Venster op een nieuwe wereld
Preek gehouden in de Grote of Mariakerk op de 6e zondag van Pasen (Rogate = Vraagt) 6 mei 2018 n.a.v. Genesis 8: 1-14
Venster op een nieuwe wereld
Als de wereld overspoeld wordt door chaos en wegzinkt in barbarij en een mensenleven niet meer in tel is dan duurt het nog een Godganse tijd voordat de wereld weer bewoonbaar is en de menselijke maat hervonden wordt.
Dat vang ik op uit het verhaal, dat wij vanmorgen horen: het slotakkoord van het zondvloedverhaal, waarvan wij vorige week de opmaat vernamen.
De vraag is niet of het allemaal precies zo gebeurd is. Je zou hooguit kunnen zeggen, dat de vele zondvloedverhalen, die er bestaan, uitdrukkingen zijn van een collectief geheugen aan een dramatische gebeurtenis. Maar het kan evengoed een vertolking zijn van een collectieve angst: de angst voor het niets, voor de totale ondergang, de angst voor de dood.
De wereld en de gebeurtenissen in de wereld kunnen op ons een indruk maken van een woeste, ontembare watermassa, waarin we dreigen te verdrinken. Het volk van de Joden, dat deze verhalen heeft opgetekend, heeft zichzelf zo ervaren in tijden van ballingschap en vervolging. Zowel in de Oudheid als in de meer recente geschiedenis heeft dit volk zich bedreigd gevoeld en is het zelfs aan de rand van de ondergang gebracht. De actualiteit van het verhaal van de zondvloed was voor hen vaak voelbaar en dreigend aanwezig.
Juist gisteren en op 4 mei stonden wij stil bij de ervaringen van oorlog, verwoesting, vervolging en barbarij en hoe de mensheid daaronder leed en er aan onder door dreigde te gaan. Maar dat er te midden van die duisternis plekken van licht waren, oorden van veiligheid en bewaring, dat er vensters opengingen, die uitzicht gaven op een nieuwe toekomst. Zo kon het verhaal van de zondvloed fungeren als een vertelling van hoop!
En ook nu worden wij geconfronteerd met ontwikkelingen, die de wereldvrede bedreigen of die een gevaar vormen voor ons leefklimaat: ik hoef alle brandhaarden en ecologische problemen niet op te sommen. Iedereen weet ervan en we hebben er allemaal mee te maken.
Ook al lijken die problemen en dreigingen ver van ons bed zich voor te doen, toch zijn we er ook als individu bij betrokken en levert ook ons persoonlijke gedrag een bijdrage aan het grotere geheel.
Noach wilde graag weten of er al land in zicht was. Hij wilde graag weten of hij nu eindelijk eens van boord kon gaan. Hij wilde weten of er een nieuwe toekomst mogelijk was, een nieuwe aarde met nieuwe mogelijkheden en kansen.
Dat is precies wat wij ons ook telkens afvragen. Is er nog een menselijk samenleven mogelijk na de verschrikkingen van de 2e WO? En na vele andere oorlogen sindsdien? Zijn de bedreigingen voor het milieu zo ingrijpend, dat we nog mogelijkheden zien om het tij te keren of zal de wal het schip keren?
Goddank zit er een venster in de ark: er is altijd uitzicht op de blauwe lucht of de indrukwekkende sterrenhemel. En Goddank is er telkens weer die zevende dag. Ja, dat is wel een opvallend detail, dat Noach om de zeven dagen een vogel laat vliegen. Natuurlijk is dat een verwijzing naar de 7e dag van de rust, de dag van samenkomen rond het Woord en de dag van bevrijding en opstanding.
Bij het te lijf gaan van alle problemen, die ons omringen, wist ook Noach natuurlijk, dat het handig was als je tenminste tot tien kon tellen, - knappe koppen zijn onmisbaar om de toekomst vorm te geven - maar tot zeven tellen is minstens zo belangrijk. Je bewust zijn van het ritme van de tijd, de menselijke maat van de tijd, de tijd nemen voor rust en bezinning, het leren geduld te oefenen en te letten op de kleine en grote tekenen van de tijd. Weten ook, dat deze werkelijkheid schepping van God is, geschenk uit zijn hand!
De raaf, die als eerste werd losgelaten, is een aaseter en weet zichzelf wel te redden in de chaos en in onstuimige tijden. Hij vliegt van hot naar her om te ontdekken waar hij zich mee te goed kan doen. Een overlever, een wat egocentrische overlever, vind ik. Het type, dat zich weet te verrijken ten koste van anderen, juist in chaotische tijden.
De duif is uit ander hout gesneden – de houtduif zeker – hij is een boodschapper, zij kijkt rond of zij van dienst kan zijn. Hij vliegt om te kijken of hij een nest kan bouwen. Zij denkt aan de toekomst. Hij is een vogel van de hoop en zij is symbool geworden voor de vrede.
Met een groen olijftakje in de snavel komt hij tenslotte bij Noach terug. Nu is er niet alleen land in zicht, maar ook krijgt de aarde weer kleur en fleur. Zoals de lente aanbreekt na een lange donkere winter, zo laat de aarde zich weer zien na een periode van overstroming en duisternis.
Een glimp van de zon, een groene twijg in de winter – zo is het Koninkrijk Gods. Kleine aanwijzingen, vingerwijzingen…kijk, zie je dit? Het is maar een klein takje van een olijfboom, maar weet je wat dit betekent? Straks hebben we weer olie voor in de kandelaars, licht in de duisternis. En we hebben weer olie om onze broden en koeken in te bakken…en we hebben weer geurige olie om onze huid te laten glanzen en er blij en aantrekkelijk uit te zien…en we hebben olie om onze koningen en priesters mee te zalven, zodat alles kan heenwijzen naar de komst van de Gezalfde, de Christus, die gekomen is en Die komt.
Wij worden aangespoord om te letten op die groene takjes, die een nieuwe toekomst aankondigen. Ook zullen we de groene takjes van vroeger blijven gedenken, die ons licht en hoop hebben gegeven, toen Europa en Nederland een puinhoop waren geworden, dat er toen nieuwe samenwerkingsverbanden ontstonden en dat de naties zich verenigden en bijeenkwamen in een zaal, - en dat nog steeds doen - waar een groene olijftak is afgebeeld.
Ook nu zullen we de groene takjes niet veronachtzamen of kleineren, want het zijn vingerwijzingen van God, die ons een nieuwe toekomst wil geven.