Werken aan Pierre Chevallier (1760-1825) – een biografie
Ongeveer 4 maanden geleden schreef ik een blog(je) over mijn plan om onderzoek te gaan doen naar het leven, denken en werken van Petrus of Pierre Chevallier. De ‘ontdekking’ van de briefwisseling tussen hem en zijn vader Paulus Chevallier, die hoogleraar theologie aan de Academie in Groningen was, was voor mij de aanleiding en vormt tevens het uitgangspunt van mijn studie.
Aan de hand van die correspondentie ontstaat een levendig en tamelijk volledig beeld van zijn levensgang en wordt zichtbaar, hoe hij reageerde op gebeurtenissen in zijn eigen leven en in dat van de Republiek.
Je krijgt inzicht in de manier, waarop hij zijn laatste studiejaar in Utrecht inricht, welke ervaringen hij opdoet als beginnend predikant in een klein Gronings dorpje en hoe hij omgaat met de politieke uitdagingen van zijn tijd, waarbij vooral de confrontaties tussen patriotten en prinsgezinden van een predikant een wijze houding vergde, maar soms ook een besliste standpuntbepaling.
Ook ontmoeten wij hem in die correspondentie als een jonge en enthousiaste vader en als iemand, die voortdurend de eindjes aan elkaar moet zien te knopen. Verder maken wij in zijn brieven herhaaldelijk kennis met zijn depressies en soms sombere gemoedsgesteldheid.
Interessant is het ook om te zien, hoe vader en zoon elkaar op de hoogte houden van hun lees- en studie-ervaringen.
Van de ca. 350 brieven (waarvan de meeste wel meer dan 1 kantje bevatten) heb ik wel 2/3 deel doorgenomen en ‘verwerkt’ in een aantal hoofdstukken:
0. Inleiding
1. Studeren en netwerken in Utrecht (dit gaat over zijn laatste extra studiejaar)
2. De pastorie in, de kansel op (eerste ervaringen als predikant in Lellens)
3. Waals predikant in Naarden (zijn opmerkelijke overstap naar de Waalse/Franse kerk en zijn ‘ingang’ daar)
4. Waals predikant in roerig Zwolle (hier volop betrokken bij de politieke onrust en tegenstellingen en weigert na het herstel van het Oranjebewind (1787) de gevorderde eed op de Constitutie (1788), waarna hij door het stadsbestuur uit zijn ambt wordt gezet).
Van 1788-1794 is hij noodgedwongen ambteloos burger. De brieven uit deze periode en de twee daarop volgende jaren (in 1796 overlijdt vader Chevallier) moet ik nog bestuderen, maar voor de periode daarna (1796-1825) moet ik me richten op ander bronnenmateriaal. Dat is er zeker wel, maar de brief als historische bron zal ik voor die periode grotendeels (helaas) moeten missen.
Hoewel het soms puzzelen is om te ontcijferen wat vader en zoon aan elkaar schrijven ben ik er tot nu toe wel uitgekomen (voor 98%) en beleef ik er veel plezier aan om zijn leven zo ‘op de voet’ te volgen.
Geen idee, wanneer het boek klaar zal zijn, maar ik heb al wel een uitgever bereid gevonden het t.z.t. te publiceren.
Tot zover even mijn eerder beloofde update…