Print deze pagina
zondag, 22 juni 2025 17:05

Je zult maar Legio heten

Geschreven door 
Beoordeel dit item
(0 stemmen)

Preek gehouden op de 1e zondag na Trinitatis 22 juni 2025 in de Protestantse Dorpskerk te Voorst n.a.v. Deuteronomium 30: 15-20 en Lukas 8: 26-39

 

Je zult maar ‘Legio’ heten

 

Het vreemde, ja enigszins bizarre verhaal, dat het leesrooster ons vanmorgen aanreikt, roept allereerst de vraag op: waarom lezen wij dit verhaal juist nu, op de tweede zondag na Pinksteren, de eerste na Trinitatis? Het is een verhaal over Jezus, toen hij nog volop rondstapte in Galilea en het bericht dat er aan voorafgaat gaat over de storm op zee, die veel angst bij de leerlingen teweeg bracht en hen deed uitroepen: bekommert het U niet dat wij vergaan?

Toevallig was ik vorige week zondag in de kerk van Kruiningen, waar mijn vriend en collega afscheid nam en ik zat pal tegenover een gebrandschilderd raam, dat daar was aangebracht na de watersnoodramp van 1953 met een afbeelding van dat verhaal.

Het betreft dus episoden uit het leven van Jezus, toen Hij nog met zijn leerlingen rondtrok, maar inmiddels zijn we al verder in het kerkelijk jaar, na Pinksteren, waarom dan nu weer terug naar die verhalen? Maar is er wel sprake van een terug en vooruit, van een vóór en na? zo vraag ik me nu af.

Ik denk, dat de leesroostermakers bedacht hebben: dit verhaal gaat verder dan een bijzonder voorval uit het leven van Jezus. Er is hier sprake van een bevrijdingsverhaal, een voorbeeld van, een opmaat tot het werk van de Geest, zoals dat zich in de wereld zal doorzetten. Ik kom daar straks op terug.

Nu letten we eerst op enkele bijzonderheden van wat het evangelie ons te zeggen heeft.

Zij varen naar de overkant, ja zij varen stroomafwaarts of tegen de stroom in naar de overzijde van Galilea, ja naar het tegenovergestelde daarvan, zeg maar: richting het dodenrijk, de Hades. De man die Jezus tegemoet komt staat model voor die wereld vol van demonie en agressie. De man is zichzelf niet, hij wordt bezeten door machten en krachten, die hem de baas zijn geworden en die hem wegdrijven van de menselijke samenleving. Hij komt in een isolement, hij heeft lak aan alle conventies en hij wordt door niemand geaccepteerd. Daarom zoekt hij zijn toevlucht tot de graven, waar hij voortdurend geketend en geboeid zich ophoudt. Hoe luguber en angstaanjagend is dat!

Letterlijk staat er dat hij zich ophield bij de monumenten, bij de gedenktekenen. Natuurlijk vinden wij die inderdaad vooral op kerkhoven, maar we kunnen dat ook nog wel wat breder zien. Deze man is buiten de voortgang van de tijd geplaatst: hij houdt zich op bij en in het verleden. Hij is weggeduwd uit de huidige maatschappij en voor hem is er geen toekomst. Alleen verleden tijd. Het verleden bepaalt zijn leven, een trauma uit zijn jeugd misschien, een ervaring in of met het Romeinse legioen. Iets waar hij niet van kan loskomen, wat hem ketent en vastzet. Hoe eenzaam en kansloos ben je dan! Hoe deerniswekkend ook om deze onaangepaste man zo te zien. Hij komt Jezus tegemoet en Jezus gaat hem tegemoet: zij treffen elkaar. De man voelt blijkbaar aan, dat Jezus iets met hem wil, maar hij is afwerend en verontwaardigd en woedend schreeuwt hij hem toe, dat hij niets met hem te maken wil hebben! Er is niets gemeenschappelijks tussen ons – maar wie zegt dat eigenlijk? Is dat de gedachte van de man zelf of van de demonen in hem?

In ons rationele en materialistische wereldbeeld hebben we het spreken over demonen afgeleerd. Dat wordt doorgaans beschouwd als behorend bij een achterhaald wereld- en mensbeeld. Dat zal zo zijn, maar demonie is toch wel een werkelijkheid die in de wereld merkbaar aanwezig is. Je hoeft het journaal maar aan te zetten om allerlei vormen van demonie in de wereld aan te treffen. We kunnen ook proberen de situatie van deze man te psychologiseren en hem zien als een man met een meervoudige persoonlijkheidssyndroom. Hoe je het ook noemt en beschrijft: de situatie is deze, dat deze mens zichzelf niet is, in de macht is van krachten, die hem de baas zijn geworden. Iemand kan in een psychose raken of zo verslaafd zijn aan iets, dat hij er met duizend boeien aan vast zit.

Hoe treed je zo iemand tegemoet? Wel, Jezus vraagt hem naar zijn naam! Wie ben je? Wat is jouw identiteit? Het is een uitnodiging om ‘ik ben’ te zeggen. Maar dat kan hij niet, nog niet. Hij zegt alleen maar: ‘Legio’! Een veelheid, een legioen. Ik kan niet zeggen wie ik ben – er is een veelheid in mij, die overweldigend beslag op mij legt.

Legio verwijst natuurlijk naar een legioen, een benaming van een Romeinse legereenheid van wel 6000 man, bewapend en al. Zo’n overmacht aan geweld, discipline en macht heeft hem in bezit genomen: hun laarzen stampen a.h.w. door zijn hoofd en hun zwaarden gaan door zijn ziel.

Het legioen heeft intussen in de gaten, dat het te maken heeft met een tegenmacht die sterker is dan een legioen. Het geeft zich gewonnen, zij zoeken een ander heenkomen en zij vragen Jezus of ze in de varkens mogen gaan. En als dat toegestaan wordt stort de hele kudde de afgrond in en verdrinkt.

Natuurlijk komt hier ook het onderscheid tussen rein en onrein om de hoek kijken: onreine demonen moeten zich niet ophouden in mensen, zo is de gedachte, maar desnoods in onreine dieren, en in die traditie behoren varkens daar toe. Het is tenslotte – met alle bedenkingen die wij er bij hebben - een hoopvol perspectief op de totale afgang van de demonie!

De varkenshoeders (-herders) zijn verbluft, gaan naar de stad en vertellen wat er gebeurd is. Het is opmerkelijk, dat Lukas dit beschrijft op dezelfde manier, als wat hij schrijft over de herders in de Kerstnacht.

Intussen is de man weer helemaal bij zinnen en uiteindelijk zit hij gekleed en wel aan Jezus’ voeten. Je kan hier zeggen: hij gedraagt zich als een leerling van Jezus! Hij wordt nu ook voor het eerst een mens genoemd. Hij zou Jezus zelfs wel willen volgen, maar Jezus zegt dat hij naar zijn huis moet gaan en daar in zijn stad of dorp moet vertellen wat God aan hem gedaan heeft. En hij verkondigt daar inderdaad wat Jezus hem gedaan heeft. Een subtiel onderscheid – dat eigenlijk geen onderscheid is - dat Lukas hier met een knipoog aanbrengt.

Waarom is dit een geschikt verhaal voor na Pinksteren? Omdat wat wij gelezen hebben a.h.w. een samenvatting is van wat er na Pinksteren gaat gebeuren: immers vanaf dat moment gaat het evangelie van bevrijding de wereld in. Het boek Handelingen is er één groots verslag van. De apostel Paulus doet niet anders dan mensen bevrijden uit de sferen en werelden van onvrijheid en verslaving aan goden, machten en versleten tradities.

En dat is zo doorgegaan: zendelingen en missionarissen zijn de wereld in getrokken en hebben overal mensen bevrijd van slaafse machten en knechtende ketenen. Ik weet wel, het is geen brandschoon verhaal en er zijn vele fouten, vergissingen en misdaden begaan, maar in hoofdlijn is dat het wat de Geest sinds Pinksteren beoogde: dit, namelijk dat de wereld bevrijd zou worden van de machten van het kwaad en zich zou bewegen in de richting van het Koninkrijk Gods. Dat we los zouden komen van alles wat ons kleineert, knecht en onderdrukt. Zo zouden we de geschiedenis van de kerk kunnen samenvatten – nogmaals het is geen doorlopend succesverhaal, - de kerk heeft het zelf ook maar al te vaak op een akkoordje gegooid met de machthebbers van deze eeuw – maar dat neemt niet weg, dat er in die wirwar van strevingen en gebeurtenissen toch een rode draad zichtbaar wordt: evangelieverkondiging als een roep om en een oproep tot bevrijding en een katalysator tot emancipatie!

Ook in onze samenleving zijn er miljoenen mensen, die geboeid zijn door machten, die groter zijn dan zijzelf: de macht van geld en reclame, van angsten en wantrouwen, van verslaving en gebonden zijn aan tradities en structuren. Waardoor mensen niet in volle vrijheid kunnen zijn of worden, wie zij zijn. Teveel afgeleid ook door legio dingen en verlokkingen. Legio doet mij ook denken aan alles wat te groot is, megalomaan is en de menselijke maat te boven gaat, zoals bijv. – om maar wat te noemen - de miljarden die nodig zouden zijn om wapentuig te fabriceren, terwijl er zoveel andere dingen zijn, die de wereld nodig heeft om een betere plaats te worden.

Maar, alla, niet teveel politiek…wat ik tenslotte nog zou willen opmerken is, dat het uiteindelijk voor ons allemaal draait om een besliste en kordate keuze vóór het leven, telkens weer! Daarvoor moet je telkens weer kiezen – in het groot en in het klein – het is een keuze tegen de demonie en de dood in al zijn verschrikkelijke vormen: kies dan het leven (Deut. 30)!

Wat is je naam? Nee, ik heet geen Legio meer, de veelheid en chaos van dingen heeft geen vat meer op mij sinds ik Jezus ontmoet heb, maar ik kan voortaan voluit zeggen: ik ben mens, ja, mens van God.

 

 

Lees 38 keer
Ds. Cees Huisman

Nieuwste van Ds. Cees Huisman

Gerelateerde items (op tag)