Logo dsCH 

Reformatieherdenkingen 1617-1917

REFORMATIEHERDENKINGEN 1617-1917

Herdenkingen van historische gebeurtenissen hebben hun eigen geschiedenis. En het is interessant om te zien hoe herdenkingen veranderen en reageren op de behoeften en omstandigheden van de tijd, waarin zij gehouden worden.
Herdenkingen van belangrijke momenten in de geschiedenis kunnen plaatsvinden door er een fysiek monument voor op te richten. Zo zijn er ook van Luther talloze monumenten opgericht – monumenten geven eigenlijk de herdenking een permanente vorm. Zo vind je bijv. ook in bijna ieder frans dorp een monument om gesneuvelde soldaten – helden van de natie genoemd – te gedenken. Maar er zijn ook andere mogelijkheden, bijv. dat men op een bepaalde datum een feest of een herdenkingsmoment viert, zoals wij in onze tijd bijv. kennen van de 4 mei herdenking en de 5 mei-viering. Jaarlijks terugkerende momenten.
Van sommige historische momenten of ingrijpende keerpunten is bekend, dat ze minstens ook iedere 100 jaar werden herdacht en de Reformatie is daar een goed voorbeeld van. Zo maken wij vandaag een begin met de viering van het feit, dat het volgend jaar op 31 oktober precies 500 jaar geleden is, dat Luther zijn 95 stellingen aanprikte op de deuren van de slotkapel in Wittenberg. Achteraf is dat moment als begin van de Reformatie gekozen en ik wil als in vogelvlucht laten zien, hoe in iedere ‘Jahrhundert’ het eeuwfeest werd gevierd.
Ik vertel eerst iets over de vieringen in 1617 en 1717 en daarna in twee korte verkenningen iets over de viering in 1817 en die in 1917.
Ik beperk me daarbij vooral tot de Luther-herdenkingen in Nederland: in de eerste twee jaren 1617 en 1717 hebben we dan te maken met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waarin de gereformeerde kerk (of de calvinistische kerk van de Reformatie) toonaangevend was en waarbij andere religieuze stromingen, waaronder het lutheranisme, een tweede rangspositie hadden.
In 1617 zitten we in de periode van het Twaalfjarig bestand tijdens de 80-jarige oorlog en de Nederlandse calvinisten buigen en breken  hun hoofd over de verkiezingsleer en het land en de politiek zijn verdeeld tussen de partij van de remonstranten en contra-remonstranten, de slijkgeuzen en de bavianen, zoals de groepen wel genoemd werden. Er komt uiteindelijk een beslissing en rust in de tent, als de Dordtse Synode in 1618 en 1619 bijeenkomt. Het is dan precies 100 jaar geleden dat Luther zich roerde en de lutheranen in Nederland vinden het de moeite waard om dit eerste eeuwfeest te herdenken, op verzoek van de lutheranen in Duitsland. Zij doen dat alleen en uitsluitend in eigen kleine kring door stil te staan bij hun geloofsheld Maarten Luther. De herdenking van 1617 is een intern luthers gebeuren, in eigen kleine kring gevierd.
In 1717 wordt voor de 2e keer het eeuwfeest gevierd en de herdenking wordt  dan geplaatst in een internationaal, europees perspectief. De Spaanse Successieoorlog is net achter de rug en de vrede van Utrecht getekend, waardoor er een soort evenwicht of ‘balance of power’ ontstaat tussen de verschillende mogendheden in Europa, die deels rooms-katholiek, deels protestants zijn, zodat er ook sprake is van een ‘balance of confessions’. In die internationale sfeer van macht en zeggingskracht vindt men het van belang de waarde en de betekenis van het lutheranisme te onderstrepen, ook als machtsfactor in de internationale politiek.
De Amsterdamse lutherse predikant Jacobus Velten hield in 1717 een herdenkingspreek getiteld “Het heuchelyk nieuws, wegens het groote werk der Reformatie, begonnen in den jaare 1517” die hij zo begon: “De dag van heden is bij uitstek gedenkwaardig, want de kerkelijke geschiedenissen berichten ons, dat op deze dag voor 200 jaren een hervorming in de leer een aanvang nam, dat de kerk het jok van afgoderij en slavernij gink afschudden en dat ene Martinus Lutherus uit het blinde pausdom hervoor trad, welke eerst den aflaat of vergeving van zonden om geld begon te wederspreken en daarna door Gods schikking zo diep in ’t werk wierd ingewikkeld, dat hij alle dolingen in het pausdom d’een na de ander ontdekte en vertrad, totdat eindelijk uit die kleine vonk dat grote licht der heilzame waarheid  hervoor kwam, hetgeen nu zoveel volken bestraalt”.
Tot zover even een korte schets van de Reformatieherdenkingen in 1617 en 1717.

In 1817, wanneer het 3e eeuwfeest gevierd wordt, zitten we in een heel andere tijd. Het Verlichtingsdenken heeft zich breed ontvouwd, de Franse Revolutie heeft Europa veranderd en de oorlogen van Napoleon hebben Europa een ander aanzien gegeven. Aan Nederland zijn deze ontwikkelingen ook niet voorbijgegaan en zo is het Koninkrijk der Nederlanden de nieuwe eeuw ingestapt met hoge verwachtingen en met ideeën van vooruitgang en ontwikkeling.
In dit optimistische klimaat met ook tendenzen van verlangen naar restauratie van het oude en vertrouwde kan een herdenking van de Reformatie wonderen verrichten. Luther wordt niet zozeer neergezet als een geloofshervormer, maar als een verlichte denker, die niet alleen de kerk, maar de hele mensheid geloofsvrijheid, mondigheid en een bevrijding uit beknellend bijgeloof had gebracht.  De theoloog Friedrich Schleiermacher prijst in 1817 de "vrijheid van onderwijzen en leren" die de Reformatie bracht. Hij vraagt zich af of de Wittenbergse stellingen van 1517 eigenlijk wel zo''n goede aanleiding voor een feestelijke herdenking vormen: heeft Luthers verbranding van de pauselijke bul niet meer symbolische waarde?
De generale synode (van de kersverse nieuwe Hervormde Kerk) van 1816 roept op tot een herdenking die kan bijdragen aan orde en harmonie en tot aankweking van liefde voor de koning en het vaderland.
2 november werd aangewezen als de Reformatiezondag en predikanten werd verzocht te preken over de kerkhervorming en dat diende feestelijk en plechtig te geschieden tot eer van God en voorzover de plaatselijke omstandigheden het toelieten. De synode drong aan op eenheid onder de protestanten en ook remonstranten, doopsgezinden en lutheranen werden uitgenodigd om aan de festiviteiten deel te nemen. De Waalse predikant Pierre (Petrus) Chevallier (1760-1825) hield deze rede: ‘Leerrede over Psalm II: vs. 11b,’ in Leerredenen ter viering van het derde eeuwfeest der Hervorming, gehouden te Amsterdam, op den 2 november 1817 (Amsterdam, 1817).
De interieurs van de kerken werden versierd met bloemen, guirlandes en portretten van de reformatoren en de kinderen kregen boekjes met reformatie-liederen en de armen kregen een extra gift.
Eenheid werd een centraal thema: het gedachtengoed van de Reformatie kon niet opgesloten worden in één kerkelijke denominatie: allen deelden erin.
Hoewel de rooms-katholieken niet meededen met de herdenking noemden sommige voorgangers hen als medebroeders en – zusters en straalden enkelen zo een oecumenische geest uit (o.a. Jan Scharp (1759-1825).
Onder invloed van de Verlichting kozen veel voorgangers ervoor om de Reformatie te zien als het begin van een emancipatiebeweging, een begin van bevrijding vanuit de donkerte van gebrek aan inzicht en kennis die m.n. zo heilzaam zijnvoor de middenklasse, die zich meer en meer emancipeert. De festiviteiten worden gevierd samen met andere protestanten in andere landen en zo ontstaat een soort internationaal gevoel van verbondenheid.
Na 300 jaar is de Reformatieherdenking uitgegroeid tot een internationaal en oecumenisch gebeuren.

In 1917, bij het 4e eeuwfeest, liggen de kaarten er heel anders bij. Bij de viering van het 4e eeuwfeest in 1917 werd meer nadruk gelegd op de schaduwen dan op de zonnegloed: er was al drie jaar lang hevig oorlog gevoerd en de eenheid tussen de protestantse naties was ver te zoeken. De herdenking was eerder een oproep tot gebed en boetedoening.
Het Ned. Bijbelgenootschap en enkele zendingsgenootschappen organiseerden manifestaties om de principes van de Reformatie ook in andere delen van de wereld ingang te doen vinden, terwijl de liberale protestanten weer apart bijeenkwamen om m.n. hun held Erasmus in het zonnetje te zetten. De verdeeldheid, polarisatie en verzuiling staan in schril contrast tot het klimaat waarin de Reformatie een eeuw eerder was gevierd. Het is nu niet de synode die oproept tot een nationale herdenking, maar diverse genootschappen organiseren hun eigen ‘feestje’.
Het nationale congres in Den Haag werd wel bijgewoond door koningin Wilhelmina en haar moeder Emma en na afloop werd een soort pelgrimage ondernomen naar het graf van Willem van Oranje in Delft, zodat op die manier wel zichtbaar werd gemaakt, dat God, Nederland en Oranje nog steeds een drievoudig verbond vormden, maar het was toch geen bindmiddel voor de hele natie meer.
Wat wel in staat bleek de grenzen tussen de diverse groeperingen te doorbreken was het kinderboekje (23 blz.), dat geschreven was ter ere van 400 jaar Reformatie door W.G. van de Hulst. Bedoeld voor de kinderen van de zondagsscholen en uitgegeven door het NBG. Het was een levensbeschrijving van Luther, die geleerd had niet te luisteren naar wat men dacht en vond, maar die wilde luisteren naar God, die tot hem sprak vanuit zijn Woord.
Het boekje begint zo: “Dit is een heel oud verhaal. Het vertelt van een eerlijk man, die de hemel zocht, maar hem niet vinden kon, omdat…hij de weg ging, die de mensen hem wezen. Toen was zijn leven droevig en zijn hart bang. Maar – het oude verhaal vertelt ook, dat die man zijn dwaalweg verliet en het goede pad vond, toen God zelf hem dat wees. …wij, die ook de hemel zoeken, zijn hem heel dankbaar nog. Hij heeft ons geleerd niet te luisteren naar wat de mensen bedenken, maar te luisteren naar Gods eigen stem, die spreekt uit Gods eigen boek: de Bijbel. Wie die man was? Luister!”
Het anti-katholieke element verdween ook steeds meer naar de achtergrond, omdat protestanten en rooms-katholieken coalities hadden gevormd o.a. om de totstandkoming van het bijzonder onderwijs voor elkaar te krijgen, hetgeen ook inderdaad in 1917 was gelukt. Ook vond men elkaar als bondgenoten in de strijd tegen opkomend ongeloof, socialisme en anarchisme. Interessant en curieus is het, dat Domela Nieuwenhuis als voorman van de SDAP een eigen Lutherherdenking in Amsterdam organiseerde voor ‘zijn’ socialisten, waarbij hij Luther prees vanwege zijn afkeer van het kerkelijk gezag, wat hij vertaalde naar zijn wens om afstand te nemen van alle vormen van staatsgezag.
Ieder zijn eigen Luther en ieder zijn eigen herdenking, daar begon het steeds meer op te lijken. Abraham Kuyper gebruikte Luther als een voorbeeld om zijn afscheiding van de hervormde kerk mee te rechtvaardigen, zodat een hervormd-gereformeerde herdenking van de Reformatie was uitgesloten. De gereformeerden waren in die tijd sowieso terughoudender in het herdenken van het Lutherjaar, zo bleek mij ook bij onderzoek naar de herdenkingen in Meppel e.o. In 1917 werden die uitsluitend door de hervormde voorgangers georganiseerd.
Op zaterdag 3 november 1917 in de Meppeler Courant:

Het vierde eeuwfeest der Hervorming is ook hier onder grote belangstelling in overvolle kerkgebouwen gevierd, dank zij de samenwerking van verschillende gemeenten. De gehouden toespraken, waarin de daad van Maarten Luther, werd herdacht en waarin gewezen werd op de machtige gevolgen daarvan, werden afgewisseld door solo- en koorgezang. Ook uit omliggende gemeenten ontvingen wij over de viering berichten.
We kunnen ze niet alle opnemen. Te Ijhorst-de Wijk was het kerkgebouw fraai versierd. De leerlingen der scholen van De Wijk en de Stapel, benevens die van beide Zongdagsscholen werden onthaald. Ds. Swart hield een eenvoudige en hartelijke toespraak, terwijl mej. Swart, de zuster van den predikant, leerlinge der Kon. Muziekschool te Den Haag, met haar mooie stem eenige liederen zong. Des avonds 6 uur had voor de gemeente de eigenlijke Herdenking der Kerkhervorming plaats. Ook nu weer zong mej. Swart, terwijl de gem. Zangvereeniging Crescendo zich mede liet hooren.

NIJEVEEN. De herdenking der Kerkhervorming is hier goed geslaagd. Nadat des morgens in de Herv. Kerk van Nijeveen, onder leiding van Dr. Van den Berg en in de Herv. Kerk van Kolderveen, onder leiding van Ds. Ten Kate een gedachtenisgodsdienstoefening had plaats gehad, was er des avonds een samenkomst in de Geref. Kerk waarin voorgingen de predikanten Van Halsema, Van den Berg en Ten Kate.
Ds. Van Halsema wees in een kort openingswoord op het licht in de Hervorming door God gegeven; daarna hield Dr. V.d. Berg een rede over de geschiedenis en de betekenis der Hervorming, waarna Ds. Ten Kate in zijn slotwoord er op aandrong het pand in de Hervorming ons toevertrouwd, trouw te bewaren.
Een koor, dat ’s morgens den dienst in de Kolderveensche kerk had opgeluisterd, verleende ook ’s avonds zijn medewerking, geleid door den heer Van der Koot. De kerk was overvol.
De kinderen der scholen zijn getracteerd en zullen een herinnering van dezen gedenkdag ontvangen.

Op muzikaal gebied werd er ook van alles uitgevoerd en gecomponeerd en één van de bekendste werken is geworden de orgelfantasie over het Lutherlied “Een vaste burcht is onze God” van de hersteld evang. Lutherse organist Jan Zwart, die dit werk n.a.v. het vierde eeuwfeest componeerde. Mannes zal dat nu voor ons spelen!