Preek gehouden in de Oecumenische wijkgemeente ‘het Erfdeel’ op de 3e adventszondag ‘Gaudete’ 16 december 2018 n.a.v. Filippenzen 4: 4-7
Vrijheid blijheid
Vandaag verheugen wij ons samen met de kerk van alle tijden en plaatsen – de naam van deze zondag spelt het ons voor: Gaudete, verheugt u, weest blij! De kleur paars van de adventstijd, de kleur van boete en pijn, van inkeer en schaamte, is vandaag vermengd met wit, de kleur van het feest, het a.s. kerstfeest. De kleur is roze, paars waar wat wit doorheen geroerd is. En dat geeft deze zondag een bijzondere stemming, een stemming van opgewektheid en vrolijkheid, omdat we weten, dat het feest nadert, ja eigenlijk al een beetje begint!
De naam van deze zondag luidt, zoals gezegd: Gaudete d.i. verheugt u of weest blij! En die aansporing vinden we eigenlijk in de beide lezingen van vanmorgen terug, zowel bij Zefanja als bij Paulus. Zij weten allebei van duisternis en vervreemding, van verlatenheid en eenzaamheid, ja van Godverlatenheid en overgeleverd zijn aan de kwade machten, maar in het midden van hun nood, pijn en verdriet klinkt de oproep van bevrijding: er komt een eind aan alle sores en ellende, ooit, God weet wanneer en Hij kan het weten!, en daarom roep ik jullie op alvast blij te zijn, verheugd te worden. Ja, het is nog donker, de bevrijding is er nog niet, misschien komt er nog een lange hongerwinter, maar wees alvast blij, want bevrijdingsdag zal zeker aanbreken.
Midden in de winternacht worden we daartoe aangespoord, terwijl we misschien kleumend onze dagen slijten en over bevroren paden onze weg zoeken. De mensen, die niet blij zijn worden opgeroepen om blij te zijn. En degene, die vast niet blij zal zijn met zijn eigen situatie, die roept ons op ons te verheugen. Immers, de apostel Paulus, die deze oproep doet in zijn brief aan de Filippenzen zit namelijk zelf in de gevangenis, wrs. in Efeze. “Verblijdt u altijd in de Heer, ja wederom zeg ik: verblijdt u in de Heer”. Hoor wie het zegt en vanuit welke omstandigheden! Het moet blijkbaar wel twee keer tot ons gezegd worden om goed door te dringen en er gehoor aan te geven.
Het laat ons zien, dat oprechte vreugde eigenlijk niks met de omstandigheden te maken heeft, daar i.i.g. niet van afhankelijk is. Vreugde is iets van het hart en staat los van materiële welvaart of overvloed aan goederen. Paulus zit in de gevangenis en begint te zingen, misschien gewoon omdat het uur van zingen is aangebroken of omdat zijn hart hem ingeeft te zingen...en de deuren van de gevangenis springen open en de aarde begint te beven – zo veranderen de omstandigheden, niets blijft op z’n plaats en alles is anders geworden. “De Heer is nabij”, voegt hij er aan toe.
Het lijkt zomaar een losse opmerking, die geen enkel verband houdt met het vorige en volgende. Maar we kunnen het ook zien als een soort verbindende schakel tussen wat geweest is en wat komt. “De Heer is nabij” heeft alles te maken met de vreugde in ons hart – Gods nabijheid schept die vreugde, zou je kunnen zeggen...Gods nabijheid is de eigenlijke inhoud van die vreugde. Dat is ongetwijfeld de reden, waarom Paulus die twee zo dicht bij elkaar plaatst en het ene op het andere laat volgen.
Maar kunnen we ons er iets bij voorstellen? We zeggen het wel eens tegen iemand, die in de put zit of ergens tegen opziet, iemand die geopereerd moet worden of een zwaar verlies heeft geleden: de Heer moge jou nabij zijn! Het is een wens, die de ander goed zal doen, zo hoop je dan.
“De Heer is nabij” heeft volgens mij meerdere kanten en ik probeer er even met u bij stil te staan.
Als we zo in bijna-kerstsfeer bij elkaar zijn gekomen, dan is de eerste gedachte wellicht: “De Heer is nabij” betekent, dat het bijna Kerstfeest is. Toen, daar in Bethlehem’s dreven, is Hij geboren en onder ons gekomen. Het feest dat we dan samen vieren is er bijna; het Christuskind is nabij!
Het is onwaarschijnlijk dat Paulus aan deze invalshoek dacht. Het is aannemelijker dat hij denkt aan de tweede komst van de Heer, zijn komen op de wolken des hemels om te oordelen de levenden en de doden, zoals de geloofsbelijdenis het samenvat. Het is een uitzien naar de voltooiing van hemel en aarde, de nieuwe schepping. Maar is dat nabijkomen van de Heer dan wel iets om je op te verheugen of is het meer iets om maar niet aan te denken of je voor te verstoppen? Het is goed mogelijk dat Paulus aan dit komen en dit nabij-zijn van de Heer denkt, maar dan als ‘underdog’, als mens aan de onderkant van de maatschappij...en dan klinkt er iets van blijde verwachting en vreugde in door: de Heer is nabij...dat betekent een ommekeer van de bestaande orde en dan zal het onderste boven komen! Dat betekent een bevrijding van alle knellende en onderdrukkende banden, in de maatschappij, in de wereld van de machten, in het domein van de natuur en de eco-structuren: reikhalzend ziet de schepping uit naar die bevrijding uit machteloosheid en vergeefsheid. Weest blij, de Heer is nabij: zie er naar uit en werk er naar toe!
Er is nog een aspect en ik tip het maar even kort aan – mensen zeggen vaak: de Heer is ver weg. Ik zie Hem niet, ik merk niks van Hem... God is afwezig. Had ik maar geleefd in de tijd, waarin Jezus geboren werd. Ik zou in sneltreinvaart me gespoed hebben naar de stal. Dit is echter een groot misverstand en het heeft evenmin enige zin om die vroegere tijd naar de onze te halen, want het is precies, zoals Paulus ergens zegt: U weet trouwens hoe laat het is, u weet dat het uur* om uit de slaap te ontwaken reeds is aangebroken. Nu is onze redding dichterbij dan toen wij tot het geloof kwamen (Rom. 13)
Tegen al die mensen, tegen ons allen zegt Paulus dan: de Heer is nabij. Hij is veel meer nabij dan je denkt en merkt. Hij is jou zelfs meer nabij dan jij jezelf nabij bent. De Heer is niet absent, maar juist hyper-present, zo nabij dat je Hem over het hoofd ziet. Hij is zo nabij als je eigen hart je nabij is, je eigen adem, je eigen denken. Weest daarom blij en verheugd, ja ik zeg het nogmaals: verheug je in de Heer, want de Heer is nabij. De Heer is jou meer nabij dan je ooit dacht of wist, want in Hem leven wij, zijn wij en bewegen wij ons.
Tenslotte heb ik als thema of als motto van mijn overdenking dit bedacht: ik zet er boven: Vrijheid Blijheid. Die twee begrippen kan ik ook op de wand prikken/plakken en ik voeg er een citaat van Ds. Martin Luther King bij, die zei:
“Er is niets belangrijker in de wereld dan vrijheid. Vrijheid is het waard om opofferingen voor te doen, het is het waard om er je baan voor te verliezen, het is het waard om er voor in de gevangenis te zitten. Ik ben liever een vrije pauper dan een rijke slaaf. Ik zou liever sterven in bittere armoede met mijn overtuigingen, dan leven in weelde zonder zelfrespect”.