Luthers ontdekking opnieuw verstaan
Overdenking gehouden in de Catharijnekerk te Heusden op zondag 29 oktober 2023 om samen met de Evangelisch-Lutherse gemeente en haar voorganger Ds. Louisa Vos Hervormingsdag te gedenken en te vieren (n.a.v. Romeinen 3: 21-28)
Luthers ontdekking opnieuw verstaan
Luther leefde in een tijd, waarin God, geloof en kerk vanzelfsprekend waren. En zijn zoektocht en ontdekking werden bepaald door die situatie. Van een wanhopig mens werd hij een blij mens, van een opgejaagd mens werd hij een stabiel mens. Van een slaafs mens werd hij een vrij mens.
Kunnen mensen in de 21e eeuw daar nog iets van snappen? Luthers worsteling met God en zijn vragen over genade en rechtvaardiging? Als je in de kerk bent opgegroeid en de catechismus misschien van buiten hebt geleerd dan ken je in ieder geval het theologische jargon, maar begrijpen wij – 21e-eeuwse mensen – kerkelijken en onkerkelijken – waar het eigenlijk over ging en gaat?
De worsteling van Luther over de rechtvaardiging van de goddeloze, zoals hij zichzelf had leren kennen, is dat niet een ver-van-mijn-bed-show? Wie ligt daar van wakker? Misschien moeten we proberen de bijbels-theologische taal wat af te pellen en proberen te ontdekken, hoe de mens er in onze tijd aan toe is. Is het niet zo, dat de mens van de 21e eeuw zich verloren waant in een netwerk van consumptie en leegte, overvloed en onbehagen, waanzin en creatieve mogelijkheden, de mens, wiens situatie zo kernachtig verbeeld en beschreven wordt in de huidige literatuur en beeldende en muzische kunst. Opgejaagd door prestatiedrang, zich rechtvaardigend met diploma’s en klinkende cv’s. Waar en wanneer vindt hij of zij rust en zichzelf, wanneer kan hij zichzelf aanvaarden, zoals hij is. Moeten daar eerst tientallen sessies bij hulpverleners en therapeuten voor gedaan zijn?
Wat betekent geloof en rechtvaardiging in die context? Luther begint in de brief van Paulus aan de Romeinen te lezen en daarin ontdekte hij dat er een omslag had plaatsgevonden, die zijn weerslag had ook in zijn eigen leven. Niet meer dat, maar nu dit. Niet meer de Wet, maar nu de genade. Niet meer de werken, maar nu het geloof. Niet meer straf en toorn, maar liefde en barmhartigheid.
Kan onze tijdgenoot en medemens ook zoiets ontdekken? In opgejaagde situaties, burn outs en gestreste levens ineens ontdekken, dat je leven ondanks alles waardevol is. Dat het aanvaard is door God, inclusief alle gebreken en tekorten. Dat inzien, dat ontdekken, dat aanvaarden en daaruit voortaan leven, is dat niet geloof in de genade van God?
Mensen zeggen vaak: ja, maar ik geloof niet, ik kan niet geloven, je denkt toch niet, dat ik dat allemaal geloof wat in de kerk gezegd wordt en in de Bijbel staat? Ik beschouw mijzelf als atheïst en de wetenschap en het materialistische mensbeeld aanvaard ik als de ultieme waarheid en zo leven wij in een gesloten wereld. Maar ook dan kan het oplichten, dat je er precies zo aan toe kan zijn als Luther: mijn leven is beperkt, begrensd, komt niet tot bloei, ik ben bang, mijn tijdelijkheid grijpt mij aan en wat moet ik doen? Wat is goed, waar ligt de zin van mijn bestaan?
Die vragen zullen blijven, maar op een gegeven moment kan het inzicht doorbreken: ik ben er, niet uit mijzelf, maar als een ongevraagd wonder, volkomen gratuit, zonder aanleiding, zonder reden, - religieuze mensen zullen de liefde van God, zijn genade noemen om er uitdrukking aan te geven. Voor vele anderen is die taal onbekend of te beladen en te besmet door het verleden van kerk en onbegrijpelijke richtingen. Zij zoeken een nieuwe taal, in poëzie en muziek, - en leren het leven te vieren als een geschenk.
Noem het geloof, diffuus en ongearticuleerd, maar in wezen hetzelfde als wat Luther ontdekte: het geloof als genade, geschenk ongegrond.
Geloven is niet het aanvaarden van een paar opvattingen en stellingen uit de christelijke traditie, het is niet het moeten aanvaarden van alle Bijbelverhalen als letterlijk zo gebeurd. Geloven is niet het verstand op nul en de blik op oneindig.
Maar het is gegrepen zijn door de overmacht van de liefde, door de onbegrijpelijke en ongegronde liefde van Hogerhand, die jou gewild heeft, die jou bemint en aanvaardt met al je tekorten, sores en ongedurigheden.
Alleen zo kom je de stress en opgejaagdheid te boven. Alleen zo kom je tot innerlijke rust en komt van daaruit het goede leven in zicht. Goed te leven, niet wettisch en krampachtig, maar vrij en goed voor anderen en voor jezelf.
Want dat is nog wel een belangrijk punt: die omslag en die ontdekking, die je een soort verlichting zou kunnen noemen, is niet alleen om voor jezelf te houden, maar die krijgt een expansieve lading mee. Zoals ook bij Luther en alle anderen, die deze ontdekking deden en doen: je leven krijgt meer glans en kleur en ‘door het geloof alleen’ wordt zo een motto van bevrijding. Dit geloof wordt je uitgangspunt, daaruit vertrek je, daaruit leef je, een gave Gods genoemd, jazeker, een gegeven, een geschenk van onschatbare waarde!
Luthers educatie van kids
Overdenking uitgesproken in de gezamenlijke dienst met de Evangelisch-Lutherse Gemeente t.g.v. ‘Hervormingsdag 2022’ in de Catharijnekerk te Heusden n.a.v. Deuteronomium 6 (1e ged.) op zondag 30 oktober 2022
Luthers educatie van kids
Met de kinderen:
Het kinderboekje (23 blz.) Maarten Luther, dat geschreven was ter ere van 400 jaar Reformatie in 1917 door W.G. van de Hulst was bedoeld voor de kinderen van de zondagsscholen en werd uitgegeven door het NBG. Het was een levensbeschrijving van Luther, die geleerd had niet te luisteren naar wat men dacht en vond, maar die wilde luisteren naar God, die tot hem sprak vanuit zijn Woord.
Het boekje begint zo: “Dit is een heel oud verhaal. Het vertelt van een eerlijk man, die de hemel zocht, maar hem niet vinden kon, omdat…hij de weg ging, die de mensen hem wezen. Toen was zijn leven droevig en zijn hart bang. Maar – het oude verhaal vertelt ook, dat die man zijn dwaalweg verliet en het goede pad vond, toen God zelf hem dat wees. …wij, die ook de hemel zoeken, zijn hem heel dankbaar nog. Hij heeft ons geleerd niet te luisteren naar wat de mensen bedenken, maar te luisteren naar Gods eigen stem, die spreekt uit Gods eigen boek: de Bijbel. Wie die man was? Luister!”
Om de lezing van Deuteronomium 6 meteen breed uit te rekken zou ik willen zeggen, dat het hier gaat over de vraag: wat moeten wij doen om gelukkig en zinvol te leven? Dat is een vraag, die voor ieder mens, voor iedere samenleving, voor iedere tijd actueel en levensecht is.
Het antwoord daarop is ondubbelzinnig duidelijk: ‘Heb de Heer, uw God, lief’ en – zo voegt Jezus er aan toe – niet als een extra gebod, maar meer als een verheldering en concretisering – ‘en je naaste als jezelf’. Nu kunnen we daar lang en breed over uitweiden en ons afvragen, hoe we dat moeten doen, maar waar dat toe leidt moet je maar vragen aan die rijke jongeman uit het Evangelie.
Het betekent o.a. het leven liefhebben, met verwondering en dankbaarheid stil staan bij het goede en mooie, dat je overkomen is en telkens weer overkomt. Met een ‘open mind’ de ander tegemoet treden en hem niet zien als een vijand of een concurrent, maar als een medemens, een vriend.
Vandaag wil ik er even op wijzen, dat ook Luther de betekenis van het doorgeven van de traditie heel belangrijk vond, zoals dat ook in Deuteronomium 6 ter sprake komt.
Zo schreef Luther in 1529 een klein leerboekje voor de kinderen, dat hij vooral in handen wilde geven van de vaders, die op een eenvoudige manier de kinderen iets konden vertellen over de Tien Geboden, de Twaalf Geloofsartikelen en het Onze Vader en de sacramenten.
Dat kleine leerboekje – de Kleine Catechismus - begint met een bespreking van de Tien Geboden. De kinderen moet van jongs af aan een moreel besef aangeleerd worden en dat moet gevormd worden naar de geest van de Tien Geboden.
Het is eigenlijk heel bijzonder, dat de Reformatiebeweging in de breedste zin van het woord, de Tien Geboden zo prominent naar voren heeft gehaald. In veel protestantse kerken hangen de uitgeschreven Tien Geboden op metershoge borden bij de ingang van de kerkruimte. De kerk is de ruimte waar je leert te leven, zoals God het wil.
In de Kleine Catechismus begint Luther dus met de bespreking van de Tien Geboden en nadat hij het gebod heeft uitgeschreven vraagt hij telkens aan de kinderen ‘wat is dat?’ of: ‘wat betekent dat?’ En dan volgt een korte uitleg van de bedoeling van het gebod.
Bijv. het 4e gebod: ‘Gedenkt de sabbatdag dat gij die heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat des Heeren uws Gods enz’.
Vraag: ‘Wat is dat?’
Antw.: ‘Wij moeten God vrezen en liefhebben, zodat wij de predicatie en Zijn woord niet verachten, maar die heilig houden, gaarne horen en leren’.
Het 5e gebod: ‘Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de Here uw God geeft’.
Vraag: ‘Wat is dat?’
Antw.: ‘Wij moeten God vrezen en liefhebben, zodat wij onze ouders en heren niet verachten noch vertoornen, maar hen in ere houden, hen dienen en gehoorzaam en hen lief hebben en waardig achten’.
Het 6e gebod: ‘Gij zult niet doodslaan’.
Vraag: ‘Wat is dat?’
Antw.: ‘Wij moeten God vrezen en liefhebben, zodat wij onze naasten aan zijn lichaam geen schade noch leed doen, maar hem helpen bij het lenigen van zijn lichamelijke noden’.
Zo maar een paar vragen en antwoorden uit de Kleine Catechismus om een indruk te krijgen, hoe Luther zich inspande om als opvoeder het geloof en leven van mensen in lijn te brengen met Gods bedoelingen.
De vragen, die hij bij de verschillende geboden stelt zijn uiterst simpel en weinig verrassend: ‘Wat is dat?’ ‘Wat betekent dit?’ De antwoorden zijn ook eenvoudig, maar beginnen wel steeds met een verwijzing naar het belangrijkste: ‘wij zullen God vrezen en liefhebben, kinderlijk vrezen en kinderlijk liefhebben’.
Ook is het mooi, dat Luther het gebod niet beperkt tot een ‘verbod’ (je mag dit of dat niet doen), maar er juist een positieve oproep aan verbindt – doe het goede, help de naaste in zijn behoeften.
Een catechismus of leerroute is goed bedoeld en heeft ook zeker zijn vruchten afgeworpen, maar het gevaar bestaat wel, dat het geloof teveel een kwestie van ‘weten’ en van ‘napraten’ wordt en dat het leven als christen verandert in een beamen van een bepaalde, vastgestelde leer. Dat is in de geschiedenis van de kerk gebeurd en dan werd het tijd, dat men de catechismus even opborg en men elkaar aanspoorde om daad-werkelijk te leven als kind van God in liefde en vanuit een dankbaar hart. Want ‘geloven’ is geen weten en zeker geen ‘beter weten’, maar gegrepen zijn door de overmacht en de liefde van God en daaruit handelen en leven.
Daarna sprak Ds. Louisa Vos (Evang.-Luthers predikant te Zutphen) over ‘de rechtvaardiging door het geloof’ (n.a.v. Romeinen 3)