatie.
Weest blij, dat krachtige tegengeluid moet wel toegediend gezegd en gehoord worden, want anders zou de wereld daadwerkelijk vergaan en ophouden te bestaan.
Weest blij, want de Eeuwige heeft gedachten van vrede en toekomst voor u bedacht: Want de HEER zelf gaat garant staan voor de redding van de wereld. Het is waar, dat de mensheid wel helemaal crazy geworden lijkt en dat je zou hopen, dat er een keer een einde aan komt. Maar luister goed: laat de botte bijl aub in de kast staan; ga niet zoals collega Jona onder een boompje zitten wachten tot de wereld vergaat; geef je ook niet over aan moedeloosheid en wanhoop, want…en nu zeg ik het nog één keer: WANT de HEER je God is in je midden! Wees niet bang!
De HEER in ons midden is waar we naar uitzien en waaruit wij leven. Zeg niet, als er een God is dan zouden al deze dingen niet gebeuren. Maar zeg: Hij is in ons midden en bij ons, wat er ook gebeurt. En Hij die in ons midden is stelt zich niet op als een onkwetsbare en ongenaakbare God. Maar Hij die in ons midden is gaat er zelf onderdoor. Zijn begin is precies, zoals van ieder mensenkind: klein en weerloos, in een wiegje met wat stro. Hij die in ons midden is staat bloot aan dezelfde verleidingen als wij: hoe zal ik overleven en wat moet ik doen? Hij die in ons midden is gaat niet aan de zijlijn staan, als gevraagd wordt: waarom is de wereld zo corrupt en gehavend, “laten we a.u.b. opnieuw beginnen en ons bezinnen” – ja, kom maar hierheen, roept een vreemde apostel in de woestijn, en hij dompelt ieder, die komt, kopje onder en als opnieuw geboren staan ze op de oever van de nieuwe wereld en beginnen een ander leven. Hij die in ons midden is onttrekt zich daar niet aan, maar ook Hij gaat kopje onder!
Hij die in ons midden is, gaat met ons mee, de diepten door. Hij gaat niets uit de weg, waar ook wij langs moeten: langs de richels van het mens-zijn, langs de poorten van de hel, over de hoogten van geluk en welbevinden – Hij weet wat leven is. Hij is in ons midden, in het midden van de wereld, in het midden van de tijd, in het midden van alle leed en gemis, in het midden van alle tekort en pijn, in het midden van alle vreugde en blijdschap, in het midden van alles: zie, Hier is uw God!
Wees blij…
En wij vertrouwen op het woord van de profeet, die zei: Wees niet bang, de HEER zal in je midden zijn! Zo hoorden we dat in de vroege morgenstond van de tijd, maar op het middaguur, in de volheid van de tijd, hoorden wij: Midden onder u staat Hij, die gij niet kent, die jullie nog niet kennen of niet herkennen, maar Hij is het, die komen zou, de Langverwachte! En Hij zal zijn als de opgaande Zon, die warmte en licht verspreidt en in Hem zal de ganse aarde zich verblijden: vandaag en alle dagen van ons leven en dat van de wereld!