Logo dsCH 

smallbanner 2

Hier kunt u mijn weblog lezen
Hier publiceer ik mijn recente preken: reacties zijn altijd welkom! Zo kan deze weblog de functie van een voor- en nagesprek krijgen.
Als je wilt reageren op 'tekst en inhoud' van mijn weblog, klik dan op de titel van het betreffende artikel. Dan verschijnt een nieuwe pagina, waarop de optie "Reageer als eerste" staat vermeld.

line

dinsdag, 11 juni 2024 17:02

Met goud bekroond

Mijn volgende hoofdstuk van het boek over ds. Rein de Geer (1791-1840) - hoofdstuk 6 - gaat over zijn inzending voor een prijsvraag, die uitgeschreven was in 1821 om te dienen als handleiding bij het vruchtbaar lezen van de Bijbel. De inzending van Rein werd met goud bekroond.

De inleiding daarop vind je hieronder.

Het portret is een door AI gegenereerde afbeelding van een theologiestudent in het begin van de 19e eeuw. Hij zou er dus zo uitgezien kunnen hebben, maar niemand weet dat, want een portret is nooit van hem gemaakt.

 

 

HOOFDSTUK 6

 

Met goud bekroond

 

Toen de Fransen uit het land waren verdreven of vertrokken en de zoon van oud-stadhouder Willem V vanuit Engeland in 1813 als de nieuwe koning Willem I was geïnstalleerd gaven deze gebeurtenissen aanleiding tot de gedachte, dat er een nieuwe tijd was aangebroken. Er was een sterk verlangen om de oude tegenstellingen in de politiek, in de kerk en in de samenleving te boven te komen en de oprichting van het Nederlandsch Bijbelgenootschap was daar ook een uiting van. Geïnspireerd op het Engelse Bijbelgenootschap kwam men in 1814 tot de stichting van de Nederlandse variant daarvan en één van de doelstellingen was om de Bijbel onder brede lagen van de bevolking beschikbaar te maken, zodat men in staat gesteld werd de Bijbel te lezen zonder confessionele of dogmatische richtingwijzers of duidingen. De mensen zouden de Bijbel sec als Woord van God tot zich kunnen nemen, zo was de leidende gedachte. Het was een loffelijk, maar ook enigszins naïef voornemen, maar op deze wijze liet men wel zien, dat men de oude confessionele tegenstellingen en strijdpunten achter zich wilde laten en deze zo mogelijk ook kon overstijgen.

Natuurlijk werd dit na enige tijd een onderwerp van gesprek en discussie onder aanhangers en vrienden van het Bijbelgenootschap, of de Bijbelverspreiding wel werkelijk vruchtbaar kon zijn, als er niet een gids of handleiding beschikbaar zou komen. Zo kwam een Gezelschap Bijbelvrienden in 1821 op de gedachte om een prijsvraag uit te schrijven, waarbij de opdracht was om aan te tonen, dat de Bijbel een in vele opzichten interessant en lezenswaardig boek was. Maar ook werd gevraagd naar adviezen hoe en in welke volgorde men het beste de Bijbel(boeken) kon lezen, kortom hoe kon men ‘wél en vruchtbaar de Bijbel lezen’. Het uitschrijven van deze prijsvraag – een veel voorkomend fenomeen sinds het laatste kwart van de 18e eeuw – wijst er al op, dat het ter beschikking stellen van Bijbels alleen niet voldoende werd geacht om mensen geïnteresseerd te laten zijn in en vatbaar te maken voor de inhoud ervan. Daartoe was een handleiding of gids onmisbaar, zo meende dit gezelschap en het uitte door het uitschrijven van deze prijsvraag impliciet kritiek op het beleid van het Nederlandsch Bijbelgenootschap.

De inzendingen zouden beoordeeld worden door drie toonaangevende kopstukken in godgeleerd Nederland, te weten de heren J. van Geuns, doopsgezind predikant te Amsterdam, J. Clarisse, hoogleraar te Leiden en I.J. Dermout, hofprediker en predikant te ’s-Gravenhage, alle drie niet-dogmatische, boven-confessioneel denkende theologen.

 

Terwijl ds. Rein de Geer zijn laatste jaar uitdiende in Lienden kwam deze prijsvraag ‘als geroepen’ bij hem binnen. Hij was er wel aan toe om wat meer tijd aan studie te besteden en het beantwoorden van deze prijsvraag leidde hem bovendien op een zinnige manier af van alle beuzelingen en teleurstellingen in Lienden. Blijkbaar werd ‘de Geest vaardig over hem’, want in enkele weken tijd had hij zijn voorstel, zijn essay, afgerond en ingestuurd. In gedrukte vorm kreeg het een omvang van ruim 130 pagina’s. Het is bijna onvoorstelbaar hoe Rein in zo korte tijd zoveel op papier heeft kunnen zetten, maar mogelijk heeft hij kwistig gegrist uit zijn vroegere collegedictaten, die hij wellicht in zijn bureaulade had liggen. Maar hoe het ook zij, een prestatie van de bovenste plank was het! De juryleden zagen dat blijkbaar ook in, want van de acht inzendingen werd die van Rein als de beste beschouwd en met goud bekroond. Handleiding tot het wel en vruchtbaar lezen van den Bijbel werd de titel van zijn inzending, dat in 1822 in ‘s-Gravenhage verscheen bij wed. J. Allart en Comp.

Wat Rein in zijn prijsverhandeling allemaal ter sprake brengt en aanvoert om mensen enthousiast te maken om de Bijbel te lezen wil ik in hoofdlijnen aan de lezer voorleggen om vervolgens te vernemen wat zijn tijdgenoten ervan vonden en tenslotte bezien welke indruk(ken) zijn verhandeling op ons nalaat.

 

 

 

 

Gepubliceerd in Blog
woensdag, 18 oktober 2023 16:56

Chevallier aan de wieg van het NBG

Op de website van het Nederlands Bijbelgenootschap heb ik een blog mogen schrijven over mijn boek, waarin Pierre Chevallier als één van de oprichters van het NBG ter sprake komt. 

Het begint zo: 

 

"Misschien ken je het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap van de app Mijn Bijbel, van de NBV21, de Bijbel in Gewone Taal of Bijbel Basics – eenentwintigste-eeuwse manieren om de Bijbel dicht bij mensen te brengen. Maar het Bijbelgenootschap heeft zijn wortels in de negentiende eeuw, toen het veel moeilijker was voor de meeste mensen om zelf een Bijbel te verkrijgen en te kunnen lezen".

 

Het gehele artikel kun je hier vinden en lezen:

Chevallier aan de wieg van het NBG - Bijbel online (debijbel.nl)

 

 

 

Gepubliceerd in Blog
zaterdag, 15 januari 2022 10:47

Pierre Chevallier en de oprichting van het NBG


Hieronder alvast een klein voorproefje uit Hoofdstuk 11 van mijn boek i.w. over Pierre Chevallier (1760-1825). In dit hoofdstuk belicht ik een veelheid aan werkzaamheden van Pierre tijdens zijn predikantschap in Amsterdam (1795-1825), o.a. dat hij secretaris werd van het Ned. Bijbelgenootschap, dat in 1814 in Amsterdam werd opgericht.

 

5. Secretaris van het Nederlandsch Bijbelgenootschap

 

Vanuit dezelfde motivatie en inspiratie als waardoor de mensen van het NZG (Nederlandsch Zendelingsgenootschap) gedreven werden, werd in 1814 het Nederlandsch Bijbelgenootschap opgericht[1]. Zowel vernieuwd nationaal élan als evangelische bewogenheid hebben het ontstaan van dit nieuwe genootschap begeleid: herstel van nationale zelfstandigheid onder leiding van een Oranjevorst en het verlangen om de Bijbel als Woord van God bekend te maken onder alle geledingen van de bevolking, vooral ook onder de armen en behoeftigen - en ook daarbuiten - vormden een belangrijke achtergrond bij de oprichting van dit genootschap.

Pierre was er vanaf het eerste uur bij betrokken, want vanuit Amsterdam werd alles bedacht en gecoördineerd. Bij Pierre thuis werden verschillende voorbereidende besprekingen gehouden, waarbij Dr. Alexander Mac Intosh, predikant van de Engelse gemeente in Amsterdam en oprichter van het Engelse Bijbelgenootschap in Nederland, burgemeester David Willem Elias, ook lid van het Engelse genootschap, Willem Carp, één van de directeuren van het NZG én Willem Frederik Röell, minister van Binnenlandse Zaken en beoogd voorzitter van het op te richten Bijbelgenootschap, kind aan huis waren.

Binnen het NZG waren er al eerder stemmen opgegaan om te komen tot de oprichting van een Bijbelgenootschap als Tak van het eigen genootschap, maar daar was tot nu toe niets van terecht gekomen. Een onderzoek had uitgewezen, dat er voldoende Bijbels in de Nederlandse huisgezinnen aanwezig waren.

Maar onder de stimulerende leiding en bezieling van het Britse Bijbelgenootschap (BFBS – British Foreign Bible Society), dat door mensen als Mac Intosh en Pinkterton[2] vaste voet aan de grond in Nederland had gekregen, werd de noodzaak en het nut van een apart Bijbelgenootschap steeds meer ingezien en zo wordt op woensdag 29 juni 1814 de oprichtingsvergadering gehouden in de Engelse kerk aan het Begijnhof. Pierre Chevallier, beoogd secretaris, houdt daar zijn ‘instellings’-speech, waarover Pinkerton diezelfde dag nog een lovende recensie stuurde naar Londen.

Pierre begint zijn inleiding[3] als volgt:

 

Dit is het tijdstip waarop het herlevend Nederland zijn dankbaarheid aan God betonen kan door openlijk Zijn Woord de ere te geven, die het toekomt.

Onwaardeerbaar is immers de schat dien wij in onze Openbaring bezitten. Al wie den Bijbel noemt noemt alles wat goed en heerlijk is. Die den Bijbel doet kennen en hoogachten verspreidt in eene ruime mate én licht én orde én zedelijkheid én troost.

 

Welsprekend en gebruikmakend van steeds repeterende retorische vragen onderstreept Pierre de betekenis van de Bijbel voor alle mensen over de gehele wereld en op alle terreinen van het leven als bron van wijsheid, kennis en verlichting. Hij steekt de loftrompet op de vrijheid ademende en vrijheid scheppende invloed van de Bijbel in vergelijking ‘met de ondragelijke kluisters die het willekeurig gezag der menschelijke wijsheid en de heerschappij der driften ons opleggen’. Ja, de Bijbel brengt ware ‘verlichting’ onder de volken en verbetert merkbaar hun zedelijk besef en handelen. De Bijbel bevat alle zaden van het menselijk geluk, waarvoor het hart vatbaar is en daarom is er geen mooier en beter geschenk dan de Bijbel.

 

Hoe aangenaam zoude voor ons het vooruitzigt zijn van eens door een uitgebreid fonds in staat gesteld te worden om niet alleen onder ons, maar ook in vreemde gewesten het woord des levendigen Gods over te brengen en zoo die dagen te verhaasten, waar in de Aarde vol zal zijn van de kennis des Heeren.

 

Zo plaatst Pierre de oprichting van dit nieuwe genootschap tenslotte in een heilshistorisch-eschatologisch perspectief en hierin herkennen wij precies dezelfde motivaties en doelstellingen als die van het NZG.

Tijdens de oprichtingsvergadering worden ook de ‘grondwetten’ van het genootschap vastgesteld en opvallend is het dan, dat in artikel 1 gesteld wordt dat het hoofddoel is de verspreiding van de Bijbel ‘zonder aanteekeningen onder alle de gezindheden’, waaruit duidelijk het ondogmatische en interconfessionele streven van het NBG blijkt, zoals dat ook bij het NZG het geval was.

Pierre, die nu 53 jaar oud is, lijkt helemaal in zijn element en op zijn plaats als één van beide secretarissen van het nieuwe genootschap, dat hem niet alleen veel (internationale) bekendheid zal geven, maar vooral ook héél veel werk. Te denken valt aan het bijwonen van de maandelijkse bestuursvergaderingen en het verslaan van de besprekingen, alsook het verzorgen van de correspondentie. Regelmatig houdt hij ook een redevoering op een algemene jaarvergadering en naar Brits voorbeeld begon het NBG vanaf 1818 met de uitgave van de Verzameling van berigten betrekkelijk de Bijbelverspreiding, waarvan secretaris Pierre Chevallier de eerste 34 afleveringen redigeerde[4]. Het was een bonte verzameling berichten over het wel en wee van diverse bijbelgenootschappen en afdelingen in binnen- en buitenland, waardoor leden en belangstellenden op de hoogte werden gehouden van de gestage voortgang van de Bijbelverspreiding dichtbij en veraf. Het was Pierres taak om al die berichten te verzamelen, (indien nodig) te vertalen en op te nemen in de genoemde uitgaven. Misschien kreeg hij daarbij na verloop van tijd assistentie van zijn jongste zoon Mathile Jacques (geboren in 1802), die al vroeg belangstelling toonde voor het werk van het NBG, waarin hij later ook zelf een functie kreeg[5].



[1] M.J. Chevallier, De Bijbel en de Bijbelgenootschappen, ter gelegenheid van het vijf en twintig jarig bestaan des Nederlandschen Bijbelgenootschaps (Amsterdam 1839).

C.F. Gronemeijer, Gedenkboek van het Nederlandsch Bijbelgenootschap 1814-1914 (Amsterdam 1914).

F. van Lieburg, De wereld in. Het Nederlands Bijbelgenootschap 1814-2014 (Amsterdam 2014). Hierin uitgebreide opgave van relevante oudere en recente literatuur (pp. 379-391).

[2] Robert Pinkerton (1780-1859) was een hoofdagent van de British and Foreign Bible Society. Hij was een gerespecteerde missionaris, taalkundige, vertaler en auteur. 

[3] Instelling van het Nederlandsche Bijbelgenootschap (Amsterdam 1814).

[4] Van Lieburg, De wereld in, p. 92.

[5] Mathile Jacques Chevallier (1802–1885) was levenslang bevriend met Isaac da Costa, van wie ruim 150 brieven in het archief aanwezig zijn (Portefeuille X-XIII). Hij was o.a. bibliothecaris van de Waalse Gemeente te Amsterdam en amanuensis van het Nederlands Bijbelgenootschap.

Gepubliceerd in Blog