Logo dsCH 

smallbanner 2

Hier kunt u mijn weblog lezen
Hier publiceer ik mijn recente preken: reacties zijn altijd welkom! Zo kan deze weblog de functie van een voor- en nagesprek krijgen.
Als je wilt reageren op 'tekst en inhoud' van mijn weblog, klik dan op de titel van het betreffende artikel. Dan verschijnt een nieuwe pagina, waarop de optie "Reageer als eerste" staat vermeld.

line

maandag, 08 augustus 2016 12:58

Het 'ongeloof' van Arjen Lubach bij "Zomergasten"

Geschreven door 
Beoordeel dit item
(1 Stem)

Arjen Lubach, atheïst en/of agnost?

 

Arjen Lubach was te gast bij Zomergasten op zondag 7 augustus. Hij is bekend geworden als schrijver en cabaretier en heeft als TV-programma “Zondag met Lubach”, een satirisch-komisch-kritisch programma, waarin hij gebeurtenissen en nieuwtjes van de week doorneemt.

Interessant werd het toen gevraagd werd naar zijn opvoeding en geloof. Hij vertelde, dat hij in Lutjegast was opgegroeid in een (gewoon) gereformeerd gezin en naar een ‘school met de Bijbel’ was geweest. Thuis werd wel eens uit de Bijbel gelezen en ook ging hij ’s zondags met zijn ouders mee naar de kerk. Allerlei liedteksten kon hij nog zonder moeite reciteren.

Toen hij 12 jaar was overleed zijn moeder en sindsdien (hoewel niet alleen daardoor) begon hij meer en meer afstand te nemen van het geloof in God. Toen hem gevraagd werd hoe hij God dan ‘zag’ kwamen beelden als ‘alziend, almachtig, algoed’ e.d. naar voren, maar dat kon niet zo zijn. De werkelijkheid en de wetenschap weerspraken dat overduidelijk. Het is maar de vraag of er zoiets als een Opperwezen bestaat, aldus Arjen, niemand heeft het ooit kunnen bewijzen. Het is kinderachtig om van ongelovigen te vragen om te bewijzen dat Hij niet bestaat. De bewijslast ligt bij hen, zo stelde hij triomfantelijk vast en daar was nog nooit iets zinnigs van terechtgekomen.

Waarom zou ik in allerlei zelfverzonnen sprookjes moeten geloven, terwijl ons gezonde verstand en de wetenschap voldoende helderheid bieden in hoe de wereld ontstaan is en in elkaar zit? Je kunt wel zeggen, dat er een theepot in het heelal rondvliegt, maar nog nooit is die door iemand waargenomen. Waarom zou ik zoiets geloven? Waarom zou ik dan in God geloven?, aldus Arjen Lubach. Zijn uitgekozen filmfragmenten over Uri Geller en Chopra moesten zijn standpunt nog eens hard maken: er is veel kwakzalverij, bedrog en quasi-wetenschap en daar moeten we ons niet door laten inpakken. Geloven in God is net zoiets als geloven dat je met mentale energie lepels en vorken kunt ombuigen. Allebei flauwekul!

De spirituele guru Chopra probeerde met behulp van de quantum-fysica het bestaan van God aan te tonen of aannemelijk te maken, maar zijn kennis betr. die wetenschapstak was dermate gebrekkig, dat enkele fysici hem de les lazen. Maar wat denk je als gelovige met behulp van dat gebied van kennis te bereiken? zo vroeg ik mij af.

Geloven en weten zijn twee verschillende ‘werelden’, zo wilde Arjen Lubach ook vooral onderstrepen. Weten en wetenschap gaan over harde feiten en bewezen inzichten, terwijl geloven zich bezighoudt met aannames, veronderstellingen, onzekerheden, vage verzinsels. Ook het terrein van de homeopathie behoort tot die categorie, zo liet Arjen weten. En zo werd de wereld heel netjes ingedeeld in vakjes en kwam de werkelijkheid er heel overzichtelijk uit te zien.

Maar Arjen leek mij toch een beetje teveel op iemand, die zijn kruit aan het verschieten is met een geweer, dat geen vizier heeft. Hij doet de bijbelverhalen af als zelfverzonnen sprookjes, zonder zich af te vragen, waarom die ‘sprookjes’ ontstaan zijn en verteld werden (worden) en welke betekenis die ‘sprookjes’ zouden kunnen hebben. Zijn kritiek is even onzinnig als van iemand, die zegt nooit meer een Donald Duck te willen lezen, omdat hij nog nooit eendjes heeft zien of heeft horen praten. Onzin! Weg ermee!!

Ook zijn ‘beeld’ van God is ‘naïef en mythisch’ en heeft als basis, dat we te doen hebben met een ‘bovennatuurlijke grootheid’, die zich echter niet vertoont en waarvan we het bestaan alleen maar kunnen aannemen. Geloven is in de opvatting van Arjen Lubach het voor waar aannemen van onbewijsbare en voor een deel onzinnige dingen.

Al eeuwen lang hebben veel nadenkende gelovigen en theologen erkend, dat we over God niet kunnen spreken als een ‘zijnde’, maar dat Hij de grond van alle zijn is en deze omvat. Paul Tillich vatte dat samen door te zeggen: “God is not a Being, but Being Itself”.

Geloven in God betekent niet zozeer, dat je aanneemt, dat er wel ergens een Hoger Wezen bestaat, helaas onzichtbaar en meestal onmerkbaar. Dat is ‘geloven’ reduceren tot ‘believing’ en Arjen’s kritiek daarop snijdt in zekere zin wel hout. Maar daar gaat het bij ‘geloven’ eigenlijk helemaal niet om. Geloven is niet zozeer aannemen, dat er wel iets is (maar ik weet het niet zeker en ik weet ook niet wat), maar is eerder te omschrijven als ‘gegrepen zijn door de overmacht van het Zijn’. Bij gebrek aan adekwate namen of bewoordingen kies ik daarvoor het woord ‘God’, een woord dat uit de lange religieuze traditie komt en waarin ik a.h.w. geboren en ‘gedoopt’ ben. Dat ‘overweldigd zijn’, dat ‘gegrepen zijn door wat mij ten diepste aangaat’ dat noemen we in de christelijke traditie geloof (faith).

Ook Albert Einstein had zo zijn bedenkingen tegen de mogelijkheid, dat er een persoonlijke God zou bestaan. In zijn optiek was dat een wetenschappelijke onmogelijkheid (net zo’n pretentieuze uitspraak als die van Chopra, maar dan vanuit de andere kant).

Ik citeer nu even wat Paul Tillich hem daarop antwoordde:

 

"The symbol of the Personal God is indispensable for living religion. It is a symbol, not an object, and it never should be interpreted as an object. And it is one symbol besides others indicating that our personal center is grasped by the manifestation of the inaccessible ground and abyss of being".

 

Arjen ontkent dus iets wat in wezen geen onderdeel van het christelijk geloof uitmaakt. Ieder weldenkend christen zou met hem moeten instemmen, dat het in het christelijk geloof niet over 'zo'n God' gaat. Maar als wij het woord ‘God’ in de mond nemen dan willen wij daarmee verwijzen naar het Geheim van ons leven en van de wereld en spreken we ook de hoop uit, dat deze werkelijkheid niet zinloos en betekenisloos is, maar voortgaat in de richting van het Koninkrijk. Op hoop tegen hoop! (naar Hoping against Hope van John D. Caputo). ‘God’ staat altijd in de vocatief (het is een ‘aanroep’!) en nooit in de ‘accusatief’, waarover je kunt redeneren zodat je God kunt ‘object-iveren’. Nee, Hij is het die mij in de accusatief zet en mij bevraagt: “Mens, waar ben je?” en “Mens, waar is je broeder/zuster?”

Dat zijn de vragen, die ertoe doen als het om geloven (faith) gaat en jouw manier van leven, jouw omgaan met mensen en de wereld, laten zien, in hoeverre jij die vragen hebt gehoord en serieus neemt.

Een gesprek met Arjen over wat ‘geloven in de kern van de zaak’ betekent zou een heel andere inhoud opleveren, denk ik. We zouden ons niet meer op het terrein van de fysica, metafysica en kennisleer bevinden, maar ons gaan begeven op het gebied van de levenskunst, ethiek en politiek, muziek en poëzie, waarbij hij en ik geen objectieve waarnemers en buitenstaanders meer zijn, maar existentieel betrokkenen, geen outsiders, maar insiders.

Als ik Arjen zo bevlogen heb horen redeneren over God, kerk en geloof dan denk ik, dat er ook in de kerken nog een hoop werk aan de winkel is. Hoe is het met de bespreking van de Bijbel in de zondagse erediensten en/of op de catechese gesteld? Ik vrees dat er te oppervlakkig of te onoplettend voorbijgegaan wordt (en is) aan de bedenkingen en kritische vragen van mensen als Arjen Lubach. Een meer doordachte respons en een doordringen tot de kern van waar het bij ‘geloven’ om gaat zouden veel frustratie kunnen voorkomen en tot wellicht minder zogenaamde ‘afvalligheid en ongeloof’ leiden.

Mensen als Arjen Lubach reken ik tot de niet-kerkelijke gelovige schare, die niemand tellen kan en hun kritiek zou moeten leiden tot een kritische reflectie over veel kerkelijk gedachtengoed, dat blijkbaar aanleiding geeft tot dit soort misvattingen.

Een gesprek over waar het werkelijk over gaat zou de zogenaamde kloof tussen gelovigen en niet-meer-gelovigen kunnen overbruggen en ook zouden veel miverstanden aan beide kanten opgehelderd kunnen worden. Helaas kruipt iedereen graag bij club- en soortgenoten op schoot en zo komt men doorgaans niet veel verder dan ronddraaien om en in zijn/haar eigen gelijk.

Een leerzaam programma, “Zomergasten”!

 

 

Lees 3980 keer Laatst aangepast op zaterdag, 13 augustus 2016 12:58