Een ongelukje?

Preek gehouden in de Grote of Mariakerk op de 2e zondag van Advent 9 december 2018 n.a.v. Lukas 1: 26-38

 

Een ongelukje?

 

Tienerzwangerschappen komen in Nederland steeds minder voor, zo las ik pas in de krant. Dat gaat dus over meisjes die op te jonge leeftijd ongewild zwanger worden. En dan thuis vaak de wind van voren krijgen. Een ongelukje, zo heet dat dan. Als het meisjes in Marokko overkomt worden ze uit de familie gezet. Het wordt opgevat als een smet op de familie-eer.
En vroeger in ons land ook. Ik heb veel oudere vrouwen gesproken zo in de loop der jaren, die mij vertelden dat ze ‘moesten’ trouwen. Want ze waren zwanger geraakt, te vroeg…en dan zwaaide er wat. Ook de kerk was daar erg rechtlijnig in: als het zo is mag je huwelijk niet kerkelijk worden ingezegend, tenzij je schuldbelijdenis deed en vaak leidde dat er toe, dat het verliefde stel dan maar niet in de kerk trouwde en ook geen belijdenis deed. Kortom, in feite werd je buitengesloten. Sommige vrouwen hebben er nog verdriet om en ik heb iemand meegemaakt, die nog steeds niet a/h avondmaal durfde deelnemen. Kerkelijke mores waren soms hardvochtig, eerder wettisch dan evangelisch.
Is Maria eigenlijk niet het prototype van de vrouw, van het meisje, dat te vroeg zwanger werd? Hoe heeft Maria wat haar overkwam verteld aan haar ouders en aan haar vriend? “Wat mij nu toch is overkomen…je zult het niet geloven, ik durf het eigenlijk niet te vertellen…maar om een lang verhaal kort te maken: ik ben zwanger!” Een ongelukje, Maria? Ja, zo zou je het kunnen noemen, maar ik zie het eerder als een geluk bij een ongeluk, want mijn kind zal een heel bijzonder kind zijn: ja, dat zal het zijn!
Daarom zou ik tegen al die vrouwen en meisjes, die nog tobben over hun te vroege zwangerschap zeggen: kijk eens naar Maria, de moeder des Heren. Zij gaat voorop en zij heeft tegen alle zeden en gewoonten in volgehouden en het laten gebeuren. Ze heeft haar kind gedragen en voldragen en zij heeft voor haar kind gezorgd. Alle lastige vragen is zij uit de weg gegaan, alle boze blikken heeft zij verdragen, alle gemene opmerkingen heeft zij geslikt, alle vingers die naar haar wezen heeft zij geduld…want zij ging voor haar kind. En zo heeft zij de wereld een grote dienst bewezen. Zij heeft leven gegeven aan de wereld en toekomst: vanaf nu zullen alle geslachten van de aarde haar zalig prijzen!
Zo kan de eer van God nogal eens botsen met de eer van de familie, of het gezin of van je eigen goede naam. Al die vroege en vroegere zwangerschappen komen hierdoor in een ander licht te staan: in het licht van God. En de kerk, die de eer van God meende te moeten redden, heeft Hem eerder oneer aangedaan, omdat ze de moeder, de a.s. moeder in de kou liet staan en het nieuwe kind erbij.
Zoals bij zovelen, vroeger en nu, kwam de zwangerschap te vroeg voor Maria. Zij was nog maar een kind, een meisje van 13 waarschijnlijk. En toch is zij er klaar voor. Toen het aan haar gevraagd werd: wil je zwanger worden? Zei ze zonder aarzelen: ja, ik wil! Let it be!
Lukas wil m.i. vooral laten zien, dat God zijn ongekende gang gaat, dwars door onze regels heen, dwars tegen onze verwachtingen in, ja zelfs boven onze mogelijkheden uit. Maria moeten we dan ook niet zien als de perfecte en ideale, onkreukbare en onbevlekte vrouw, - zoals in de rooms-katholieke traditie - uit wie dan ook ‘vanzelfsprekend’ de volmaakte en perfecte Man geboren werd, die daarom de Redder der wereld kon worden. Nee, het is eerder andersom: Maria is een nederig en pretentieloos meisje, dat per ongeluk zwanger raakt en niet wegloopt van wat haar overkomt.
‘Geboren uit de maagd Maria’ betekent niet, dat Jezus uit een perfecte moeder is geboren, maar juist uit een imperfecte: zo wil God naar deze wereld komen, onverhoeds, onverwachts, onmogelijk en ‘per ongeluk’ bij wijze van spreken.
Bij de komst van de messias gaat het vreemd toe. Het lijkt op een overrompeling, een ongevraagde nieuwheid, die aan haar prille bestaan wordt toegevoegd. Die alles in de war brengt; die uitbreiding aan je leven geeft, waar je niet op zit te wachten. Die je in moeilijkheden brengt en tegelijk je mogelijkheden oneindig uitbreidt.
Maria vroeg zich af…hoe zal dat zijn? Of: hoe kan dat nou? En dan krijgt ze een antwoord, dat ook dubbelzinnig en mysterieus is, maar ze laat het maar gebeuren. Dit is het grootse van Maria, dat ze het toelaat. Ze begrijpt het niet, maar ze laat zich gebruiken in het mysterie van de menswording van God.
Als een schaduw aan haar rechterhand, als een schaduw boven haar…gaat God met haar mee, overkomt Hij haar en overkomt het haar. Ze heeft geen keus…of toch wel? Ze kiest zonder reden en zonder grond voor Hem die haar gekozen heeft. Ze kan er eigenlijk niet onderuit. Het appèl op haar is te sterk.
Het zal je maar gebeuren dat een bode van God zo met de deur in huis valt: “Hé, jij boft even! God heeft jou uitgekozen om de moeder des Heren te worden!” “Genade zij u!”, zo begint dat.
Daar kun je niet omheen, daar kun je niet onderuit. Zo treedt God ook ons tegemoet. Hij ziet wat in ons, Hij ziet ons als zijn zonen en dochters en wij mogen grote dingen doen, vrucht dragen en uitgroeien tot medearbeiders van God.
Dat is wel even schrikken, natuurlijk. Maria staat ook te trillen op haar benen en ze weet niet wat haar overkomt. Wat krijgen we nou? Zal ze gedacht hebben… Kan ik die verantwoordelijkheid wel aan en hoe moet dat met Jozef en zo…want die vindt het vast niet goed. Kan ik het niet eerst aan hem vragen, dat u later nog eens terugkomt.
Maar er is geen tijd voor onderhandeling en overleg – dit appèl is zo indringend en onontkoombaar, dat Maria niet anders kan dan “Ja zeggen”.
En zo kwam zij tot haar recht en bestemming.
En zo geldt dat voor ieder mens, die de roeping van God in zijn of haar leven hoort. Noem het je bestemming, je levensdoel en levensvulling – heeft God ons niet ergens toe bestemd? En ieders roeping heeft te maken met zijn of haar gaven en kwaliteiten: de één is goed in het opkomen voor zieke en arme mensen; de ander in het geven van onderwijs; weer een ander in aandachtig luisteren, weer iemand in het geven van een schouderklopje en een opbeurend woord; weer een ander in het aanbrengen van een goede sfeer…ieder van ons heeft zijn eigen roeping en zo komen wij tot ons recht.
En zoals Maria licht aanbracht in een donkere wereld, zo zijn ook wij daartoe geroepen. In deze donkere dagen voor het Kerstfeest zien wij allen uit naar licht en warmte en wat verrassend en bijzonder, dat wij dat gelijktijdig met het Joodse Chanoekafeest vieren, dat feest dat stilstaat bij het inwijding van de tempel in het jaar 164 v. Chr. en  dat beschreven wordt in het apocriefe boek de Makkabeeën.
Ook wel het Lichtjesfeest genoemd en om dat zichtbaar en hoorbaar te maken luisteren wij nu naar een Skandinavisch Lichtjeslied, gezongen door het kinderkoor o.l.v. Ceciel van der Zee:
(omdat de kinderen van de nevendienst daar ook graag bij willen zijn komen de kinderen nu terug in de kerk en daarna zingt het Kinderkoor dat Lichtlied)