Duvel 6.66
Mijn oog viel deze week op een reclamezuil in Apeldoorn. Het Vlaamse Duvelbiertje werd aangeprezen met de toevoeging 6.66. Natuurlijk allereerst om het alcoholpercentage mee aan te duiden. Verre van 0.0. Het zal eerder tot de categorie Triple behoren, vermoed ik.
Op een terras heb ik wel eens een Duveltje besteld. ‘Ik zal in de kelder voor u kijken’, zei de ober veelbetekenend. ‘Wel in een flesje, hè, niet in een doosje’, merkte ik schertsend op, maar hij keek wat wazig en begreep blijkbaar mijn (flauwe) grap niet.
Maar nu even ter zake: ik constateer alom in onze samenleving een verregaande en verder gaande secularisatie. Van het Corpus Christianum d.w.z. de situatie waarin de cultuur en de samenleving doordrenkt waren van christelijke waarden en zichtbare uitingen van geloof en religie algemeen geaccepteerd waren, zijn nog slechts fragmenten en verre reminiscenties over.
Zo vertoefde ik onlangs in een voormalige rooms-katholieke kerk, waarin men nu een lekker biertje wist te brouwen – Naekt heette het (het terras buiten heette daarom Naektstrand) – en uit te serveren, maar toen ik rond de toog nog enkele losse orgelpijpen zag staan en het fraaie middaglicht door de gebrandschilderde ramen naar binnen zag vallen kreeg het biertje voor mij toch een vreemde bijsmaak.
Steeds minder mensen schijnen daarover te treuren. Ook in Duitsland is de leegloop van kerken schrikbarend massaal aan het toenemen: Duitsers hebben de buik vol van het ‘instituut kerk’, zo las ik deze week in de krant. Wat zal er daar met al die kerken gebeuren?
Nu moeten we natuurlijk wel ervan doordrongen zijn, dat de teloorgang van het Corpus Christianum al een lange tijd gaande is en zeker niet het einde betekent van de betekenis en waarde van het Evangelie. Mogelijk doen zich hierdoor juist nieuwe kansen voor en worden we aangespoord om onze blikrichting te verschuiven naar andere – misschien zelfs meer wezenlijke - aspecten van het christendom, die zichtbaar zijn of worden in de samenleving en in de levens van gewone mensen. Dus geen krokodillentranen over verbouwde kerken – hoewel het even slikken is – maar oog hebben of krijgen voor waar het in het Evangelie over gaat en beseffen dat dat zich op velerlei wijzen kan manifesteren. God laat zich niet opsluiten in kerken!
Die tendens om kerken aan de religie te onttrekken was al ingezet met de Franse Revolutie. Ik lees momenteel een manuscript van Ds. Barthold Reinier de Geer (1791-1840), waarin hij verslag doet van zijn reiservaringen door Frankrijk en zijn uitvoerige bezoek aan Parijs in 1834. Hij bezocht o.a. de Eglise de St. Geneviève, die in 1789 aan de katholieke eredienst was onttrokken en waarin vervolgens gedenktekens van grote mannen, zoals Voltaire en Rousseau een prominente plaats kregen. De kerk als een Memoriaal van de Rede en de Revolutie!
Maar – en nu kom ik even bij de titel van mijn blog – bij alle vergetelheid van en onverschilligheid tegenover het Evangelie maakt men er soms wel graag gebruik van om een opmerkelijk of shocking statement te maken. Zo komt de toevoeging 6.66 niet uit de lucht vallen, maar wel rechtstreeks uit de Openbaring van Johannes, waarin het getal 666 als een symbolische aanduiding van de grote tegenstander wordt genoemd. Het gaat er mij nu niet om, wie of wat er precies wordt bedoeld met dat vreemde getal (meest voor de hand liggend wellicht keizer Nero), maar dat een bierfabrikant dit getal met een knipoog inzet om te laten weten, dat we hier met een krachtig en misschien wel gevaarlijk biertje te maken hebben.
Wel jammer, natuurlijk, dat steeds minder mensen oog hebben voor dit soort verwijzingen naar de Schrift. Maar vooral jammer, dat men blijkbaar alleen nog maar op een niet-serieuze manier naar de Bijbel kan verwijzen en deze alleen nog gebruikt als grabbelton voor reclamedoeleinden.