Logo dsCH 

smallbanner 2

Hier kunt u mijn weblog lezen
Hier publiceer ik mijn recente preken: reacties zijn altijd welkom! Zo kan deze weblog de functie van een voor- en nagesprek krijgen.
Als je wilt reageren op 'tekst en inhoud' van mijn weblog, klik dan op de titel van het betreffende artikel. Dan verschijnt een nieuwe pagina, waarop de optie "Reageer als eerste" staat vermeld.

line

zondag, 17 december 2023 14:51

Verwachtingen wekken

Overdenking gehouden in de geloofsgemeenschap “De Drie Ranken” te Apeldoorn op zondag 17 december 2023 (Gaudete – Verheugt u!) – 3e zondag van Advent n.a.v. Lukas 1: 5-24, de derde in een serie met als thema “Als het onmogelijke…”

 

Verwachtingen wekken

 

Het 3e verhaal over ‘als het onmogelijke…’ ligt duidelijk in de lijn van de voorgaande verhalen: de 1e over Abraham en Sara, die op hun oude dag nog een kind krijgen; het 2e over de aankondiging van de geboorte van Simson en dan vanmorgen horen wij het relaas van Zacharias en Elizabeth, die onverwacht in verwachting raken van de komst van hun zoon Johannes. Het lijkt wel een combinatie van beide verhalen: hoge ouderdom, omringd door ongeloof, belachelijk zelfs en Johannes wordt al net zo’n ruige en voorlopige figuur als Simson.

Lukas, die dit verhaal vertelt als opening van zijn evangelie, is natuurlijk meer een evangelist dan een historicus. De vraag of alles wel precies zo gebeurd is, zoals hij beschrijft, vindt hij niet zo interessant: het gaat meer om de grote lijn, het grotere verhaal en het grootse perspectief, waarin hij alles ziet gebeuren.

Als we teveel gewicht toekennen aan onze ratio en alleen maar kunnen opperen: hoe kan dat nou? En: heb jij wel eens een engel gezien? En op zo hoge leeftijd nog een kind krijgen? dan schieten we toch langs de kern heen.

Immers, als we zo het evangelie tegemoet treden dan zijn wij het die het verhaal gaan overmeesteren, terwijl het de bedoeling is, dat het verhaal ons overmeestert en dat het ons raakt, in beslag neemt, versteld doet staan en hoop geeft.

Dat brengt me even op het gesprek, dat twee kinderen onlangs op de achterkant van mijn ochtendkrant voerden: een jongetje van 5 en een jongetje van 3 jaar oud. De oudste leest voor uit een Sinterklaasprentenboek en zegt: “Kijk, hier zie je Sinterklaas op zijn paard over het dak rijden”. De 3-jarige reageert en zegt: “Dat kan niet!”. Het broertje gaat naar het volgende plaatje, waarbij hij zegt: “Kijk, hier gooit Zwarte Piet een pakje door de schoorsteen”. “Kan niet!” is de reactie van het 3-jarig jongetje. Zijn oudere broertje gooit het boek dicht en zegt verontwaardigd: “Ik stop ermee. Jij bent nog veel te klein om dit te begrijpen!” Zo is er ook misschien wel een zekere volwassen geestelijke rijpheid en ontvankelijkheid nodig om dit soort (bijbel)verhalen te begrijpen, te verstaan.

Terwijl Lucas ervoor gaat zitten om dat verhaal op papier te krijgen, vraagt hij zich af: hoe zal ik nu beginnen? Waar is het op geïnspireerd? Dat is een heel goede en verstandige vraag. Je kunt dat verhaal over Jezus niet zomaar domweg beginnen; dat verhaal komt niet zomaar plotseling uit de lucht vallen en valt ook niet zomaar ongevraagd en ongewenst op de deurmat, zoals een blauwe envelop. Nee, zo moet Lucas gedacht hebben, dat verhaal staat in een groter verband, er gaat een geschiedenis aan vooraf, er is iets van voorbereiding, en er is ook een sfeer, een milieu, waarin dat verhaal a.h.w. gesmeed wordt en waar het uit voortkomt. De kerk heeft daarom ook de Adventsweken ingesteld, o.a. om na te gaan, hoe het ook alweer begonnen was.

En zo komt Lucas allereerst tot twee heel concrete aanwijzingen: hij noemt een tijd en hij noemt een plaats. M.a.w. hij vraagt zich af: wanneer en waar is het verhaal begonnen? En dan begint hij met het noemen van een naam, die boekdelen spreekt, koude rillingen bezorgt en meteen alles op scherp zet, ja zo scherp als een zwaard, dat Johannes, over wiens geboorte dit verhaal begint, de kop zal kosten! Het noemen van die naam, Herodes, is het aanduiden van een periode, maar ook het typeren van iedere tijd onder bewind van dictators en wereldmachten. Tijden, die zich telkens voordoen – telkens onder andere namen: ik hoef ze niet te noemen of te herhalen, maar zij fungeren als de vertegenwoordigers van macht en onrecht, van onheil en bruut bestuur. Dat zijn de dagen van Herodes...ja, inderdaad, de dagen! (helaas is dat wegvertaald in de nieuwe Bijbelvertaling). En zijn dagen zijn geteld, zijn tijd is altijd beperkt, in iedere periode gaat het altijd om ‘de dagen’ van Herodes.

Zo bevinden we ons samen met Lucas eerst op het vlak van de politiek, van de wereld van de macht, van het profane, het seculiere: allesomvattend, niemand ontkomt er aan. We hebben er allemaal en altijd mee te maken. Maar is dat alles? Nee, ook is van belang te vragen wáár het verhaal begint.

Want Lucas laat ons nu iets zien, wat we eigenlijk niet kunnen zien. Hij begint te spreken en te vertellen over een andere ruimte: het is de ruimte van de eredienst, de ruimte van de religie, de ruimte van de omgang met God. Verborgen omgang, binnen-ruimte. In deze Godvergeten wereld is er een plek, waar geloofd en beleefd wordt, dat God ons niet vergeet. Die plek heet hier ‘de tempel’. Waar is de tempel? Wel, de tempel is overal en nergens. Die tempel is overal, waar twee of drie bijeen zijn in de naam van de drie-ene God; de tempel is daar en overal, waar mensen hun hart opheffen tot God, overal waar mensen God aanbidden in geest en in waarheid. Die tempel is daar, waar mensen plannen smeden om recht en gerechtigheid vorm te geven in deze wereld, waar vredestichters hun stem verheffen en waar de zachte krachten van de liefde het winnen van brute dikdoenerij.

Ik moet denken aan dat prachtige lied: Niet als een storm, als een vloed, niet als een bijl aan de wortel, maar als een glimp van de zon, als een groene twijg in de winter, komen de woorden van God. Niet in het graf van voorbij, niet in een tempel van dromen, hier in ons midden is Hij, hier in de schaduw der hoop.

In dit verhaal van Lucas is het nog wel een concreet gebouw, van stenen en hout, ijzer en goud, maar dat zou niet lang meer duren. Maar, zoals in het geciteerde lied, zo gaat het ook Lucas niet zozeer om een tempel van steen en hout, maar om datgene, waar de tempel voor staat: voor de communicatie met God en voor het handelen naar zijn bedoelingen. Dat er te midden van deze wereld van geweld en terreur, van angst en onzekerheid, een mogelijkheid is om op adem te komen, je geborgen te weten, je angsten te kunnen overwinnen, kortom, dat er een plek, een ruimte is, die hoop geeft, die toekomst aanreikt, waar verwachtingen gewekt worden! Dat is een Godsgeschenk!

Ja, het is inderdaad vooral een plek, waar verwachtingen gewekt worden in doodgelopen situaties.

Te midden van deze vastgelopen situatie, terwijl niemand er eigenlijk meer iets van verwacht, schept de Heer zelf verwachtingen! Dat is wat Lucas probeert te vertellen en hij doet dat indrukwekkend en meeslepend en hij laat Gabriël opdraven vanuit de hemel en er klinken stemmen en alles begint wat onwerkelijk en onvoorstelbaar te worden - duizelingwekkend - , maar wat onmiskenbaar is is dit, dat er een nieuwe toekomst geopend wordt. Dat het onmogelijke mogelijk wordt en dat omdat het gegeven wordt. Die verwachting is een gave, een vrije gift. Valt zomaar in de schoot. Hoeft Zacharias niets voor te doen, bijna niets, zou ik denken. Zoals bij Abraham en Sara, onverwachte verwachting, nooit te oud om te verwachten…

Die stem klinkt rechts van het altaar. Rechts van ons, rechts in ons, in onze hersenen, zou een neuroloog kunnen beweren, is a.h.w. een opening naar boven, naar buiten. Daar is oog voor het onzienlijke, daar ontwikkelt zich de fantasie en de creativiteit. Daar komen gedachten op gang, die te mooi zijn om waar te zijn. Althans, dat roept de linkerhelft er tegen in…maar wat, als ze zowel waar als mooi zijn?

Zacharias staat hier model voor iedereen, die zich niet gewonnen wil geven aan het onmogelijke. Zijn wereld is dichtgetimmerd – en we hebben het zelf gedaan! - en zonder openingen.

Maar die fantasieën en utopieën, die vergezichten en toekomstbeelden laten zich niet voor niets gelden. Gabriël wordt niet voor niets uitgezonden!

Want hoe verrassend is het niet en wat maakt het ook mij blij, dat er zomaar ineens, onverwachts, iets nieuws gebeurt. Dat een doodgelopen verhaal plotsklaps weer vaart krijgt. Als het onmogelijke…

Zacharias wil eerst bewijzen zien, te mooi om waar te zijn, te gek om mogelijk te worden, zo redeneert hij . Wij zijn oud en onvruchtbaar. Dan houdt alles op, toch? Einde verhaal. O ja?

Als je er verder niets over te zeggen hebt, Zacharias, dan kun je misschien beter maar even je mond houden. En zo wordt Zacharias beslist, maar ook heilzaam het zwijgen opgelegd.

Ik denk wel eens: wij redeneren misschien ook wel te veel. We willen alles controleren, beheersen en overzien en alles moet passen binnen ons wereldbeeld. Maar zo sluiten wij ons af en op in ons eigen gelijk, maar het is o zo beperkt – hoe heilzaam is dan het zwijgen, wanneer het zich als een lege ruimte vult met de belofte van iets nieuws. Zo worden onverwachte verwachtingen gewekt. Ook vandaag, bij ons, in deze ruimte, in de stilte.

 

Gepubliceerd in Blog
zondag, 05 december 2021 16:45

Onverwachte verwachting

Overdenking gehouden op de 2e zondag van Advent 5 december 2021 in de Westerkerk van de Protestantse Gemeente te Gouda n.a.v. Lukas 1: 26-38

 

Onverwachte verwachting

 

Vanmorgen krijgen wij te horen het onbegrijpelijke bericht over de onverwachte verwachting en de onmogelijke geboorte. De vraag die ons daarbij voortdurend bezighoudt is precies ook de vraag, die Maria stelt: Hoe zal dit zijn? Of: hoe kan dat nou?

Dat brengt me even op het gesprek, dat twee kinderen onlangs op de achterkant van mijn ochtendkrant voerden: een jongetje van 5 en een jongetje van 3 jaar oud. De oudste leest voor uit een Sinterklaasprentenboek en zegt: “Kijk, hier zie je Sinterklaas op zijn paard over het dak rijden”. De 3-jarige reageert en zegt: “Dat kan niet!”. Het broertje gaat naar het volgende plaatje, waarbij hij zegt: “Kijk, hier gooit Zwarte Piet een pakje door de schoorsteen”. “Kan niet!” is de reactie van het 3-jarig jongetje. Zijn oudere broertje gooit het boek dicht en zegt verontwaardigd: “Ik stop ermee. Jij bent nog veel te klein om dit te begrijpen!”

Bij onze zoektocht naar wat Lucas ons wil vertellen is het goed dit gesprekje in gedachten te houden...

Ik probeer samen met u de antwoorden, die gegeven worden op deze vraag, langs te lopen. Eerst vanuit ons eigen denken en redeneren, dan pogingen vanuit de kerk om het inzichtelijk te maken en dan schuiven we steeds verder richting Lucas, in de hoop dat hij het verlossende antwoord geeft – en hoe we dat dan hebben te verstaan.

Een eerste reactie van veel mensen – en daar moeten we onszelf ook bij rekenen – is: dat kan natuurlijk helemaal niet! Heb je ooit wel eens gezien of gehoord, dat een meisje van 13 zwanger wordt zonder dat ze door een man bevrucht is. Uitgesloten is dat. Als Jozef het niet gedaan heeft dan wel iemand anders. Ja, misschien is ze wel overweldigd door een Romeinse soldaat. Zoiets oppert Paul Verhoeven in zijn boek over Jezus. Al dit soort bedenkingen en bedenksel blokkeren volgens mij precies wat verteld wil worden. We gaan er met onze dikke huid of knappe koppen bovenop zitten en het evangelie bezwijkt onder de lasten van onze ratio: Lucas monddood gemaakt.

Een andere mogelijkheid is, dat we gaan zeggen: Ja, het kan best, wel in hoge uitzondering, maar het kan wel…

Dan gaan we het verhaal ondersteunen met opnieuw aangebrachte draag- en steunbalken, die we halen uit het bos van de fantasie of uit het boek der natuur. Bijv. als we ons best gaan doen om aan te tonen, dat er ook wel andere gevallen bekend zijn van wonderbaarlijke zwangerschappen en dito geboorten. Bijv. bij bepaalde diersoorten kom je dat wel tegen, dat vrouwtjes zwanger worden zonder dat er een mannetje bij komt kijken. Parthenogenese heet dat dan. (Toen ik eens over dit gedeelte gepreekt had zei iemand bij het uitgaan van de kerk dat tegen mij, waarschijnlijk een bioloog of arts: hebt u nooit gehoord van parthenogenese? Ik keek hem verbaasd en ongelovig aan en ontdekte toen wat ik zojuist hierover meldde). Dan zeg je eigenlijk: het is wel vreemd en wonderbaarlijk, maar het kan wel.

Of er wordt een sprongetje gemaakt van de bijzonderheid van het kind en zijn geboorte naar de bijzonderheid van de moeder. Maria moet zelf ook al iets bijzonders zijn geweest, smetteloos rein en onkreukbaar en om dat te bereiken moet zij ook zelf op een bijzondere wijze ontvangen en geboren zijn: Maria is zelf ook onbevlekt ontvangen, zo gaat dan het verhaal, dat de bedevaartplaats Lourdes heeft voortgebracht. De onbevlekte ontvangenis van Maria moet de wonderlijke geboorte van Jezus aannemelijk maken, maar hoe wonderlijk is de onbevlekte ontvangenis zelf, nietwaar? Het wordt toch weer teveel biologie, en te weinig theologie.

Nee, Maria moeten we niet willen leggen op de tafel van de anatomische les. Het gaat niet aan te willen weten welk bijzondere DNA het kindje Jezus nou eigenlijk had en of dat voor een deel afkomstig was van Maria en voor een ander deel van God.

Ik denk dat al dit soort bedenkingen en bedenksels opkomen uit de wens om er toch grip op te krijgen. Om het toch te begrijpen, om het toch te plaatsen in ons wereldbeeld en binnen onze werkelijkheid.

Maar, beste gemeente, er valt helemaal niets te begrijpen. We kunnen het evangelie en het kindje Jezus alleen maar ontvangen. Zoals Maria, die alleen maar zei: Mij geschiede naar uw Woord. Laat het maar gebeuren. Laat maar komen, dat kind.

En zo werd zij de ‘moeder Gods’, ‘theotokos’, zoals in de oude Griekse kerk en in andere delen van de kerk wereldwijd werd en wordt beleden. Maria heeft door haar moederschap een heel bijzondere positie gekregen in het heilswerk van Godswege. Maar we doen haar m.i. onrecht als we haar daarom op een voetstuk gaan plaatsen en haar bijna goddelijke eer geven. Zij was ook gewoon een heel gewoon mens, maar het bijzondere was dat zij zich beschikbaar stelde om God in haar te laten werken. Om zwanger te worden van deze belofte, dat God zelf door haar bij ons kwam wonen. Een Godswonder – wie hier probeert te verklaren en te redeneren doorbreekt de betovering en het geheim spat uiteen als een zeepbel.

We zullen trouwens nooit het wonder van de geboorte van het kindje Jezus inzien, als we het wonder van de geboorte van ons kind of onze kinderen of van onszelf niet beseffen.

Als Lucas gaat schrijven over de conceptie en de geboorte van Jezus, dan moet je eigenlijk alle biologie-kennis achter je laten en over hoe het natuurlijk in zijn werk gaat nu eens even vergeten – dat doet niet ter zake – nee, zegt Lucas vertellenderwijze – als we echt iets van het geheim van zijn leven willen verstaan moeten wij van God uitgaan, bij en met Hem beginnen. En dat geldt eigenlijk voor het leven van ieder mensenkind…bedenk dat ook!

En zo kunnen we op het geboortekaartje van Jezus lezen: uit Gods hand is ons in de schoot geworpen dit unieke kind en we noemen zijn naam Jezus.

Wat was nou het bijzondere van Maria’s houding, die ons ten voorbeeld kan zijn? Wel, dat zij zich open stelde voor God. Zij maakte ruimte voor Hem in haar leven. Zij was bereid te ontvangen…nee, niet om te bezitten… Ontvangen, telkens weer, met open, lege handen.

Nu komen we steeds dichter bij wat Lucas heeft willen vertellen, maar we komen nooit op het punt, dat we zeggen: O, zit het zo! Nou snap ik het!! Ik heb wel eens eerder een preek gewaagd aan dit bijbelgedeelte en toen zei na afloop iemand tegen mij: Ah, nu snap ik, hoe het zit met Maria en zo…en toen dacht ik: dan moet ik mijn preek nog eens herzien en er nog eens over preken. Bij dezen dan...

Uiteindelijk moet er m.i. één zin blijven haken en dat is deze: geen woord en geen daad van bij God zal machteloos zijn! Of, zoals de Nieuwe Vertaling heeft: want voor God is niets onmogelijk! Daar hangt alles aan. In het licht van deze belijdenis verdampen onze bedenkingen en vallen onze theorieën als dominostenen om. Ook onze bewering “zo is het precies gebeurd” smelt weg als sneeuw voor de zon. “Het kan niet” en “het kan wel” hoort allemaal thuis aan onze kant van de streep, maar het is een engel, van de overzijde, die ons moet zeggen: voor God is niets onmogelijk!

En daardoor komt alles er ineens anders uit te zien, want dan is niets vanzelfsprekend meer: ook niet dat ik er ben, en dat ik hier zit of sta en dat ik dit bericht hoor en er over nadenk en dat ik mij erdoor laat raken. Dat is allemaal dankzij de mogelijkheden van God.

Dat geldt niet alleen de geboorte van Jezus, dat als een Godswonder en een Godsgeschenk ons in de schoot geworpen wordt, het geldt ook voor onszelf, ja, het geldt in feite voor alles – en zo komt de geboorte van het Christuskind in het juiste licht te staan, in het licht van Gods mogelijkheden, waaruit ook wijzelf zijn voortgekomen. Zo is het precies ook met het geloof, ons geschonken van Godswege, zodat wij zijn als nieuw geborenen, niet uit de wil van een man, maar uit God geboren!

Lukas, tenslotte, kende bovendien het verhaal van de geboorte van de Romeinse keizer Augustus: de god Apollo had in de gedaante van een slang zijn moeder (van Augustus) zwanger gemaakt en zo verdiende keizer Augustus daarom ook goddelijke eer.

Maar hier komt zijn rivaal, zo wil Lukas vertellen en zijn afkomst doet niet onder voor die van Augustus. Nu staat niet de slang aan het begin, maar de duif (zo voeg ik er apocrief aan toe), symbool van vrede en gerechtigheid. Zijn oorsprong, zoals verteld door Lukas, onthult a.h.w. zijn manier van doen, zijn opdracht en zijn toekomst. Hij zal vorst van de vrede zijn en zijn koningschap zal geen einde hebben en geen begrenzing kennen en het omvat uiteindelijk alle mensen in alle tijden, die zich in hem verheugen en hem willen volgen.

Ook wij maken deel uit van die stoet en wij zien uit naar Hem, die gekomen is en komt.

Gepubliceerd in Blog
dinsdag, 26 december 2017 12:47

In de binnenkamer

Overdenking gehouden in het 2e gedeelte van de Kerstnachtviering 2017. Het eerste deel “In de voorhof” bestond uit lezingen (in het Drents), samenzang en muzikale en dichterlijke ‘performances’, terwijl het tweede deel “In de binnenkamer” een meer meditatief-liturgisch karakter droeg.

En Maria bewaarde al deze dingen (woorden) in haar hart en bleef er over nadenken… (Lukas 2)

 

In de binnenkamer

 

Als Maria een beetje bijgekomen is van de bevalling en nadat Jozef nogal onhandig het kindje in doeken had gewikkeld – Maria moest er een beetje om huilen en lachen tegelijk: het leek wel een mummie – en nadat de herders hun wat zweverige verhaal hadden verteld, iets over verschijningen en lichtflitsen – allemaal een beetje vaag, vond Maria – en nadat zij weer waren teruggegaan naar hun velden en schaapjes, toen begon Maria alles nog eens te overwegen in haar hart.

Deze overdenking is a.h.w. een poging om daar wat dichterbij te komen. Dat we proberen Maria te volgen in haar gedachten en overwegingen.

Lukas, die op zijn manier ons dit verhaal verteld heeft – niet als een historicus of journalist, maar als een evangelist – gebruikt hier een uitdrukking, die hij ook al eerder heeft geopperd, namelijk dat zij ‘deze dingen, deze woorden bewaarde en erover bleef nadenken’. Datzelfde vertelt Lukas namelijk ook bij het prille begin, wanneer Maria verteld wordt, dat zij zwanger zal worden. Dat was ook allemaal een beetje vreemd en onnavolgbaar en ook dan bewaart Maria dat in haar hart en zij blijft erover nadenken.

Dat bewaren is als het bewaren van een geheim. Het is iets puur van jezelf, je kunt er eigenlijk niet over praten met anderen. Het is haar levensgeheim en als ze er iets over wil zeggen dan zingt zij erover.

Dat bewaren is ook een soort ‘bewaken’, er de wacht over houden, zoals de herders deden over hun kudde, zo houdt Maria de wacht over wat er allemaal gebeurd en gezegd is. Dat moet je a.h.w. in een doosje doen, een soort schatkistje, waarin je al je herinneringen bewaart. Die gaan van het begin af aan, van de eerste aankondiging, via alle stadia van haar zwangerschap: zo ging het kind in haar te groeien. Totdat zij het niet meer bij zich kon houden, het werd al groter en groter en zo ligt haar kind nu in de voederbak als in een bewaarkistje. Maar het kind bewaart ze vooral in haar hart, in haar binnenkamer. Dit kind is als God voor haar.

Zij blijft er maar over nadenken. Lukas schrijft eigenlijk, dat zij alles ‘bij elkaar werpt’, alle gedachten, alle gebeurtenissen, alle woorden, alle ideeën, - alle ingrediënten voegt zij bij elkaar en dan ziet zij zichzelf en haar kind worden tot een ‘symbool’ (dat is precies het woord, dat Lukas hier gebruikt nl. ‘sym-balloo’ = samen-werpen, bijeenbrengen)!

Maria nodigt ons uit om alles nog eens op een andere manier te bekijken en te overwegen. Dat we meer oog en oor krijgen voor de symbolische betekenis en waarde van het kerstfeest, dat wij moeder en kind als symbolen zien van geborgenheid en zorg. De geboorte van een kind, het meest kwetsbare en meest hoopvolle moment van ieders leven.

De hele situatie daar in Bethlehem is als een symbool van onze alledaagse werkelijkheid, grauw en bedreigd, zoals mensen op de vlucht zijn, geen plek vinden…, maar een kind wijst de weg naar de toekomst. Dit kind spoort later grote mensen aan om zelf te worden als een kind. Hij is het, die zelf geen steen heeft om zijn hoofd op neer te leggen, die mensen uitnodigt om Hem na te volgen door het op te nemen voor wie vergeten wordt en niet in tel is en dat je met je eigen miezerige kracht toch in staat bent bergen te verzetten. Noem het geloof, noem het hoop, al is het maar klein en onopvallend.

Ik hoop, dat we de geboorte van dit kind en van ieder kind altijd als een symbool blijven zien, als het begin van een verandering, een andere tijd begonnen.

En dat we ons niet laten afleiden door wat er van gemaakt is en van gemaakt wordt, dat wanneer je struikelt over de kerstversieringen en door de kerstbomen het bos niet meer ziet, dat we kern niet uit het oog verliezen, maar zoals Maria die altijd blijven bewaren en bewaken in ons hart. Anders wordt het, zoals ik onlangs hoorde van dat al wat oudere echtpaar, dat  over een feestelijke kerstmarkt liep en zij vergapen zich aan alle mooie snuisterijen, die er te koop zijn en hij staat vaak geduldig te wachten en zijn vrouw wil bij iedere winkel naar binnen en op een gegeven moment zien zij ook een aankondiging van een kerkdienst en op een flyer lezen ze ‘A babe is born’. “Het moet toch niet gekker worden”, zeggen zij tegen elkaar, “zij halen tegenwoordig Jezus ook overal bij…”

Ik wens u allen een vrolijk en meditatief Kerstfeest!

Gepubliceerd in Blog