Handelingen 16: 23-34

PREEK GEHOUDEN DOOR DS. CEES HUISMAN OP ZONDAG CANTATE (ZINGT!) 6 MEI 2012 IN DE HERVORMDE GEMEENTE HEUSDEN N.A.V. HANDELINGEN 16:23-34

Het bericht van de bevrijding van Paulus en Silas uit de gevangenis wil gelezen en gehoord worden als een Paasgetuigenis. Handelingen 16 is prediking, getuigenis van het evangelie van Jezus Christus, dat mensen bevrijdt, deuren opent en een nieuwe toekomst aanzegt.

De handelingen der apostelen zijn ook niet los verkrijgbaar...om het zo eens te zeggen. Het zit vast aan het leven en de woorden van Jezus Christus. Hij is de eerste, de voorganger...en zij en wij zijn de volgelingen. Hun leven en ons leven speelt zich a.h.w. af in de schaduw van zijn leven...nee, beter: in het licht van zijn leven, sterven en opstanding, daar begint zich ons leven af te tekenen...niet als een herhaling, niet als een kopie...maar het doen en laten, de wederwaardigheden van de apostelen kunnen getekend worden aan de hand van Zijn leven en sterven, ja het is in zekere zin gelijkvormig aan het leven van Jezus...

En zo is dit bevrijdingsverhaal uit de gevangenis van Filippi ook typisch een paasverhaal, een exodusbericht, een opstandings- en bevrijdingsverhaal, verteld met dezelfde kleuren en met dezelfde woorden als het oorspronkelijke passie- en paasverhaal.

Het begint in de nacht. Ze zitten gevangen...in het midden van de cel...in het binnenste ervan - zonder echte reden, op grond van opruiende taal van de mas- sa...omdat men mensen bevrijd heeft uit de handen van onderdrukkers en uitbui- ters...uitgejouwd en uitgekleed zitten ze daar: gegeseld en aan een hout...ja, zo staat het er letterlijk: aan het hout. Zo wordt in een paar verwijzingen de relatie aangebracht met het lijden van Jezus, de eersteling uit de doden...die geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruisigd is, aan een hout geslagen en zijn leven heeft gegeven tot een losprijs, tot bevrijding van wie gevangen zijn...

Maar terwijl zij daar zijn weggeduwd uit de samenleving...beginnen zij te bidden en te zingen...of biddend te zingen...of nog beter: door te zingen bidden zij tot God. Een onverwachte en onmogelijke daad: zingen, terwijl je in de gevangenis zit...zingen met de dood voor ogen...hoe doe je dat? Op zondag Cantate, deze zondag, is het goed om even stil te staan bij de waarde van het zingen. Zingen is in de protestantse traditie niet altijd even waardevol gevonden. Zingen werd beschouwd als een onderbreking, niet als iets zelfstandigs en op zichzelf waardevols. In de kerk werd vroeger maar mondjesmaat gezongen, en vaak ook alleen maar de psalmen. Geestelijke liederen zingen was meer iets voor thuis, in kleine kring.

Gelukkig is daar een kentering in gekomen en staat het lied weer volop in de belangstelling. Het lied kan het hart raken, maar ook de gemoederen heftig in beroering brengen. Er ontstaat zomaar onenigheid over een lied of over een bundel. Zouden Paulus en Silas daar ook over getwist hebben? Stel je voor, dat Paulus tegen Silas zegt: zullen we uit Opwekking zingen of uit het Liedboek? Uit de Evangelische Liedbundel of liever uit de Psalmen met Enige gezangen? Welnee, die twee die zongen uit hun hoofd en dat kwam uiteindelijk uit hun hart. En wat ze geleerd hadden dat waren de liederen van de synagoge, de psalmen vooral, het oude liedboek van Israel. Daar konden ze mee uit de voeten, dat gaf hun moed en kracht en zo richtten ze zich tot God. En zo kwamen ze los van hun boeien en openden zich deuren, die eerst gesloten waren.

Ja, dat kan zingen bewerken: dat je openingen gaat zien, die er eerst niet waren. Zingen brengt je het Paasgeheimenis te binnen..want Pasen is het feest van de geopende deuren, de weggerolde steen en de wereld op z'n kop. Zo'n echte bevrijdingspsalm is bijv. Psaml 107…zij zouden die zomaar gezongen kunnen hebben - in ieder geval willen wij die psalm nu samen zingen!

Zingen: Psalm 107: 1, 4 en 5

Ik denk, dat mensen in de oorlogstijd ␣ met het oog op 4 en 5 mei staan wij daar nu in het bijzonder even bij stil - ook veel gezongen hebben; zichzelf moed hebben ingezongen; om staande te blijven tegen tirannie en onderdrukking kan het lied inspiratie geven. Zo is het volkslied ook een verzetslied geworden en mensen kunnen er nog tot tranens toe door bewogen worden.

Ik vergeet ook nooit het interview dat ik zag jaren geleden met minister Vredeling. Hij zat in het kabinet Den Uyl en hij was zelf ook van die partij en hij had weinig of geen affiniteit met de kerk e.d. Maar hij was wel opgevoed in een chr. gezin of via zondagsschool ermee in aanraking geweest, maar hoe dan ook, hij vertelde dat hij in de oorlog op de vlucht was of misschien ook wel wapens smokkelde - ik weet het niet precies meer - maar op een gegeven moment kwamen Duitse soldaten bij hem langs in de trein of hij zat erover in de piepzak, dat ze langs zouden komen en toen begon (het) in hem te zingen, het lied: Beveel gerust uw wegen, al wat u 't harte deert, die wolken, lucht en winden, wijst spoor en oop en baan, zal ook wel wegen vinden waarlangs uw voet kan gaan. Ontroerend vond ik dat, juist ook om dat uit zijn mond te horen. En het verhaal van de hongerwinter, waarover ds. Nico ter Linden eens vertelde vond ik ook zo treffend, dat hem voor zijn vertrek naar het onderduikadres in Oene..en hij was nog maar een kind..werd gevraagd: Nico, zullen we nog samen zingen? En hij antwoordde toen: Ja, laten wij zingen: Wat de toekomst brengen moge! En zo deden ze! En van die jongeman, die voor het vuurpeleton kwam te staan, zonder blinddoek voor, en hij keek recht in de loop van het geweer dat hem zou doden en hij begon te zingen: Een vaste burcht is onze God! Zo zongen zij... Paaspsalmen, de liederen van de Exodus...de hymnen van dood en leven, van duisternis en licht, ...

Zingen is boven jezelf uitstijgen! Zingen is meer zeggen dan je kunt geloven of voor waar houden. Het is haast tegen beter weten in jezelf te binnen brengen: De Heer heeft mij gezien en onverwacht ben ik opnieuw geboren en getogen! En de aarde begon te trillen en de deuren begonnen los te raken uit hun scharnie- ren...en de cipier in een shock...want alles begon te wankelen en te schokken: wereldschokkend wat hier gebeurt...ja, zo kun je het wel samenvatten: psalmen als dynamiet onder de oude orde!

Zo brengen deze twee dwarsliggers de liturgie binnen in de gevangenis en dan blijft niets op zijn plaats...dan komt er licht in de duisternis! Bevrijdend is dat! En dan komt het licht...ja, dat lijkt zo'n overbodig detail, maar de evangelist noemt het nadrukkelijk: er zij licht! Er is licht voor deze bevende mens, die door deze confrontatie met zichzelf bemerkt dat de fundamenten van zijn bestaan wankelen. Hij heeft geen been meer om op te staan: alles wankelt en duikelt...waar is houvast...hoe kan ik verder leven? Er is een nieuw dag, nieuw leven voor hem!
Hoe kan dat verhelderd worden...eerst naar buiten allemaal...dat is ook zo'n merkwaardig detail: ze moeten van binnen naar buiten...exo, staat er in het Grieks...en daarin hoor ik meeklinken die allereerste Exodus...ook hier is een exodus gaande, een nieuwe Paasnacht, een bevrijding in alle opzichten: een mens van buiten die binnen komt en een mens van binnen die buiten komt! Er gaat allen een licht op: Christus doet zijn aanschijn lichten over deze donkere wereld en het begint te dagen... Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doden en Christus zal over u lichten!

Paulus probeert in een korte catechese aan de man uit te leggen wat hij moet doen...of eigenlijk niet moet doen: hij moet zich toevertrouwen, overgeven aan de Heer en Heiland: Jezus. Dat klinkt misschien een beetje gemakkelijk en kort door de bocht...maar Paulus vat met het noemen van die naam het hele Paasgebeuren samen: in Hem is er een weg van de dood naar het leven, van de duisternis naar het licht!

En dat inzicht, dat geloof is geen beschouwing, geen theorie of aannemen van een bewering...nee, deze man is er door gegrepen, het doet iets, ja alles met hem ...hij is er een ander mens van geworden. Hij was bewaarder van mensen...maar nu wordt hij dat pas in de meest ware zin van het woord: hoeder van zijn broeder(s); hij begint zich te ontfermen over deze twee mensen, hun wonden te wassen, hun striemen te verbinden...ja, hij begint zich te gedragen als de Meester in wie hij zojuist is gaan geloven...en hij laat zich dopen en zijn hele huis mee...ze gaan allemaal kopje onder om voortaan echt te leven, als wedergeboren, nieuwe mensen...en wat daar ook weer uit voortkomt is dat men samen aan tafel gaat...en er was vreugde in de hemel, maar ook bij deze mensen zelf: omdat men tot geloof in God was gekomen. Zo vinden we in dit prachtige bericht a.h.w. de hele liturgie en de praktijk van het christen-zijn in een samenvatting bijeen: de lofprijzing, de weg van bevrijding en uittocht: de Paasnacht, de doop, de viering van de Maaltijd, de belijdenis en het doen van de werken der barmhartigheid. Wat ons verteld is, is een Exodus bericht...het verhaal van de nacht van de lange adem...vast houden, dat tirannie en onderdrukking eens voorbij zullen gaan. Blijven hopen, blijven bidden, blijven zingen...tegen de verdrukking in! Heeft zingen zin? Heeft bidden zin? Heeft geloven nut? Wat haalt het uit en wat verandert er door? Is het wereldschokkend naar de kerk te gaan? Maar, wat als het ons opgedragen is...wat als we horen, dat de Eeuwige woont en troont op de lofzangen van Israel? Wat: als ik niet anders kan en wil...als ik er gewoon zin in heb...en niet zonder zou kunnen? Wat als we zullen zingen voor hen en namens hen, die monddood gemaakt zijn, geen adem meer hebben om te bidden...als wij het plaatsvervangend blijven doen...misschien met steeds minder, maar hopelijk met meer overtuiging en daadkracht?

Guillaume van der Graft Hallelujah

 

Laten we zingen dat het een aard heeft

laten we zingen over zee

laten we zingen tegen de helling

tegen de lange duur van de dingen

tegen de jaren, laten we zingen

over het water aan de lippen

tegen de klippen op

 

goed zei de vogel ik zing

waartegen vroeg ik waartegen

tegen de aardbeving

daar weet ik niet van zei de vogel

tegen het onweer dat rolt langs de wegen

tegen de branding in de lucht?

hij was allang gevlogen

hij was al weggevlucht

 

laten we zingen zei ik laten

we zingen, laten we niet praten

goed zei de stem uit de huizen

een stem gevierendeeld

waartegen vroeg ik waartegen

maar de huizen zwegen

de huizen zwegen verveeld

tegen de ruimte drong ik aan

tegen de zee en het Oneindige

maar de huizen gingen staan

langs de weg waar ik langs moest gaan

om mij te pijnigen

 

Dan zal ik roepen tegen de mensen

laten we zingen tegen de zee

daar had ik misschien mee moeten beginnen

laten we zingen zing dan mee

tegen het geld en tegen de goden

laten we zingen zeg ik:

laten we eten en drinken en spelen

want morgen leven wij.

 

Uit: Verzamelde gedichten, Bosch & Keuning, Baarn, 1982.