Logo dsCH 

smallbanner 2

Hier kunt u mijn weblog lezen
Hier publiceer ik mijn recente preken: reacties zijn altijd welkom! Zo kan deze weblog de functie van een voor- en nagesprek krijgen.
Als je wilt reageren op 'tekst en inhoud' van mijn weblog, klik dan op de titel van het betreffende artikel. Dan verschijnt een nieuwe pagina, waarop de optie "Reageer als eerste" staat vermeld.

line

zondag, 08 november 2020 14:21

Stilte na de storm

Preek gehouden in de Protestantse wijkgemeente “De Ontmoeting” in Nunspeet op zondag 8 november 2020 n.a.v. 1 Koningen 19: 1-15a

 

Stilte na de storm

 

We stappen zomaar een geschiedenis binnen – precies zoals wanneer wij geboren worden – en we moeten onze weg zien te vinden in uitersten, tussen kabaal en stilte, tussen kordaat optreden en de weg kwijt zijn en je verloren voelen.

We beginnen op de Karmel, waar Elia in Naam van de God van Israël korte metten maakt met de afgodendienst, de verering van de Baäl. In een soort religieus experiment, waarbij vuur uit de hemel het bewijs moet leveren, wordt aangetoond dat de God van Israël de enige en echte God is. Daarna begint er veel bloed te vloeien: geweld en angst, iedereen moet een goed heenkomen zoeken, ook Elia.

Ik zie hierin weerspiegeld en samengevat iedere periode in de geschiedenis, waarin religieuze gevechten worden uitgevochten, of het nu gaat over de kruistochten of over de strijd tussen katholieken en protestanten in Ierland, over IS en de jihad...kortom, telkens weer grijpen mensen naar het zwaard en gebruiken geweld om hun gelijk te bevestigen. Voorbeelden te over…

Ook in jezelf kan die strijd woeden, als je zo overtuigd bent van je eigen gelijk, dat alles en iedereen daarvoor moet wijken. Je kunt ook in je eigen godsdienstige overtuiging zo fanatisch worden, dat er geen ruimte meer is voor de ander in zijn of haar overtuiging. En de Naam van God reserveer je voor je eigen gelijk. Deze perioden in de geschiedenis en in je eigen leven lijken gesanctioneerd te worden door het verhaal van Elia op de Karmel...maar...hoor! dit is niet het einde van het verhaal: het verhaal gaat verder.

Elia komt in een depressie, ten dode toe. Jezus zegt later in een korte formulering wat hier eigenlijk aan de hand is: wie het zwaard opneemt zal door het zwaard vergaan. Hij leek het ultieme bewijs geleverd te hebben, dat Jahwe God is, maar de Allerhoogste onttrekt zich aan dat soort gemanipuleer en Hij verbergt zich. Elia valt in een gat en hij wil eigenlijk niet meer leven. Zoveel bereikt in de dienst van God, zou je denken, zoveel gepresteerd, de zaak op scherp gezet en verhelderd...maar innerlijk is Elia onzeker, angstig en wanhopig. Dat komt ervan, zou je kunnen zeggen. Dat is de keerzijde!

En dat is inderdaad het begin van een omslag, wanneer je gaat twijfelen aan je eigen zekerheden, wanneer je door je Godsbewijzen heen zakt en God kwijt raakt: de God van je overzichtelijke kaders, de God van “ons”, de God van “zeker weten”. Elia komt in een nacht van eenzaamheid en vervreemding, zoals ook veel mystici in later eeuwen tot op vandaag hebben meegemaakt: waar is God? Misschien herkennen wij in bepaalde opzichten ook wel iets in onszelf van deze verlatenheid en eenzaamheid. Ik wil niet meer leven, zegt Elia, zelfs als iemand hem brood komt aanreiken. Pas als hij weer wat gegeten en gedronken heeft gaat het leven weer verder, steeds verder.

Maar aan het einde van die 40 dagen komt er opnieuw een omslag,

De 40 dagen zijn een woestijntijd – een tijd van ontstaan, van geboren worden ten laatste – een tijd van groeien naar het licht. Het is als opnieuw geboren worden, zodanig, dat het dieptepunt een hoogtepunt wordt: in de volstrekte leegte – in het hart van de woestijn – daar beleeft Elia een topervaring, hier gesymboliseerd door de berg Horeb. En hier openbaart de HEER zich aan Elia. Volkomen stilte!

Even tussendoor nu een opmerking over onze wijze van lezen en begrijpen van deze en andere verhalen. Wij – of laat ik zeggen: ik – lezen/lees op een westerse, historisch-georiënteerde manier, d.w.z. als een verslag van opeenvolgende gebeurtenissen: eerst dit en toen gebeurde dat en toen dat enz. Er ontstaat dan een lijn, waarop de gebeurtenissen zich voltrekken: lineaire geschiedschrijving heet dat dan.

Maar ik wil vanmorgen voorstellen om dit verhaal cyclisch of ‘spiralisch’ te lezen: we komen niet zozeer verder, maar wel dieper. Elia beleeft a.h.w. wat gebeurd is opnieuw, maar nu komt alles in een ander licht, in een ander perspectief te staan. Het is a.h.w. hetzelfde verhaal nog een keer, maar dan anders. We lezen de twee verhalen als voor- en achterkant. Die enorme windvlaag en de aardbeving en het hevige vuur zijn precies die verschijnselen, die zich op de Karmel hadden voorgedaan. Toen waren dat zogenaamd evidente manifestaties van Gods presentie, maar – bij nader inzien – was dat wel zo? Hier lezen we, krijgen we te horen, als een echo van Godsspraak: maar de HEER bevond zich niet...

Elia leert anders te kijken naar wat gebeurd is en wat hij zelf gedaan heeft. Hij komt tot het inzicht, dat God er eigenlijk niets mee te maken heeft. Zijn furie en fanatisme zijn verre van goddelijk – en Elia kan wel door de grond zakken. Hij schaamt zich: o God, wat heb ik in uw Naam aangericht? Ik schaam me dood en hij windt zijn mantel om zijn gezicht: Hij durft de Eeuwige niet onder ogen te komen.

Dat ontdekt Elia door de stilte. Ja, de stilte kan veelbetekend worden, veelzeggend zelfs. Je kunt de stilte opzoeken om zo tot jezelf te komen en te overwegen of jouw gedachten over God wel houdbaar zijn. Maar de stilte kan je ook overkomen en zuiverend en helend op je inwerken. En je kunt opnieuw je roeping verstaan, opnieuw geboren worden en weten wat je te doen staat. Je ontdekt, dat Gods bedoelingen met jouw leven en met de wereld niet met geweld doorgezet kunnen worden: het zal moeten zijn de weg van de zachte krachten, de weg van de liefde, de weg die ook Jezus ging in zachtmoedigheid en met geduld.

Aan het einde lezen wij: er komen andere tijden, andere mensen ook, andere leiders. Ook zelf moet hij opzij treden. Zo gaat God verder en schudt de geschiedenis van tijd tot tijd op, richting een nieuwe toekomst.

Ik vond in het nieuwe Liedboek nog een prachtig gedicht van Willem Barnard, dat ik ter afronding van mijn gedachten wil voordragen:

 

Elia, een lied

Gij gaat voorbij. Een grote ademtocht/ alles wat vastomlijnd leek staat te beven –

In de emotie heb ik u gezocht / Gij waart er niet. Niets dan mijn eigen leven.

En de ontreddering ging voor U uit, / het vuur als uw heraut vooruitgezonden –

Ik bleef alleen in mijn eenzelvigheid, tot niemand onzer komt Gij onomwonden.

En dan, als niets meer spreekt, alles blijft stom / achter een sluier soms, uit een stil midden

is er een stem. Gij spreekt, maar andersom: als ik niets hoor, als ik niets weet te bidden.

Gepubliceerd in Blog

Preek gehouden op de 3e zondag van de zomer 7 juli 2019 in de Grote of Mariakerk n.a.v. 1 Koningen 19: 1-13

 

Hoe God zich in de stilte openbaart en verbergt

 

Gedurende de zomermaanden juli en augustus laat ik het leesrooster links liggen: wij komen anders te vaak uit bij steeds weer dezelfde lezingen en verhalen. Ik neem daarom de vrijheid om de komende weken met alternatieve lezingen te komen en preken en overdenkingen te houden, die ik ooit elders heb gehouden of soms vele jaren geleden hier in Meppel. Ik zal ze wel wat afstoffen en ze als nieuw aan het licht proberen te brengen en ze zo nodig actualiseren.

Vandaag dus het bekende en indrukwekkende verhaal van de profeet Elia bij de berg Horeb.

 

Ik wil proberen om dit bijbelverhaal te lezen en te horen als het verslag van een innerlijke, spirituele reis. Is het mogelijk onszelf te herkennen in de figuur van Elia en welke aspecten van de vertelling raken aan ons eigen leven?

We beginnen op de Karmel, waar Elia in Naam van de God van Israël korte metten maakt met de afgodendienst, de verering van de Baäl. In een soort religieus experiment en een roes van razernij, waarbij vuur uit de hemel het bewijs moet leveren, wordt aangetoond dat de God van Israël de enige en echte God is. Daarna begint er veel bloed te vloeien: geweld en angst, iedereen moet een goed heenkomen zoeken, ook Elia.

Ik zie hierin weerspiegeld en samengevat iedere periode in de geschiedenis, waarin religieuze gevechten worden uitgevochten, of het nu gaat over de kruistochten of over de strijd tussen katholieken en protestanten in Ierland, over IS en de jihad...kortom, telkens weer grijpen mensen naar het zwaard en gebruiken geweld om hun gelijk te bevestigen.

Ook in jezelf kan die strijd woeden, als je zo overtuigd bent van je eigen gelijk, dat alles en iedereen daarvoor moet wijken. Je kunt ook in je eigen godsdienstige overtuiging zo fanatisch worden, dat er geen ruimte meer is voor de ander in zijn of haar overtuiging. En de Naam van God reserveer je voor je eigen gelijk. Deze perioden in de geschiedenis en in je eigen leven lijken gesanctioneerd te worden door het verhaal van Elia op de Karmel...maar...hoor! dit is niet het einde van het verhaal: het verhaal gaat verder.

 

Elia komt in een depressie, ten dode toe. Jezus zegt later in een korte formulering wat hier eigenlijk aan de hand is: wie het zwaard opneemt zal door het zwaard vergaan. Hij leek het ultieme bewijs geleverd te hebben, dat Jahwe God is, maar de Allerhoogste onttrekt zich aan dat soort gemanipuleer en Hij verbergt zich. Elia valt in een gat en hij wil eigenlijk niet meer leven. Zoveel bereikt in de dienst van God, zou je denken, zoveel gepresteerd, de zaak op scherp gezet en verhelderd...maar innerlijk is Elia onzeker, angstig en wanhopig. Dat komt ervan, zou je kunnen zeggen. Dat is de keerzijde!

En dat is weer het begin van een omslag, wanneer je gaat twijfelen aan je eigen zekerheden, wanneer je door je Godsbewijzen heen zakt en God kwijt raakt: de God van je overzichtelijke kaders, de God van “ons”, de God van “zeker weten”. Elia komt in een nacht van eenzaamheid en vervreemding, zoals ook veel mystici in later eeuwen tot op vandaag hebben meegemaakt: waar is God? Misschien herkennen wij in bepaalde opzichten ook wel iets in onszelf van deze verlatenheid en eenzaamheid. Ik wil niet meer leven, zegt Elia, zelfs als iemand hem brood komt aanreiken. Pas als hij weer wat gegeten en gedronken heeft gaat het leven weer verder, steeds verder.

We zouden op dit punt wat kunnen speculeren over de verhouding tussen geest en lichaam: hoe belangrijk het is om de basisbehoeften op orde te hebben. Als je geen eten en drinken meer hebt of niet meer wilt eten en drinken, dan ben je ver van huis.

Maar deze wonderlijke vertelling onthult ons ook, dat het afzien van eten en drinken je ook in hogere sferen kan brengen. In heel afgeleide vorm kennen wij dat ook in de periode van 40 dagen, die een vastentijd is, voorafgaand aan Pasen. Vele godsdiensten kennen overigens het ritueel van afzien, van vasten om des te geconcentreerder gericht te kunnen zijn op het eigenlijke en wezenlijke, de dienst aan God en de medemens in al zijn verbanden in de wereld.

Maar aan het einde van die 40 dagen komt er opnieuw een omslag, het dieptepunt wordt een hoogtepunt: in de volstrekte leegte – in het hart van de woestijn – daar beleeft Elia een topervaring, hier gesymboliseerd door de berg Horeb. En hier openbaart de HEER zich aan Elia. Volkomen stilte!

Even tussendoor nu een opmerking over onze wijze van lezen en begrijpen van deze en andere verhalen. Wij – of laat ik zeggen: ik – lezen/lees op een westerse, historisch-georiënteerde manier, d.w.z. als een verslag van opeenvolgende gebeurtenissen: eerst dit en toen gebeurde dat en toen dat enz. Er ontstaat dan een lijn, waarop de gebeurtenissen zich voltrekken: lineaire geschiedschrijving heet dat dan.

Maar ik wil vanmorgen voorstellen om dit verhaal cyclisch of ‘spiralisch’ te lezen: we komen niet zozeer verder, maar wel dieper. We draaien a.h.w. een boor in het verhaal: Elia beleeft a.h.w. wat gebeurd is opnieuw, maar nu komt alles in een ander licht, in een ander perspectief te staan. De enorme windvlaag en de aardbeving en het hevige vuur zijn precies die verschijnselen, die zich op de Karmel hadden voorgedaan. Toen waren dat zogenaamd evidente manifestaties van Gods presentie, maar – bij nader inzien – was dat wel zo? Hier lezen we, krijgen we te horen, als een echo van Godsspraak: maar de HEER bevond zich niet...

Elia leert anders te kijken naar wat gebeurd is en wat hij zelf gedaan heeft. Hij komt tot het inzicht, dat God er eigenlijk niets mee te maken heeft. Zijn furie en fanatisme zijn verre van goddelijk – en Elia kan wel door de grond zakken. Hij schaamt zich: o God, wat heb ik in uw Naam aangericht? Ik schaam me dood en hij windt zijn mantel om zijn gezicht: Hij durft de Eeuwige niet onder ogen te komen.

Dat ontdekt Elia door de stilte. Ja, de stilte kan veelbetekenend worden, veelzeggend zelfs. Je kunt de stilte opzoeken om zo tot jezelf te komen en te overwegen of jouw gedachten over God wel houdbaar zijn. Maar de stilte kan je ook overkomen en zuiverend en helend op je inwerken. En je kunt opnieuw je roeping verstaan, opnieuw geboren worden en weten wat je te doen staat. Je ontdekt, dat Gods bedoelingen met jouw leven en met de wereld niet met geweld doorgezet kunnen worden: het zal moeten zijn de weg van de zachte krachten, de weg van de liefde, de weg die ook Jezus ging in zachtmoedigheid en met geduld.

Dat soort inzichten kunnen ook door andere gebeurtenissen of momenten tot stand komen. Hoeft niet altijd en alleen maar de stilte te zijn. Je kunt ook op de kermis zomaar ineens een vlaag van inzicht krijgen en een diepe beleving van Gods aanwezigheid – Gods wegen zijn onuitputtelijk!

Maar het verhaal van Elia heeft mensen wel op een spoor gezet: van retraite en verstilling, van kloosterleven en verstilde liturgie, van gebed – wanneer mensen ineens beseffen, dat ze eens moeten stil staan en stil worden. De vakantietijd kan daar een mooie hulp bij zijn, behalve wanneer je die ook weer volpropt met activiteiten en je buiten adem weer thuis komt.

O, dat wij onszelf gewonnen geven – aan het bevrijdende bestaan, aan wat ons uitdaagt om te leven. Ja, dat wij de stille roep verstaan (LB 816: 1).

Gepubliceerd in Blog