Preek gehouden op de 3e zondag van de Veertigdagentijd (4 maart 2018) in de Grote of Mariakerk te Meppel n.a.v. Johannes 2 (slot)
Omgaan met het heilige
Ik weet niet wat u ervan vindt, maar ik vind het altijd vervelend, wanneer mensen grappen maken over God of over de Bijbel of wanneer Jezus belachelijk wordt gemaakt. Het stoort mij, wanneer datgene wat voor mij waardevol en belangrijk is, niet serieus wordt genomen.
Dat is vaak mijn (en uw) eerste reactie. Soms, als de grap goed doordacht is en scherp, kan het ook aanleiding geven tot een kritische doorlichting van je eigen opvattingen en geloofsvoorstellingen. Dat je dan denkt: hé, als mijn geloof er zó uitziet en als dat het beeld is van God, dat ik uitdraag of ongemerkt uitstraal, dan is er werk aan de winkel. Dan kan zo’n komische tik aanleiding zijn voor een serieuze bezinning. De Engelse cabaretier Stephen Fry voert God in zijn shows op als Iemand, die de regie over de loop der dingen volledig is kwijtgeraakt en zet zo een afschuwelijk beeld van Hem neer.
Sommigen willen hem vervolgen wegens Godslastering, maar ik denk, dat het beter is om als gelovigen bij onszelf te rade te gaan, zodat wij ons afvragen: is dit het beeld, dat wij van God uitdragen? Wordt het niet tijd om ons spreken over God nog eens kritisch tegen het licht te houden en te zuiveren van opvattingen, die aanleiding geven tot dit soort bespottingen?
Als we hier wat verder over nadenken dan raken wij eigenlijk aan de vraag: wat is heilig? Wat beschouwen wij als heilig en is wat wij heilig vinden inderdaad heilig. Je merkt dat, zodra je boos wordt of verontwaardigd reageert, wanneer mensen wat jij heilig vindt, onderuit halen of bespotten. Maar het kan ook voor jezelf een aanleiding zijn om nog eens goed na te gaan, waarom jij dit of dat heilig vindt. Meerder zaken kunnen als heilig aangemerkt worden:
Ik denk bijv. aan de zondag, het vaderland, het koningshuis, de kerkdienst, het huwelijk. Maar hoe heilig zijn dit soort zaken nog? Of zijn het ingestorte heilige huisjes?
Ik denk, dat we onderscheid moeten maken tussen de vorm waarin het heilige uitgedragen wordt en het heilige zelf.
En zo kun je zeggen, dat je het huwelijk heilig acht en dat je daarom nooit tot een echtscheiding zult overgaan, maar als de liefde in zo’n relatie volstrekt zoek is en men als kat en hond met elkaar leeft, wat stelt de heiligheid van het huwelijk dan voor?
M.a.w. de vormen, de uiterlijke verschijningsvorm, waarin het heilige zich voordoet en zichtbaar wordt – dat is niet het heilige zelf, maar het verwijst ernaar.
Jezus is ook altijd op zoek naar de kern, de basis, de crux waar het om draait. Hij schrikt er niet voor terug om de buitenkant aan de kaak te stellen om zó de binnenkant aan het licht te brengen.
Daarom lijkt het schoonvegen van het tempelplein een daad van heiligschennis, maar hij wil het werkelijk heilige juist aan het licht brengen.
Hij roept de mensen a.h.w. op: denk nog eens goed na over waar het nu werkelijk om draait. Wat houdt dienst aan God nu werkelijk in?
Als Jezus vanmorgen bij ons zou binnen lopen en de avondmaalstafel omver zou werpen en de bekers zou wegwerpen en het brood zou rondstrooien dan zouden wij daar allemaal schande van spreken. Die man heeft geen besef van het heilige, zouden we dan zeggen.
Behalve, wanneer hij zou zeggen: hé, jullie vieren nu wel zo mooi en zo netjes het avondmaal en er is niks op aan te merken, maar vergeten jullie niet het belangrijkste, het eigenlijke, namelijk dat je met elkaar een gemeenschap vormt, dat je samen mijn Lichaam vormt en mij present stelt in de wereld. Dat jullie leven van wat Ik jullie schenk en geef, en dat jullie mijn hartebloed, mijn lijf en leden zijn in deze wereld, in deze tijd.
Zo brengt Jezus’ heilige razernij aan het licht, waar het uiteindelijk en ten diepste om gaat. En we reageren eerst boos en verontwaardigd, maar bij nader inzien mogen wij wel blij zijn met zijn actie, want daardoor kwam duidelijker aan het licht, waar het om draait!
En ik heb in het kerkblad beloofd dat ik zo nu en dan eens zou proberen mijn preek in een paar puntige puntjes samen te vatten. Ik heb er vier:
- 1.Jezus is verontwaardigd omdat mensen de omgang met God hebben veruiterlijkt en vercommercialiseerd.
- 2.Als mensen vooral aan uiterlijke dingen hechten, zoals kerkelijke gewoonten, organisaties en gebouwen, dan is Jezus er als de kippen bij om daar tegen te waarschuwen en tegen op te treden. Religie is een zaak van het hart!
- 3.Wie dicht in de buurt van Jezus vertoeft zal altijd kritisch zijn t.a.v. iedere georganiseerde godsdienst en altijd zijn of haar best doen om die terug te buigen naar haar oorspronkelijke betekenis.
- 4.Geboden, religieuze plichten, instituties zijn alleen heilig voor zover ze bijdragen aan het welzijn van mensen: de kerk is geen doel op zichzelf, net zomin als de tempeldienst, maar een middel om ons te binnen te brengen, dat het uiteindelijk gaat om de liefde tot God en tot de naaste.