Logo dsCH 

smallbanner 2

Hier kunt u mijn weblog lezen
Hier publiceer ik mijn recente preken: reacties zijn altijd welkom! Zo kan deze weblog de functie van een voor- en nagesprek krijgen.
Als je wilt reageren op 'tekst en inhoud' van mijn weblog, klik dan op de titel van het betreffende artikel. Dan verschijnt een nieuwe pagina, waarop de optie "Reageer als eerste" staat vermeld.

line

maandag, 11 november 2024 15:57

Op z'n kop

Op z’n kop

 

De eerste week van november was een week vol (onaangename) verrassingen. Misschien is dat niet helemaal het goede woord, want je kon bepaalde ontwikkelingen en gebeurtenissen op je klompen voelen aankomen. Dat Trump niet herkozen zou worden was vooral ‘wishful thinking’ en dat de democratische en liberale gedachten het zouden winnen in een steeds killer en reactionair wordend politiek klimaat in de wereld bleek ijdele hoop. Ook in Europa maken anti- en ondemocratische krachten zich immers sterk en grijpen autocratische leiders de macht, zoals in Hongarije, Tsjechië, Italië, terwijl in andere Europese landen het verlangen naar het verleden hoogtij viert, zelfs als dat (donker)bruin is, zoals in Duitsland.

Dichterbij huis zien wij natuurlijk dezelfde ontwikkelingen. Rechts-populistische partijen liggen goed in de kiezersmarkt en na maandenlange onderhandelingen is er nu een vier partijen kabinet, dat vrijwel niet anders doet dan afrekenen met het tot nu toe gevoerde beleid en goede sier maakt naar de kiezers door gedane beloften met betrekking tot asiel, klimaat en cultuur te etaleren en streng uit te voeren, zo is de riedel, want zo spreekt en wil het volk!

Dat er veel grotere en meer urgente problemen zijn, die onze kritische aandacht verdienen wordt gemakshalve genegeerd. Hoewel onze regering met de mond belijdt achter Oekraïne te staan zal de grote vraag zijn of zij niet aan de leiband van Trump gaat lopen en genoegen gaat nemen met een onvoordelige oplossing voor dit land, dat als een neutrale machteloze rompstaat zal achterblijven. Niemand weet nog wat ‘de 24-uurs oplos-deal’ van Trump zal inhouden, maar dat het zoiets zal worden, daarover wordt al wel gespeculeerd.

Dan is er natuurlijk de nog steeds maar doorgaande oorlog van Israël in Gaza en Libanon, die door Israël nog steeds verdedigd wordt met het argument, dat al deze militaire acties noodzakelijk zijn uit nationaal zelfbehoud, maar dit argument is te doorzichtig om geloofwaardig te zijn. De ongelooflijke aantallen burgerdoden en kinderen in Gaza kunnen toch niet verdedigd blijven worden met het refrein, dat er zich Hamasstrijders of munitiedepots juist op die plekken bevinden? Dat de Nederlandse regering kritiekloos dit wraakzuchtige beleid van Netanjahoe blijft goedkeuren en verdedigen is God geklaagd.

Deze treurige en laffe houding kwam ook weer breeduit op het Nieuws naar aanleiding van de rellen en opstootjes in Amsterdam vóór en na de voetbalwedstrijd Maccabi Tel Aviv tegen Ajax. De naam van de club heeft ongetwijfeld een verwijzing in zich naar de vrijheidsstrijders, de Makkabeeën, uit lang vervlogen tijden, die (ook) geweld niet uit de weg gingen.

Ik ga het hele gebeuren in Amsterdam niet beschrijven, want die ‘gitzwarte’ nacht is uitvoerig op TV geweest en ieder, die maar voor de camera wilde verschijnen kon met een ontdaan en bleek gezicht zijn of haar afschuw over al dit antisemitisch geweld ventileren. Grote woorden werden uit de geschiedenis-kast gehaald: Kristalnacht, pogroms en sommigen zeiden zelfs, dat zij in Israël veiliger waren dan in Amsterdam. De hele verslaggeving had iets van een verdraaiing van de feiten en een bewust willen aansturen op het aanwijzen van de schuldigen, de mensen die het Israëlische geweld in Gaza afkeuren en opkomen voor de rechten van de Palestijnen. In Nederland schijnt dat onmogelijk te zijn en er kan blijkbaar maar één kant van het verhaal verteld worden en dat is de politieke koers van dit en het vorige kabinet om kritiekloos achter de Israëlische regering te staan. ‘Onopgeefbaar verbonden’, zo lijkt het adagium. Deze houding heeft oude wortels, begrijpelijke achtergronden, maar gelet op het huidige tijdsgewricht is een herziening daarvan beslist noodzakelijk. Ook in de kerk!

Toen de hervormde kerkorde van 1951 in haar belijden wilde opnemen, dat de christelijke gemeente een ‘onopgeefbare verbondenheid’ met Israël had werd dat mede ingegeven door de dramatische gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog, maar ook door de stichting van de staat Israël in 1948. De kerk had duidelijk iets goed te maken en wilde een inspanning leveren om die verbondenheid – desnoods eenzijdig – uit te spreken. Die verbondenheid betrof echter het ‘volk’ Israël en had niet zozeer betrekking op de staat Israël, hoewel voor sommigen wellicht eschatologische dromen begonnen te herleven. Het artikel sprak vooral over het gesprek met Israël om de Schrift te verstaan m.n. met het oog op de komst van het Koninkrijk Gods. Het is natuurlijk een gevaarlijke misvatting het Koninkrijk Gods te versmallen tot de staat Israël, wat helaas in sommige delen van de kerk gebeurt.

Deze ‘onopgeefbare verbondenheid’ is dus een theologisch gefundeerd belijden en niet een politiek statement. De berichtgeving over de laatst gehouden synodevergadering laat zien, dat deze zaken maar al te gemakkelijk door elkaar gehaald worden en daarom tot grote verdeeldheid leiden en tot halfbakken compromissen, waarbij de geit en de kool gespaard worden en er geen krachtig protest hoorbaar is tegen de politiek van de staat Israël. Dat zou m.i. wel degelijk kunnen samengaan met het vasthouden van de ‘onopgeefbare verbondenheid’ met het volk Israël. Ook zou niet alleen de solidariteit met de Palestijnse christenen uitgesproken moeten worden, maar met het héle Palestijnse volk, dat verdrukt en gedecimeerd wordt.

We zijn dus deze week getuige geweest van verontrustende ontwikkelingen, van selectieve verontwaardiging, van moedwillig wegkijken en negeren van problemen, die er werkelijk toe doen. Antisemitisme wordt al gauw als beschuldiging ingebracht, waar in werkelijkheid sprake is van gegronde kritiek op het beleid van de Israëlische regering.

Zondag was ik als gemeentelid aanwezig in de dienst van De Drie Ranken, waar mijn collega ds. Hanneke Siebert de lezingen uit Leviticus 19: ‘Blijf geen wraakzucht of wrok koesteren, maar heb je naaste lief als jezelf’ en uit Markus 12 over het dubbelgebod van de liefde besprak. De haat en de wraak zullen uiteindelijk alleen maar overwonnen kunnen worden door de liefde, zo was de uitdagende en ook hoopgevende boodschap.

Uiteindelijk zal dat de huidige wereld op z’n kop zetten, waar iedereen naar verlangt en op hoopt.

Gepubliceerd in Blog
zondag, 05 mei 2024 15:38

Liefde weerstaat de chaos

Preek gehouden op 5 mei 2024 de 6e zondag van Pasen (Rogate: Vraagt/Bidt) in de geloofsgemeenschap “De Drie Ranken” in Apeldoorn n.a.v. Jesaja 45: 15- 19 en Johannes 15: 9-17.

 

Liefde weerstaat de chaos

 

We bewegen ons in de weken van Pasen naar Pinksteren in een opgaande lijn. We worden steeds volwassener en krijgen meer verantwoordelijkheden. Het eindpunt en hoogtepunt daarvan is wanneer wij de Geest krijgen en echt op eigen benen leren staan.

Van Pasen naar Pinksteren is een soort bewustwordingsschool, een cursus volwassen worden, wat we ook kunnen aflezen aan de namen van de zondagen.

De 1e zondag na Pasen heet ‘Quasimodo geniti’ oftewel ‘Als pasgeboren kindertjes’. Nog klein en onnozel, we kunnen eigenlijk nog niks. Dan volgt de zondag van ‘de Goede Herder’, waar wij als lammetjes de wei in worden gestuurd. We worden al wat groter, maar het onderwijs en de leiding van de herder is hard nodig.

Dan krijgen we een zondag, die ‘Jubilate’ heet – er komt een besef van vreugde en blijdschap bovendrijven. Het is een bewustwording van ‘er zijn’ en kraaien van plezier. In de wieg, in de box, in de wandelwagen…er is een jubelen, juichen en soms ook janken…ongearticuleerd, maar verbaasd en blij om het bestaan.

Dan komt zondag ‘Cantate’: dan wordt het juichen een zingen. Er komen woorden en zinnige teksten bij. De blijdschap krijgt woorden en een stem en zo komen wij aan bij vandaag: ‘Rogate’: Vraagt of Bidt. Dat is nog weer een stap verder. Er is nog steeds vreugde en blijdschap, maar blijkbaar ook een gemis, een onzekerheid. Er komen vragen op, zoals in ieder mensenleven gebeurt, zodra de kinderjaren voorbij zijn – wanneer het besef ontstaat, dat je niet meer terug kunt vallen op vader of moeder, je alleen op de wereld staat, zoals we volgende week overdenken. En dat zijn precies de voorbereidende stappen naar het geheim van het Pinksterfeest. Ook al sta je alleen, weet echter dat de Geest jou inspireert, de Geest van Christus Jezus, die in jou is en jou wegen wijst door de tijd. En wat je de Vader vraagt in mijn Naam, zegt Jezus, zal Hij jou geven.

Nee, je kunt niet alles vragen, egoïstische verlanglijstjes verdwijnen meteen in de prullenbak. Misschien moeten we eerst horen wat Jezus bespreekt met zijn leerlingen, voordat hij afsluit met de woorden: vraag maar en het zal je gegeven worden.

Dan moet je eigenlijk altijd bij het begin beginnen en als we dat ook nu doen dan klinkt in ons oor: ‘Ik heb jullie liefgehad’. Ik was de eerste, ik ben begonnen. En dat is de liefde van de Vader, de liefde van God.

Nu klinkt dat misschien abstract en ook wat cliché. Het is een te groot geheim om te passen op een billboard, hoewel je het daar ook wel eens op tegenkomt. De liefde van God is de bron en het begin van alles. Niet wij hebben hem uitgekozen en liefgehad, maar Hij ons. Niet wij hebben Hem bedacht, maar Hij ons. En als we dat ook maar enigszins tot ons laten doordringen dan verandert alles en verbleken allerlei vragen en wat overblijft is een diepe vreugde. En dat is ook precies wat Jezus tegen zijn leerlingen, tegen ons zegt: ‘Dit zeg ik tegen jullie om mijn vreugde te geven en dan zal je vreugde ook volkomen zijn’.

Liefde en vreugde horen bij elkaar, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als mensen elkaar liefhebben hebben ze plezier in elkaars aanwezigheid. Blij elkaar te zien, elkaar blij te maken -liefde is niet egoïstisch, maar is gericht op de ander. Dat is geven uit de overvloed aan liefde, die nooit opraakt.

Ik kwam vroeger als puber van een jaar of 16 vaak als vriend van één van de jongens in een groot gezin. We hadden veel plezier met elkaar en soms hadden we het ook wel eens over boeken, die wij lazen. Eén van de zussen van mijn vriend was maar in één genre geïnteresseerd. Als we zeiden: dat boek moet je ook eens lezen, vroeg ze altijd: gaat het over liefde? Indien niet, dan liet zij het ongelezen.

Natuurlijk is liefde populair en belangrijk: het is als eten. Je kunt niet zonder.

In het Concertgebouw trad deze week Elizabeth Gilbert op, een Amerikaanse schrijfster, die haar boek promoot en daar lezingen over geeft. ‘Eat, Pray, Love’ heet haar boek: Eten, Bidden, Beminnen, dat wereldwijd al 12 miljoen keer verkocht is. Zij huppelt de trap af en zij begroet het publiek uitbundig met een paar danspasjes en zegt dan: Ik wil het vanavond hebben over liefde.

Prachtig toch? Het gaat over zelfacceptatie, over vragen waar je geen antwoord op hebt, de magie van het leven; het leven is de moeite waard, maar als het erop aankomt onbegrijpelijk en ondoorgrondelijk. Laat vooral de vreugde de dragende grondtoon zijn, zo vat ik haar boodschap even kort samen.

Ik denk, dat het niet zo ver afstaat van wat Johannes ons vanochtend schrijft.

Het gaat ook over liefde, vreugde en vragen, over vriendschap en er zijn voor de ander.

Is dat moeilijk? Komt er iets van terecht en waar leidt het toe?

Er zit misschien toch nog wel een lelijk en venijnig addertje onder het gras: je leven geven voor je vrienden, zoals Jezus ook zelf gedaan heeft. Misschien moeten we de ultieme en dramatische consequentie even tussen haken zetten. Alsof altijd het offer van de dood gevraagd wordt. Soms kan dat op je weg komen dat je letterlijk je leven geeft voor een ander. Juist rond 4 en 5 mei denken aan die voorbeelden, indrukwekkend is dat.

Maar je kunt het ook zo zien, dat je andere mogelijkheden, andere mogelijk te leven levens uitsluit en niet tot ontwikkeling laat komen, omdat je hebt gekozen voor die ene. En dat doe je consequent en voortdurend en zo geef je je andere leven op.

Waar leidt dit allemaal toe, wat is de zin ervan? Ik denk vooral, dat het een halt en een blokkade tegen de chaos is. ‘Niet als chaos schiep de eeuwige de aarde, maar om te bewonen heeft hij haar gevormd’, zo hoorden we van Jesaja. Uit en tot liefde is de wereld er, zo kunnen we er in de geest van Jezus aan toevoegen – of dat verhelderen.

Het gebod van Jezus, dat in wezen geen gebod is, maar aansluit op het wezen van ieder mens – om elkaar lief te hebben dient uiteindelijk ook dit doel. De liefde als een verzet tegen de chaos, het liefhebben als het meest sterke werkwoord tegen alles wat de aarde en de mensheid bedreigt en vernielt. Liefde: het enige, kwetsbare verweer tegen de chaos.

Wat zullen wij dan vragen? Om in Hem te blijven, met Hem verbonden te blijven, zoals de ranken met de wijnstok, om te volharden in de liefde, om dichtbij God te blijven en zo het dichtst bij onszelf, om vriend van God te zijn, geen slaaf, Hem in vrijheid en vreugde te dienen en niet plichtmatig of onderdanig – want zo komen wij als mens ook het meest tot ons recht en valt er eigenlijk ook niets meer te vragen, want in de Geest zijn wij één met de Vader en de Zoon en hebben wij alles ontvangen, hoewel wij niets bezitten.

Wat zijn de goede vruchten

die groeien aan de Geest?

De liefde en de vreugde,

de vrede allermeest,

geduld om te verdragen

en goedertierenheid,

geloof om veel te vragen,

te vragen honderduit!

 

 

 

 

Gepubliceerd in Blog
zondag, 30 september 2018 10:17

Nog een doos...

Preek gehouden op de 2e zondag van de herfst 30 september 2018 in de Oude Kerk n.a.v. Numeri 11: 24-29 en Markus 9: 38-41

 

Nog een doos…

 

In deze lange groene periode na Pinksteren gaat het eigenlijk voortdurend om de vraag: hoe werkt de Geest van Christus in ons leven, in het leven van de gemeente en in de wereld? Met Pinksteren, de gave van de Geest, is iets in werking gezet en hoe ontwikkelt zich dat dan? Is dat één rechte lijn van voortgang en vooruitgang of zijn er ook perioden van stagnatie en stilstand?

Markus is ons daarbij al enkele weken tot gids geweest en hij wijst ons op de geestkracht en vitaliteit van Jezus, die doden tot leven roept, doven gehoor geeft, blinden het zicht, demonen uitwerpt en mensen bevrijdt van wat hen knecht en beperkt. Jezus maakt – kortom – korte metten met beperkingen, begin van een nieuw leven!

En als de gemeente van Christus de geest krijgt dan weet zij als vanzelf wat haar te doen staat: in de geest van Jezus leven en werken en zo bevrijdend en dienstbaar in de wereld staan en gaan.

De twee verhalen van vanmorgen gaan daar eigenlijk ook over. Wat gebeurt er als de Geest vaardig wordt over mensen, wat gebeurt er als de Geest begint te waaien? En waait die Geest alleen in de kerk of ook er buiten?

Het boek Numeri – in het Hebreeuws heet het ‘In de woestijn’ – doet verslag van de lange weg door de wildernis. En Mozes treedt op als gids en als leider en hij probeert het ‘stelletje ongeregeld’ orde en regelmaat bij te brengen, maar zijn taak is zwaar en eigenlijk niet vol te houden. Nu beginnen ze weer te zeuren over hoe geweldig het allemaal in Egypte was: tsjonge, jonge, wat hadden we daar lekker eten en zij begonnen te likkebaarden als ze elkaar de menu’s oplepelden.

En hier krijgen we alleen maar elke dag manna, dat ons de neus uitkomt.

Je zult maar leider zijn van zo’n horde, die met gebalde vuisten voor je tent staat te schreeuwen, dat het anders moet.

Vroeger was alles beter…o ja? Weet je het wel zeker? Weet je niet meer, dat je keihard moest werken en dan ’s avonds als een blok in slaap viel?

Vroeger was alles beter…o ja? Idealiseer je het verleden niet teveel? Waardeer de gaven en kansen van deze tijd eens wat meer.

Maar Mozes kan praten als Brugman, maar zij willen ‘vlees en vis’…zij willen niet meer alleen die vegetarische slappe hap, maar een stevige carbonaat, een ‘stake’ gebraden op het vuur, zoals in Egypte. Zij willen helemaal geen nieuw en ander volk zijn, maar precies zo zijn als de rest, als de meerderheid. ‘Gij geheel anders’ daar willen ze niks van weten.

Mozes dreigt het spel te verliezen en hij staat al op het punt om ‘de koning’ om te leggen, maar de HERE God heeft nog een meesterzet in gedachten. Dat is de zet van de veelheid van inzichten en de meervoudigheid van de geestkracht en daadkracht. Niet jij alleen, Mozes, zal de dienst uitmaken en overal verantwoordelijk voor zijn, maar de leiding zal voortaan bij 70 oudsten berusten. Hier vindt een soort democratisering van het bestuur plaats, waar we nog steeds de goede vruchten van plukken. En dat alles wordt toegeschreven aan de Geest.

Wij kunnen in de kerk wel eens klagen en zuchten over de vele vergaderingen en gemeenteberaden, maar laten we er vooral ook blij om zijn, dat niet één man of vrouw de dienst uitmaakt, maar dat de weg vooruit na rijp beraad en na ieder gehoord te hebben bepaald en ingeslagen wordt.

Hier wordt dat ‘profeteren’ genoemd. Dat is niet ‘de toekomst voorspellen’, maar het heeft wel iets met de toekomst te maken: zoveel verbeeldingskracht hebben, dat je met elkaar je de toekomst kunt voorstellen en dat je daar samen aan gaat werken. Zullen wij die toekomst ‘meemaken’? Ja, die maken wij samen mee…wij met elkaar maken de toekomst. Zo werkt de Geest!

Maar dan komen ook ineens Eldad en Medad op de proppen. Zij horen helemaal niet bij de kerk – laat ik het zo gemakshalve even samenvatten – maar zij hebben wel hart voor de zaak, zou ik willen zeggen. En die zaak valt niet samen met de kerk. Wat is die ‘zaak’ dan? Wel, dat is de liefde. Want laten we eens letten op de betekenis van hun namen: El-dad betekent: de liefde van God of liefde tot God en Me-dad betekent ‘liefde’ of ‘geliefde’. Hier raken we toch wel aan de kern van de zaak, nietwaar?

Zo kunnen we zeggen, dat overal waar uit liefde voor God en de medemens gehandeld wordt, dat daar Gods Geest werkzaam is. In de kerk en buiten de kerk. Soms kan daar in de kerk wat krampachtig of afwijzend op gereageerd worden. Ook in het verhaal van Numeri komt Jozua naar voren om te zeggen, dat die twee hun mond moeten houden. “Let it be!”, zegt Mozes. Laat ze hun gang gaan! Zo ook de leerlingen van Jezus, die iemand tot de orde willen roepen, die boze geesten uitdreef in Jezus’ Naam, maar zich niet verder wilde aansluiten bij de gemeente van volgelingen van Jezus. En ook Jezus zegt: “Let it be!” Wie niet tegen ons is, is vóór ons! Al geeft iemand maar een beker water aan iemand, die bij Christus hoort, die zal zeker beloond worden.

De Geest waait, waarheen zij wil en zij waait soms uit onverwachte hoek.

Dat brengt mij nog even terug bij de startdienst van vorige week. Toen werd er even flink ‘uitgepakt’ – want de kerk had heel wat in de aanbieding: pastoraat, diaconaat, vorming en toerusting, jeugdwerk en eredienst. De ene verhuisdoos na de andere ging open en een veelheid van activiteiten en goede voornemens werd gepresenteerd. De meervoudigheid van het werken van de Geest kwam ook op die manier sprekend naar voren.

Waren dat alle dozen? Ja, voor die zondag wel en dat was ook voldoende. Je kunt altijd zeggen: hé, ik miste nog een paar dozen, bijv. die van bestuur en beheer, die van beleid en financiën, die van communicatie en missie. Maar wacht eens, er werd niet gestreefd naar volledigheid. En als ik nu zelf toch ook nog één doos op tafel zet dan moet u dat zien als een ‘aanvul-doos’, een extra doos, die het geheel completeert.

Ik pak hem er even bij. Hij is niet zo groot, het is maar een klein doosje, dat je gemakkelijk over het hoofd ziet, maar volgens mij zit er wel wat in…

En toch, wat er in zit kan ik niet grijpen, niet be-grijpen. Het heeft te maken met de ongrijpbare, onbegrijpelijke presentie van God, het geheim van zijn aanwezigheid, het mysterie van ons gemeente-zijn, dat zich als een wonder in de wereld voordoet, het ongrijpbare waaien van de Geest in ons leven en in de wereld. Dat geheim, dat niet maakbaar is en niet te peilen, dat ons soms in de stilte of in een lied komt aanwaaien, dat zit a.h.w. allemaal in deze doos verstopt. Dat is niet groots en opdringerig, maar eerder verborgen en als een stille stem in het hart.

Wie er een woord aan wil geven zegt misschien ‘God’. Een ander zal zeggen ‘het geheim van het leven’. Paulus zou zeggen: ‘de liefde’.

In 1 Korinthe 13 heeft hij dat prachtig en machtig samengevat in dat onnavolgbare gedicht, het hooglied van de liefde, dat ik tenslotte in bewerking van Karel Eykman zal lezen en dat staat a.h.w. aan de binnenkant van de rol uitgeschreven – en – zo wil ik er aan toevoegen – hiermee hebben wij ook onze eerste kerkenraadsvergadering in het nieuwe seizoen geopend:

 

Zonder liefde ben je nergens

 

Al kon ik nog zozeer / in prachtige preken

Mijn redes afsteken /en wist wijze woorden op ieder gebied

Maar had de liefde niet

Dan was het toch meer / wat trommelgekletter

Gezwets en geschetter / had ik de liefde niet.

 

Al blies ik trompet / hoog van de toren

Al zong ik in koren / de sterren van de hemel, het hoogste lied

Maar had de liefde niet / dan klonk het toch net

Als toeters en bellen.

Ik had niets te vertellen / had ik de liefde niet.

 

Zonder liefde ben ik nergens

Zonder jullie stel ik niets voor.

Had ik jullie niet bij me / dan ging ik er aan onderdoor.

Want liefde is echt en liefde is aardig

Is open, oprecht / en eerlijk, rechtvaardig.

’t Is liefde die ziet / hoe opnieuw te beginnen

Die ieder verdriet / ook de dood kan overwinnen.

 

(Karel Eykman - bij 1 Kortinthe 13)

 

Gepubliceerd in Blog