Logo dsCH 

smallbanner 2

Hier kunt u mijn weblog lezen
Hier publiceer ik mijn recente preken: reacties zijn altijd welkom! Zo kan deze weblog de functie van een voor- en nagesprek krijgen.
Als je wilt reageren op 'tekst en inhoud' van mijn weblog, klik dan op de titel van het betreffende artikel. Dan verschijnt een nieuwe pagina, waarop de optie "Reageer als eerste" staat vermeld.

line

zondag, 20 januari 2019 11:18

Over Donald Duck, stagnatie en voortgang

Preek gehouden op de 2e zondag na Epifanie (Kanazondag) in de Oude Kerk n.a.v. Johannes 2: 1-11

 

Over Donald Duck, stagnatie en voortgang

 

Het gebeurt wel eens, dat ik een hele dag alleen thuis ben en dat ik dan ook de avondmaaltijd voor mezelf moet verzorgen. Ik kan koken, dus dat zou ik dan kunnen gaan doen, maar meestal kies ik een andere route: ik pak de fiets en rijd even naar de snackbar om de hoek. Terwijl ik dan wacht op mijn bestelling ga ik even aan een hoge tafel zitten, waar allerlei kranten en tijdschriften ter inzage liggen. Uiteraard ligt daar breeduit de Telegraaf, maar die laat ik links (nou ja…) liggen, ook de Meppeler zou ik kunnen gaan lezen, maar ik weet al wat daar in staat. Ik laat al die kranten en krantjes voor wat ze zijn en kies regelrecht voor de Donald Duck. Vooral de verhalen van Dagobert en van Guus Geluk vind ik onnavolgbaar en ik hoop, dat mijn bestelling niet al te snel klaar is, zodat ik het verhaal helemaal kan uitlezen.

U zult zich misschien afvragen, wat is daar nu zo bijzonder aan en is het niet een beetje kinderachtig, wanneer een volwassen man de Donald Duck zit te lezen bij de snackbar? Wel, dat komt, omdat er hier meer aan de hand is dan zomaar een verhaaltje ter verstrooiing. In de verhalen van Dagobert gaat het om de verleiding van de rijkdom en de armoede daarvan en over ongebreidelde hebzucht. In de verhalen van Guus gaat het over toeval en over de onontkoombare loop van gebeurtenissen of (in filosofische termen over determinisme en in theologische termen over predestinatie) en zo kan zo’n verhaal zelfs raken aan de theologische twisten, die vier eeuwen geleden het land verdeelden en die op de Synode van Dordrecht werden beslecht. Zo ziet u maar, dat het lezen van Donald Duck een verrassende en diepzinnige bezigheid kan zijn.

Maar waarom vertel ik dit eigenlijk? Wel, dat is om te laten zien, hoe belangrijk het is, hoe je een verhaal leest. Veel mensen vinden het misschien raar, wanneer je als volwassen man of vrouw nog een Donald Duckje leest, maar bedenk wel, er zijn ook legio mensen, die het onbegrijpelijk vinden, dat er nog steeds mensen zijn, die Bijbelverhalen lezen en serieus nemen. Neem nou zo’n verhaal van vanmorgen, dat Jezus water in wijn verandert. Veel tijdgenoten, buren, vrienden en collega’s zullen zeggen: je denkt toch niet, dat ik daar voor mijn bed uit kom en naar de kerk ga om daar naar te luisteren? Wat een onzinnig en belachelijk verhaal is dat, behalve misschien als je geïnteresseerd bent in ‘Mindfuck’ of de capriolen van Hans Klok.

Maar de grote vraag is: hoe lees je? Als je Donald Duck alleen maar leest op het niveau van een plat verhaaltje, als avonturen van een eendje, dat zogenaamd nog kan praten ook en dat je dan waanwijze vragen gaat stellen als: hé, laat mij eens zo’n groot geldpakhuis zien en denk je nou echt, dat ik geloof, dat het lekker is om met je kop naar beneden van de hoge duikplank in je geld te duiken? En die zware jongens, ook wel een beetje dom, hė, dat ze in hun vermomming precies op zware jongens lijken. En zo voort en zo verder… Zulke vragen laten zien, dat je niet doorhebt om wat voor verhaal het hier gaat.

En dat is precies ook wat bijbelverhalen overkomt. Mensen beginnen vragen te stellen: zou dat nou echt gebeurd zijn? Waar ligt Kana eigenlijk, kun je het mij op de kaart aanwijzen? Zou Jezus soms een poedertje in dat water gegooid hebben, zodat het de smaak van wijn kreeg? O ja, die vaten die daar stonden, daar is pas nog een archeologische vondst over gedaan… Het zijn allemaal vragen en weetjes, die langs het verhaal heen schieten en, zo denk ik dan, geen wonder dat mensen de Bijbel niet meer serieus nemen, als men denkt, dat men de Bijbelverhalen letterlijk zou moeten lezen. Maar ik zou Donald Duck ook geen blik meer waardig keuren, als men tegen mij zei: je moet wel eerst geloven, dat er eendjes in pakjes rondlopen en kunnen praten en ook heel sierlijk in een geldbad kunnen duiken. Ik zou afhaken… zonde, toch?

Ik hoor nu wel een paar ‘Ja, maars’, maar u weet nog wel, wat mijn punt is: het gaat over ‘hoe wij een tekst zullen lezen’ en zo vind ik, dat de wijze, waarop ik Donald Duck lees vergelijkbaar is met de wijze, waarop ik bijv. het verhaal van de bruiloft in Kana lees. Die verhalen zelf zijn natuurlijk heel verschillend en onvergelijkbaar, hoewel soms vergelijkbare thema’s aan de orde kunnen komen, maar dat geldt ook voor andere literatuur.

Het verhaal van de bruiloft te Kana kennen we allemaal, maar wat wil Johannes er mee zeggen en waarom plaatst hij het helemaal vooraan?

Zullen we het daar even over hebben? En dan kan ik bij het begin beginnen en dat we ons laten verrassen door de opmerking, dat het ‘op de derde dag’ was of is. Dat is de dag van de opstanding, dat is déze dag, nu! Dat is de dag, waarop alles in een ander licht komt te staan, het is de dag van de Heer, de dag van de verheerlijking, waardoor alles glans en glorie krijgt.

Hier en nu, in dit stervend bestaan, krijgen we te horen van leven en vreugde, van doorgang en voortgang. De derde dag is een beslissende totale omkering van alles wat vast staat en doodgelopen is.

Johannes, de evangelist is bezig uit te leggen, hoe bijzonder, hoe fundamenteel en hoe alles veranderend en ingrijpend de verschijning van die Man uit Nazareth is geweest.

In het eerste hoofdstuk was hij daar al over begonnen: Oké, zegt Johannes, inderdaad een beetje hoogdravend en abstract. Ik zal het nog anders vertellen en dan aan de hand van een voorval uit het leven van Jezus. Als ik naar die bruiloft kijk en probeer te doorgronden wat daar plaats vond dan is dat a.h.w. een samenvatting, een samenballing, een symbool van wie Hij is en wat Hij betekent.

Hij brengt een stagnerend feest weer op gang. Hij maakt wat er (nog) over is tot wijn. Het alledaagse, het gewone maakt hij bijzonder!

Over welk feest heb je het dan? Ja, allereerst over zo maar een willekeurig huwelijk, maar ik kijk verder en dieper en zie daarin de verbintenis tussen God en de mensen. Is het de bruiloft van het Lam? Gaat het uiteindelijk om de neerdaling van het nieuwe Jeruzalem, als een bruid versierd voor haar man en dat God bij de mensen komt wonen?

Dat is het begin van zijn tekenen, zo eindigt Johannes dan zijn eerste verhaal.

Dat is toch weer iets anders dan vertalen dat dit zijn eerste wonderteken was. Johannes gebruikt hier namelijk precies hetzelfde woord als in Johannes 1: 1 In den beginne! Het gaat erom, dat hij hier laat zien, waar het eigenlijk om draait, waar het om begonnen is. We raken hier de kern van zijn totale verschijning, dat Hij een begin maakt van de verandering van de wereld.

Laat alle chemie buiten beschouwing, behalve de chemie tussen God en de mensen. Die krijgt een nieuwe boost! Hij, Jezus, laat zien, hoe het verbond tussen God en mensen kan verworden tot religie en dat liefde kan ontaarden in het navolgen van regels en voorschriften. Maar wat nodig is, is dat mensen weer gaan inzien, dat de omgang met God bedoeld is als een feest. Dat vreugde de overhand heeft.

Jezus is de Man, die alles weer terugbrengt naar de kern van de zaak. Hij laat zien wat mensen er van gemaakt hebben en als Hij komt begint het water weer te stromen en verandert het in wijn. Je proeft het, je ziet het aan de gezichten van de mensen, ze worden vrolijk en veren weer op.

Zolang het geloof een ‘moeten’ en een ‘plicht’ is zullen de vaten van de reiniging leeg zijn….zoveel hebben ze nodig gehad om zichzelf schoon te wassen en zich acceptabel voor God te maken. Maar Jezus maakt er iets heel anders van of liever: hij herstelt het tot waar het oorspronkelijk voor bedoeld was: dat het een feest is om mens te zijn, om sámen mens te zijn en dat God zegt: kijk, dat is het nou wat ik van begin af aan bedoeld heb! Twee, die elkaar nodig hebben en elkaar aanvullen, die elkaar liefhebben en elkaar vasthouden en je ziet het aan de twinkeling in de ogen, wanneer de wijn fonkelt in het glas.

O ja, verdiept in mijn Donald Duck hoor ik ineens: nummer 38! Ik leg het Donald Duckje weer terug in de bak en ik zie het meisje achter de balie wat verbaasd en vragend kijken. ‘Eet smakelijk, mijnheer!’, zegt ze een beetje spottend.

 

Gepubliceerd in Blog
zondag, 04 maart 2018 15:04

Omgaan met het heilige

Preek gehouden op de 3e zondag van de Veertigdagentijd (4 maart 2018) in de Grote of Mariakerk te Meppel n.a.v. Johannes 2 (slot)

 

Omgaan met het heilige

 

Ik weet niet wat u ervan vindt, maar ik vind het altijd vervelend, wanneer mensen grappen maken over God of over de Bijbel of wanneer Jezus belachelijk wordt gemaakt. Het stoort mij, wanneer datgene wat voor mij waardevol en belangrijk is, niet serieus wordt genomen.

Dat is vaak mijn (en uw) eerste reactie. Soms, als de grap goed doordacht is en scherp, kan het ook aanleiding geven tot een kritische doorlichting van je eigen opvattingen en geloofsvoorstellingen. Dat je dan denkt: hé, als mijn geloof er zó uitziet en als dat het beeld is van God, dat ik uitdraag of ongemerkt uitstraal, dan is er werk aan de winkel. Dan kan zo’n komische tik aanleiding zijn voor een serieuze bezinning. De Engelse cabaretier Stephen Fry voert God in zijn shows op als Iemand, die de regie over de loop der dingen volledig is kwijtgeraakt en zet zo een afschuwelijk beeld van Hem neer.

Sommigen willen hem vervolgen wegens Godslastering, maar ik denk, dat het beter is om als gelovigen bij onszelf te rade te gaan, zodat wij ons afvragen: is dit het beeld, dat wij van God uitdragen? Wordt het niet tijd om ons spreken over God nog eens kritisch tegen het licht te houden en te zuiveren van opvattingen, die aanleiding geven tot dit soort bespottingen?

Als we hier wat verder over nadenken dan raken wij eigenlijk aan de vraag: wat is heilig? Wat beschouwen wij als heilig en is wat wij heilig vinden inderdaad heilig. Je merkt dat, zodra je boos wordt of verontwaardigd reageert, wanneer mensen wat jij heilig vindt, onderuit halen of bespotten. Maar het kan ook voor jezelf een aanleiding zijn om nog eens goed na te gaan, waarom jij dit of dat heilig vindt. Meerder zaken kunnen als heilig aangemerkt worden:

Ik denk bijv. aan de zondag, het vaderland, het koningshuis, de kerkdienst, het huwelijk. Maar hoe heilig zijn dit soort zaken nog? Of zijn het ingestorte heilige huisjes?

Ik denk, dat we onderscheid moeten maken tussen de vorm waarin het heilige uitgedragen wordt en het heilige zelf.

En zo kun je zeggen, dat je het huwelijk heilig acht en dat je daarom nooit tot een echtscheiding zult overgaan, maar als de liefde in zo’n relatie volstrekt zoek is en men als kat en hond met elkaar leeft, wat stelt de heiligheid van het huwelijk dan voor?

M.a.w. de vormen, de uiterlijke verschijningsvorm, waarin het heilige zich voordoet en zichtbaar wordt – dat is niet het heilige zelf, maar het verwijst ernaar.

Jezus is ook altijd op zoek naar de kern, de basis, de crux waar het om draait. Hij schrikt er niet voor terug om de buitenkant aan de kaak te stellen om zó de binnenkant aan het licht te brengen.

Daarom lijkt het schoonvegen van het tempelplein een daad van heiligschennis, maar hij wil het werkelijk heilige juist aan het licht brengen.

Hij roept de mensen a.h.w. op: denk nog eens goed na over waar het nu werkelijk om draait. Wat houdt dienst aan God nu werkelijk in?

Als Jezus vanmorgen bij ons zou binnen lopen en de avondmaalstafel omver zou werpen en de bekers zou wegwerpen en het brood zou rondstrooien dan zouden wij daar allemaal schande van spreken. Die man heeft geen besef van het heilige, zouden we dan zeggen.

Behalve, wanneer hij zou zeggen: hé, jullie vieren nu wel zo mooi en zo netjes het avondmaal en er is niks op aan te merken, maar vergeten jullie niet het belangrijkste, het eigenlijke, namelijk dat je met elkaar een gemeenschap vormt, dat je samen mijn Lichaam vormt en mij present stelt in de wereld. Dat jullie leven van wat Ik jullie schenk en geef, en dat jullie mijn hartebloed, mijn lijf en leden zijn in deze wereld, in deze tijd.

Zo brengt Jezus’ heilige razernij aan het licht, waar het uiteindelijk en ten diepste om gaat. En we reageren eerst boos en verontwaardigd, maar bij nader inzien mogen wij wel blij zijn met zijn actie, want daardoor kwam duidelijker aan het licht, waar het om draait!

En ik heb in het kerkblad beloofd dat ik zo nu en dan eens zou proberen mijn preek in een paar puntige puntjes samen te vatten. Ik heb er vier:

  1. 1.Jezus is verontwaardigd omdat mensen de omgang met God hebben veruiterlijkt en vercommercialiseerd.
  2. 2.Als mensen vooral aan uiterlijke dingen hechten, zoals kerkelijke gewoonten, organisaties en gebouwen, dan is Jezus er als de kippen bij om daar tegen te waarschuwen en tegen op te treden. Religie is een zaak van het hart!
  3. 3.Wie dicht in de buurt van Jezus vertoeft zal altijd kritisch zijn t.a.v. iedere georganiseerde godsdienst en altijd zijn of haar best doen om die terug te buigen naar haar oorspronkelijke betekenis.
  4. 4.Geboden, religieuze plichten, instituties zijn alleen heilig voor zover ze bijdragen aan het welzijn van mensen: de kerk is geen doel op zichzelf, net zomin als de tempeldienst, maar een middel om ons te binnen te brengen, dat het uiteindelijk gaat om de liefde tot God en tot de naaste.

 

Gepubliceerd in Blog