Nu mijn boek over Pierre Chevallier voltooid is en het nu wachten is op publicatie (eind 2022), kan ik mijn aandacht richten op een ander boeiend figuur uit die tijd, namelijk Ds. Jan Scharp. Hij was een bijzonder veelzijdig persoon, die heel eigenzinnig zijn gang ging. Ruimdenkend en ‘verlicht’ was hij zeker, maar tegelijkertijd was hij een trouwe ‘Orangist’ en weigerde hij in 1796 de eed van trouw op de nieuwe politieke constellatie af te leggen, waardoor hij zijn predikantsambt in Rotterdam moest neerleggen. Na enige tijd werd hij beroepen naar een gemeente in Oost-Friesland (N-Dtslnd), waar veel uitgeweken Oranje-aanhangers waren gaan wonen. Hij promoveerde in die periode nog aan de Pruisische universiteit te Duisburg. In 1800 keerde hij weer terug naar Rotterdam.
In 1809 gaat hij voor drie maanden op reis (een speelreisje, zoals hij het zelf noemde) en daarvan doet hij verslag in een flink aantal voordrachten, die ik onlangs op het spoor gekomen ben.
Hieronder zie je een samenvatting van zijn eerste voordracht op 22 september 1809.
Het Speelreisje van Ds. Jan Scharp (1756-1828)
door hemzelf verteld in xx voorlezingen voor het Rotterdams Letterkundig Genootschap Verscheidenheid en Overeenstemming in de jaren 1809 en 1810
Scharp heeft er voor gekozen om zijn reiservaringen mee te delen in de vorm van enkele voorlezingen. De belangrijkste reden om op deze manier zijn verslag te doen is, dat hij een afschuwelijke hekel heeft aan het schrijven van brieven. Wel heeft hij dagelijks aantekeningen gemaakt van wat op die dag gezien en gedaan was. Op basis daarvan, aangevuld met herinneringen uit het geheugen, zal hij zijn voordrachten invulling geven.
Op 9 juni 1809 had Scharp als voorzitter van de vergadering afscheid genomen voor een periode van drie maanden en was hij hartelijk uitgezwaaid door de vice-voorzitter en de secretaris van het genootschap. Na zijn terugkomst had hij tot zijn vreugde geconstateerd, dat het bestuur een aantal verstandige besluiten had genomen en dat alles in prima orde werd aangetroffen, toen hij op 15 september voor het eerst weer aanwezig was.
Op de gezichten van de aanwezigen las Scharp 'een hartelijk welkom terug' en een zekere nieuwsgierigheid naar zijn belevenissen tijdens de reis. Hij wilde er zeker iets over vertellen, maar men moest geen al te hoog gestemde verwachtingen koesteren, want voor een deel was het een binnenlandse reis en uiteindelijk betrof het een ‘plezierreisje’ en geen culturele of wetenschappelijke reis.
Over politieke kwesties zal hij geen uitspraken doen, maar wat men kan verwachten is het volgende:
Ik wilde u, mijne vrienden! - alleen ter ontspanning en ter bevrediging van uw onschuldige nieuwsgierigheid – met mij rondleiden in kerken en schouwburgen, in dure logementen en bij gulle vrienden, in woelige plaatsen en stille streken, over hoge rotsen en bergen en door aangename valleien, bij de werkzaamheden der industrie, de creaties van de kunst en de zeldzame pracht van de natuur, bij vreemde vaderlandse oudheden en bij wat men in onze tijd heeft aangelegd, bij stichtelijke godsdienstige praktijken en bij bedroevende staaltjes bijgelovigheid, bij de consciëntieuze weegschaal van de rechtbanken en de bloed en tranen voortbrengende oorlogswoede – kortom bij al het vrolijke of ernstige wat ik onderweg heb aangetekend of wat ik mij nog kan herinneren.
Maar, zo wil hij nog eens duidelijk onderstrepen: men verwachte geen spectaculaire vergezichten of onverwachte ontmoetingen met vreemde volken of gevaarlijke dieren. Zijn voordracht zal in geen enkel opzicht gelijken op de roman van Cervantes[i] of op de Boertige reizen door Europa van Arend Fokke Simonsz[ii].
Ik heb geen leerzame of stijve bezoekjes afgelegd bij trotse, eigenzinnige of bij echte – maar mij onbekende – geleerden. Mijn enige plan was om een plezierreisje te maken tot herstel van mijn kwakkelende gezondheid en om mij zonder zorgen en zonder werkzaamheden stille genoegens te verschaffen met mijn vrouw en de ons vergezellende meisjes.
Evenmin kan hij veel curiosa uit vreemde streken laten zien, maar hij zal zijn best doen om toch een levendig en interessant verhaal te bieden en hij zal de voordrachten proberen zó te brengen, dat men geen hoorders de zaal hoeft uit te dragen en dat men niet telkens het horloge tevoorschijn hoeft te halen. Ook zal hij proberen zijn verhaal kort te houden, zodat er ook nog tijd overblijft voor een andere bijdrage. Daarom zal hij om de veertien dagen telkens een deel van zijn reisverslag naar voren brengen.
[i] Miguel de Cervantes Saavedra (1547-1616) is een van de belangrijkste roman- en toneelschrijvers uit de Spaanse literatuur. Hij schreef een twintigtal toneelwerken, maar is vooral bekend geworden door zijn boek Don Quichot van La Mancha.
[ii] Arend Fokke Simonsz (1755-1812), Amsterdams schrijver en uitgever, lid van vele literaire genootschappen. Publiceerde o.a. Boertige reis door Europa, 7 dln. (A’dam 1794-1806).