Logo dsCH 

smallbanner 2

Hier kunt u mijn weblog lezen
Hier publiceer ik mijn recente preken: reacties zijn altijd welkom! Zo kan deze weblog de functie van een voor- en nagesprek krijgen.
Als je wilt reageren op 'tekst en inhoud' van mijn weblog, klik dan op de titel van het betreffende artikel. Dan verschijnt een nieuwe pagina, waarop de optie "Reageer als eerste" staat vermeld.

line

woensdag, 04 februari 2015 17:27

Geschiedenis of Mythe?

Geschreven door 
Beoordeel dit item
(0 stemmen)

Geschiedenis of mythe

 

In 1749 was het Ds. Gereradus Kuypers, die Nijkerk en kort daarna het gehele land op stelten zette, omdat zijn prediking hevige gemoedsaandoeningen teweeg brachten. Na enige tijd van bezinning en sturend beleid van hogerhand keerde de rust weer.

Nu is het de Nijkerkse predikant E. van der Kaaij, die Nijkerk en de rest van (kerkelijk) Nederland in rep en roer brengt door te beweren, dat Jezus wellicht nooit bestaan heeft. Naar zijn overtuiging gaat het in de evangeliën om een ‘christelijke’ bewerking van de Egyptische Osisris-mythe, waarin sprake is van een bijzondere geboorte van de godheid en een opstaan uit de dood: "De historische Jezus heeft nooit bestaan", zegt Van der Kaaij. "Alle elementen uit het verhaal van Jezus vinden hun oorsprong in het oude Egypte. Daar komt de oermythe vandaan van een God die mens wordt, van sterven en opstaan, van geboren worden op 25 december uit een maagd." (die 25 december is natuurlijk een latere kerkelijke liturgische invulling!) En even verder: "Als Jezus niet heeft bestaan en je blijft toch doen alsof, dan loop je jezelf steeds in de weg als predikant. Want mensen hebben toch een historische figuur voor ogen die allerlei kunstjes doet. Ik hecht aan goede exegese, goede bijbeluitleg. Stel dat het zo is dat het evangelie een mythe is, is het dan goede bijbeluitleg als je doet alsof het allemaal echt gebeurd is?”

“De historische Jezus heeft dan niet bestaan, de bijbelse Jezus is gestorven en opgestaan. Het gaat erom dat je ontdekt dat Christus in jezelf bestaat”.

Zo vatte Van der Kaaij zijn standpunten onlangs samen in een interview met dagblad Trouw n.a.v. zijn boek “De ongemakkelijke waarheid van het christendom. De echte Jezus onthuld”.

Van de zijde van de gereformeerde bond werd meteen om censuur geroepen, terwijl ook de PKN bij monde van dr. Arjan Plaisier laat weten, dat de historische Jezus Christus wel degelijk echt heeft bestaan en aan een echt kruis voor onze zonden is gestorven.

“Mythe is historie geworden. Er gaat erg veel aan het evangelie vooraf. Een ware vonkenregen aan mythen, verhalen en beelden. Een droomwereld. Het evangelie vertelt dat die droomwereld geschiedenis is geworden. We moeten niet terugvallen in de droomwereld van de mythe, maar wakker worden in het evangelie."

Volgens Plaisier is Jezus Christus wel degelijk een historisch figuur en niet slechts een mythe. "Jezus Christus hing niet aan een mythisch kruis. Hij hing aan een echt kruis en droeg zo de echte last van de wereld," 

 

Volgens mij blijkt uit beide weergaven van standpunten, dat noch Van der Kaaij noch Plaisier helder maken over wie men het precies heeft en wat de ‘crux’ van het verschil van inzicht precies is. Er wordt gesproken over een mythische Jezus, een historische Jezus, een bijbelse Jezus en over Jezus Christus, gestorven aan een kruis. Van der Kaaij stelt, dat de betekenis van het Evangelie overeind blijft, ook al is Jezus geen historische figuur, terwijl Plaisier meent, dat de betekenis van het Evangelie staat of valt met het echt gebeurd zijn van zijn kruisdood.

 

Volgens mij hebben we zowel de mythe als de geschiedenis even hard nodig. We moeten m.i. het Evangelie niet reduceren tot een mythe, maar evenmin gaan beweren, dat een mythe geschiedenis geworden is. Als we alleen de mythe handhaven verdwijnt de belijdenis, dat Jezus de Christus is als een zinvolle uitspraak. Maar als we alleen de geschiedenis als de basis van ons geloof aanmerken, dan vervluchtigt het geloof tot het aannemen van een historische feitelijkheid.

 

Als we de mythe beschouwen als de inkleuring van een bepaalde werkelijkheid dan moet die werkelijkheid er ook wel zijn, anders valt er niets in te kleuren. Dat geldt ook voor de christologie: ongetwijfeld zullen oude mythen, mogelijk ook die uit Egypte, maar zeker die vanuit Israëls geloof en tradities zelf, gebruikt zijn door de evangelisten en apostelen om de betekenis van de figuur van Jezus aan te duiden en in te vullen. Zo heeft men gezegd en beleden, dat deze Jezus van vlees en bloed de Christus of de beloofde Messias was, met alle mythische voorstellingen vandien daarbij. Maar deze titel, hoe mythisch ook, werd wel toegekend aan een bepaalde persoon, die toen en daar leefde. Daarom is de belijdenis van de kerk ook geworden, dat Jezus de Christus is en niet Caesar of Augustus of Asklepios. Het historische is verbonden aan de persoon van Jezus van Nazareth en het mythische aan het messiasschap. Daarom is het zo verwarrend als Plaisier voortdurend spreekt over Jezus Christus als een historische persoon, alsof we het hier hebben over iemand die een voor- en een achternaam heeft. Maar Jezus is een ‘historische’ naam, Christus een titel, die in en vanuit het geloof aan Hem wordt toegekend.

Misschien weten we historisch gezien weinig van Jezus: er zijn geen buitenbijbelse bronnen over hem bekend, de evangeliën zijn uiteraard ‘gekleurde’ berichten, maar toch lijkt het me historisch en theologisch onhoudbaar om te beweren, dat er nooit een persoon bestaan heeft, die in de evangeliën Jezus wordt genoemd en aan wie de Christus-titel werd toegedicht/toegedacht.

Als er nooit zo iemand bestaan heeft, waar komt dan de oer-belijdenis vandaan, dat Jezus de Christus is? Waar komt ook anders het schisma met de synagoge vandaan? Dat ging immers vooral over de vraag of de pretentie, dat Jezus de Christus was, al of niet terecht was?

Mythe en geschiedenis moeten we m.i. daarom niet al te zeer tegenover elkaar plaatsen. Een mythe kan aan de geschiedenis vooraf gaan en een bepaalde ervaren werkelijkheid gaan inkleuren óf een bepaalde ervaren werkelijkheid kan aanleiding geven tot mythevorming, waarbij men al of niet gebruik maakt van oudere mythen. Zoiets is ongetwijfeld ook in de Evangeliën waar te nemen, maar al is de mythische inkleuring overduidelijk zichtbaar, het gaat wel om een inkleuring van iets en iemand.

In de Nederlandse geschiedenis kennen wij de zogenaamde mythe van het Huis van Oranje of van Neerlands Israël. Zo’n mythe sluit de historische werkelijkheid niet uit, maar is er juist de inkleuring van. Als er geen stadhouders en koningen uit het Huis van Oranje waren geweest, echt(e) historische figuren, dan was er ook geen Oranjemythe gegroeid. Die mythe wil uiteraard geen geschiedschrijving in moderne zin zijn, maar is juist inkleuring en ideologisering van het gebeurde met het oog op het heden en de toekomst. In de geschiedschrijving probeert men zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te komen, in het vertellen van mythen probeert men zo dicht mogelijk bij de waarheid te komen. De geschiedschrijving kan de betekenis van de mythe niet bevestigen of ontkennen en de mythe is niet in staat de historische werkelijkheid te beschrijven. In de belijdenis dat Jezus de Christus is komen beide bijeen en ze kunnen theologisch gesproken ook niet zonder elkaar: een louter historische Jezus is een tragische figuur, over wie we (te) weinig weten, maar een louter mythische Christus komt teveel in de lucht te hangen en verliest iedere relatie met onze werkelijkheid.

 

Lees 6181 keer Laatst aangepast op woensdag, 04 februari 2015 17:36
Meer in deze categorie: 'In good shape' »