Logo dsCH 

smallbanner 2

Hier kunt u mijn weblog lezen
Hier publiceer ik mijn recente preken: reacties zijn altijd welkom! Zo kan deze weblog de functie van een voor- en nagesprek krijgen.
Als je wilt reageren op 'tekst en inhoud' van mijn weblog, klik dan op de titel van het betreffende artikel. Dan verschijnt een nieuwe pagina, waarop de optie "Reageer als eerste" staat vermeld.

line

zondag, 24 maart 2024 14:11

Stad van jubel, stad van feest

Geschreven door 
Beoordeel dit item
(0 stemmen)

Preek gehouden op Palmzondag 24 maart 2024 in de Evangelisch-Lutherse Gemeente te Zutphen n.a.v. Johannes 12: 12-36

 

Stad van jubel, stad van feest

 

Als we vanmorgen de evangelist Johannes tot ons horen spreken, allereerst over die wonderlijke en vreemde optocht naar en intocht in Jeruzalem – en dan het gesprek met enkele Grieken, waarin het gaat over Jezus’ lijden en sterven, een gesprek waarin zich ineens een donderslag bij heldere hemel mengt – en dan ook nog over zijn verheffing en over kinderen van het licht zijn – dan begint het mij – eerlijk gezegd – een beetje te duizelen. Wat is nu eigenlijk de hoofdlijn, want het lijkt wel, alsof Johannes van de hak op de tak springt en van alles en nog wat aan elkaar breit en met elkaar verbindt.

Zo staan wij 20 eeuwen later een beetje met ons handen in het haar en zouden graag willen, dat er wat verheldering kwam in deze toch tamelijk verwarrende teksten.

Het is mij onmogelijk om het weefsel van dit groots opgezette netwerk te ontrafelen, maar we kunnen wel proberen een paar in het oog springende thema’s met elkaar te bespreken en horen wat die voor ons vandaag kunnen betekenen, voor ons als mensen, die Jezus, hoe dan ook, proberen te volgen.

Allereerst moet voorop gesteld worden, dat Johannes een mysticus is – hij doordenkt het komen en gaan van Jezus tot op de kern van de zaak – hij doet dat niet op de wijze van een historicus, maar op die van een evangelist, die gegrepen is door het wonder van Pasen, waarin Hij Jezus ziet triomferen als de Christus en waarin Hij zich vertoont als de Heer der wereld, als Zoon van God, ja als God Zelf. Johannes is geïnteresseerd in de vraag, waar het allemaal toe leidde, ook die afgang van Jezus, die vernedering…zien we dat wel goed? zegt Johannes. En dan laat hij op paradoxale wijze zien, dat er in wezen sprake is van zijn opgang, van zijn verhoging, van zijn intronisatie. Dat maakt ook precies het verschil uit tussen de Mattheüs passie en de Johannes passie van Johann Sebastiaan Bach. In het Mattheüs-verhaal gaat het om de afgang ten dode, dat Jezus wordt overgeleverd en zich gewonnen moet geven en ten dode is opgeschreven…en de droefheid daarover, het geween en geklaag. “Wir setzen uns mit Tränen nieder”: Jezus lijdt als mens van vlees en bloed.

Bij Johannes is dat heel anders: daar komt Jezus naar voren als een koninklijk figuur, die a.h.w. de regie zelf in handen heeft. Hij wordt verhoogd aan het kruis, ja, hoort u het? Dat is wat Johannes wil zeggen…de Johannes Passion begint dan ook na een uitbundig instrumentale intro met een uitvoerig koorgedeelte, waar Jezus wordt bezongen als “Herr, unser Herrscher, dessen Ruhm in allen Landen herrlich ist”.

Zo is de intocht in Jeruzalem daar ook een voorspel op, ja een verbeelding van zijn koningschap. Ja, voor het oog lijkt het onbeduidend, maar wie op de details let – en Johannes wijst ons er op – ziet dat bijv. het noemen van de palmtakken (alleen bij Johannes! – in het Grieks verwijst het bovendien naar de kleur rood!) verwijst naar de feestelijke inhuldiging van Simon Maccabeüs nadat hij de tempel van afgodendienst gezuiverd had. En er wordt gescandeerd: De Koning der Joden!

En waarom dan? Wel, daar geeft Johannes een belangrijk motief voor – en hij noemt dat twee keer: omdat men onder de indruk was van de opwekking van Lazarus uit de dood. Zo zinspeelt Johannes hier op twee motieven in één: Hij is de Koning der Joden, maar naar het schijnt vertoont zijn koningschap zich in zijn tegendeel: als hij als een berooid en uitgekleed mens aan het hout is genageld staat er boven zijn hoofd te lezen: Dit is de Koning der Joden.

Ja, zeker, zegt Johannes dan, maar kijk goed: zijn koningschap is niet aards en voorbijgaand, maar hemels en eeuwigdurend – en niet beperkt tot één land of één volk, maar universeel. Alle volken – en daar staan die Grieken weer model voor - , alle mensen, alle tijden staan onder het bewind van deze Koning – en zoals de arme en de zieke Lazarus niet vergeten wordt zo mag ieder mensenkind opstanding en leven verwachten – zijn koningschap zal geen einde kennen, d.w.z. niemand valt buiten zijn blikveld, niemand ontkomt aan zijn overmacht – hetzij wij leven, hetzij wij sterven, wij zijn van de Heer.

Nu komen we als vanzelf bij de graankorrel uit. Ja, dat is maar zo’n nietig en onbenullig dingetje, klein en fragiel. Je zou het als een beeld van de mens kunnen opvatten en Jezus ziet zichzelf inderdaad als een graankorrel – maar dan ook in zijn volle betekenis en waarde, als het Brood uit de Hemel tot voedsel voor ieder mensenkind. Zoals het manna neerdaalde in de woestijn, iedere dag weer, genoeg om van te leven, geschenk van Hogerhand, zo ook hier Jezus Messias!

Maar wat zegt de mysticus Johannes hier verder over: wel, die graankorrel kan pas vrucht gaan geven, kan zich pas vermeerderen als hij in de aarde valt en sterft. Zo is de gang van Jezus geweest, ten dode toe en zo bracht hij het leven aan het licht. Van de in de aarde gestorven graankorrel blijft niets over, maar er ontstaat wel iets nieuws. Nieuw leven, nieuwe toekomst.

Dat geldt ook voor onszelf. De apostel Paulus schrijft daar ook over in 1 Korinthe 15, het hoofdstuk over de opstanding, “dat wat in vergankelijke vorm wordt gezaaid wordt in onvergankelijke vorm opgewekt”.

Het zijn op het eerste gezicht misschien somber stemmende gedachten, maar in de geest van Johannes zeggen we vanmorgen tegen elkaar: nee, kijk nou eens goed: er komt iets moois en nieuws uit voort! Dat is de kern van de zaak! Dat is het geheim van Pasen!

Als mens, die ouder wordt en als kerk die op jaren komt kunnen we wel denken: het gaat niet goed, het loopt allemaal terug en af. Zo was er bijv. een groepje zusters, Kleine zusters van Jezus, noemden zij zich, die een soort woestijnleven nastreefden en zo vestigden zij zich in IJburg. Maar onlangs ging de laatste zuster daar weg en toen zei zij: Misschien moet je wel sterven om werkelijk vrucht te dragen. En geldt dat niet voor ieder mens en ook voor de kerk in haar geheel? Het oude is de verdwijning nabij…zie, Ik maak iets nieuws, ziet u het al?

“Jezus ging weg en verborg zich”. Dat zijn de veelbetekenende en ook zeer treffende woorden, waarmee het evangeliebericht vandaag afsluit…

Ik eindig nu met een gedicht, dat van Inge Lievaart is:

 

Stad van jubel, stad van feest / tempelstad, uw offers, uw gebeden

onvolkomen zijn ze, zoek uw vrede /toch in Hem die heel maakt en geneest.

 

Stad vol poorten naar rondom / waar uw zonen zingend binnenstromen

zie uw priester tot zijn roeping komen / zie het Lam dat naar het altaar komt.

 

Zij die vragen Hem te zien / weten zij tot Wie zij zijn genaderd?

al zijn heerlijkheid heeft Hij genadig / afgelegd. Hij is een knecht die dient.

 

Want indien het graan niet sterft / wordt het niet tot vrucht vermenigvuldigd.

wie zijn leven vasthoudt is het schuldig: / zie de mens, verdreven van Gods erf.

 

Stad, gegrond op heilgebod /zie uw vloek wordt uit u weggezonden,

zie de priester zelf draagt al uw zonden/ Hij verbloedt en maakt u vol van God.

 

Lees 362 keer