Overdenking op de Dankstond voor gewas en arbeid (1 november 2017) n.a.v. Deuteronomium 24: 14-15 en Mattheüs 20: 1-16 in de Oude Kerk te Meppel
Loon naar werken?
Op de dankstond staan we stil bij wat wij hebben, bij wat we hebben ontvangen. En we realiseren ons, dat het ons geschonken is, ook al hebben we er hard voor gewerkt en kan ons loon ook als verdienste aangemerkt worden.
Maar de dankstond wil onze blik vooral richting het ontvangen sturen, ons eraan herinneren, dat ons hele leven een geschenk is en dat maakt ons mild en vrijgevig, hartelijk en dankbaar tegelijk.
De twee lezingen van vanavond gaan eigenlijk allebei over het ontvangen van loon. Bij de eerste lezing gaat het erover, dat men geen loon ontvangt of veel te laat. En bij de tweede lezing over het teveel ontvangen van loon, althans dat vindt een bepaalde groep. Zij vinden dat zij meer hadden moeten ontvangen dan de anderen. Het gelijkheidsbeginsel stond hun niet aan…
In het oude Israël was al het besef aanwezig, dat er in de arbeidsverhoudingen sprake was van rechten en plichten. De werknemer verplicht zich om arbeid te verrichten voor de werkgever en de werkgever verplicht zich om daarvoor loon uit te betalen. Maar de werkgevers waren machtiger en konden zich gemakkelijk aan hun verplichting onttrekken, zodat de arbeider aan het kortste eind trok. Vakbonden bestonden niet en opstanden waren levensgevaarlijk en hadden weinig kans van slagen, dus bleef er voor de arbeider weinig over dan hopen op clementie van zijn baas, dat hij op een goede dag wel zou overgaan tot uitbetaling van zijn loon. In vele delen van de wereld gelden nog steeds deze verhoudingen. Soms komen verhalen daarover naar buiten, zoals bijv. toen dat stadion in Quatar gebouwd werd: duizenden arbeiders uit andere landen waren daarheen gekomen om te werken, maar na maanden waren ze nog steeds niet uitbetaald en de werk- en leefomstandigheden waren erbarmelijk.
Bij wie vinden deze mensen steun en begrip? Is er iemand, die het voor hen opneemt? Wel, uit de oude geschriften van het Eerste Testament horen wij, dat God hun pleitbezorger wil zijn. In zijn aanwijzingen voor een leefbare samenleving gebiedt Hij om het loon van de dagloner niet achter houden en ieder te betalen wat hem of haar toekomt, ook de vreemdeling, de asielzoeker, die eenvoudige klusjes doet of die als hoger opgeleide professionele arbeid verricht: geen onderscheid maken: ieder heeft recht op zijn of haar loon. Houd het niet achter, houd het niet in, zegt de HEER!
Dat is het begin van sociale wetgeving en het is natuurlijk een schande, dat het in Europa zo lang geduurd heeft, voordat de kerken inzagen, dat hier werk aan de winkel was. Opkomende bewegingen als het socialisme en het communisme hebben die lacune opgevuld en opgepakt en pas later kwam ook de kerk schoorvoetend in beweging en leverde ook zij haar aandeel en bijdrage.
In de gelijkenis over het Koninkrijk Gods wordt ons verteld, dat het in onze werkelijkheid heel anders zou moeten toegaan dan doorgaans het geval is. Onze maatschappij is gebaseerd op ‘ieder het zijne’ en volgens de principes van de gelijke en evenredige verdeling. Je wordt per uur betaald en als je 10 uur werkt krijg je 10x zoveel als wanneer je 1 uur werkt. Simple like that…
In de gelijkenis, die Jezus vertelt, krijgt iedereen evenveel. Degenen, die lang gewerkt hebben en onder moeilijke omstandigheden, krijgen evenveel als degenen, die later kwamen aankakken en alleen maar hadden geholpen om de laatste rommel op te ruimen. Da’s toch niet eerlijk…?
Naar onze economische inzichten en naar onze maatstaven van gelijkberechtiging niet, maar in het Koninkrijk Gods geldt de maatstaf van de overvloed, van de gelijkheid en van het gratuite! Iedereen evenveel, want alle loon is genadeloon. Of je kunt zeggen: niet alleen de arbeid wordt betaald, ook het er-zijn, ook het werkloos staan op de markt, ook het buiten je schuld werkloos-zijn, het niet aangenomen worden, omdat je te oud bent of niet goed opgeleid of wat ook maar…ook dat wordt (allemaal) uitbetaald. Uiteindelijk heeft iedereen zijn dag gevuld, zijn dag gewerkt of gewacht op werk, ieder heeft moeten eten en was verantwoordelijk voor zijn of haar gezin…daarom kregen allen hetzelfde!
In de Bijbel zie je de contouren van een rechtvaardige samenleving voorzichtig uitgetekend, waarin een basisinkomen voor iedereen tot de mogelijkheden behoort, maar in de werkelijkheid van alledag, waar de harde wetten van de economie en de berekeningen van de instituties de doorslag geven, kan het nog maar moeilijk landen.
Maar in de kerk blijven we er over dromen, om bidden en over zingen en soms proberen wij er ook iets van uit te voeren, op kleine schaal of liturgisch in de viering van de Maaltijd, waarin er voor iedereen hetzelfde is en voor iedereen genoeg.