“Alles voor elkaar...”

Preek gehouden in de Oude Kerk op de 7e zondag van de zomer 31 juli n.a.v. Prediker 2: 1-11 en Lukas 12: 16-21

 

“Alles voor elkaar...”

 

Wanneer ben je gelukkig? Hoe bereik je het geluk in het leven?
Dat is ook een vraag, die de Prediker bezig houdt en hij zoekt een antwoord in verschillende richtingen.
Vanmorgen gaat hij een kant op, die heel herkenbaar is, namelijk de richting van het vertier en de rijkdom.
Hij duikt de kroeg in en hij vermaakt zich prima in het nachtleven van Jeruzalem; hij drinkt wat en hij snuift wat…een wijntje hier, een trijntje daar. En hij ziet wel, dat hij niet alleen is: het is er altijd druk. Mensen willen zich verstrooien en klitten bij elkaar…het is een gekakel van jewelste, maar er is geen gesprek. Iedereen zoekt de ander, maar ieder is alleen. Er wordt gedronken, veel gedronken en zo wordt vergeten de eenzaamheid en de leegte.
En zo gaat Prediker van feest tot feest steeds voort…hij wankelt soms op zijn benen vanwege vermoeidheid en katerigheid, maar hij houdt vol. Want wat is het leven zonder vertier en wat is geluk zonder gekkigheid? YOLO=You Only Live Once! moet hij gedacht hebben.
Wat vind je hier nou uiteindelijk van, beste Prediker? Ben je nu echt gelukkig geworden van deze manier van leven? En zijn antwoord is ondubbelzinnig: nee, het is uiteindelijk leegte en lucht!
Op een gegeven moment…(!) kan het gebeuren, dat iemand zegt: nee, daarin vind ik toch niet mijn uiteindelijke geluk. Het leven is méér dan feesten en gekkigheid, lol trappen en beschonken zijn. Van tijd tot tijd kan het nog wel eens leuk zijn…maar het is niet meer het één en het al.
Daar was Prediker dus ook achter gekomen…en toch….even later wil hij toch ook een misverstand wegnemen. Want we zouden kunnen denken, dat plezier en vertier nu voortaan in de hoek zijn gezet (u weet wel welke), maar dat zou een verkeerde conclusie zijn. Want bij alle narigheid en verdriet, kortstondigheid en ijdelheid van het leven is er maar één remedie te geven, namelijk: wees vrolijk en verheug je met de vrouw die je bemint en die jou bemint en drink je glas wijn met een vrolijk hart, want dat is het wat God van je vraagt.
En een andere jacht, die mensen ondernemen is de jacht naar rijkdom.

Op meerdere plaatsen in de Bijbel komen we opmerkingen tegen die de waarde van de rijkdom relativeren. Het wordt als zodanig niet afgewezen – Abraham was rijk, Salomo was rijk en zij beschouwden het als zegeningen van God – maar tegelijkertijd wordt ingezien, dat alle bezit maar tijdelijk is, vluchtig en nooit de basis onder je bestaan kan zijn. Jezus had helemaal geen bezit, niet eens een steen om zijn hoofd op te leggen.
Er is ook een Psalm helemaal gewijd aan de leegte van de rijkdom en dat is Psalm 49.

Nu worden enkele verzen uit Psalm 49 voorgedragen en de gemeente zingt twee coupletten (1 en 3) van Psalm 49

Jezus vertelt nog iets over iemand, die maar bezig was met verzamelen. De winsten namen zo sterk toe, dat hij ze niet eens kon bergen. De doos en de schuur te klein. Maar daar is wel wat aan te doen, toch? Ja, geef eens wat weg of zo…? Nee, nóg grotere dozen, nóg grotere schuren bouwen…the sky is the limit…dan kan ik alles bewaren, voor later. Dan kan ik gaan rentenieren en het er van nemen: rust uit, eet, drink en wees vrolijk!
U kent dat verhaal misschien wel van die zakenman die op een doordeweeks dag even vrij nam om naar het strand te gaan. Daar zag hij een groepje jongelui zitten lummelen in de zon. Hé, moeten jullie niet naar school of aan het werk? Waarom? zeiden die gasten. Nou, zei de man, als je een diploma haalt kun je een goeie baan vinden en veel geld verdienen? Waarom zouden we dat doen, vroegen ze verder? Nou, zei de man, ik heb dat wel gedaan en binnenkort kan ik met pensioen…en dan? vroegen de jongens…wel, dan kan ik elke dag naar het strand, lekker luieren. Nou en? zeiden die jongens, dat doen wij nu toch ook? Wat is het verschil dan tussen u en ons??
Ah, dat is ook iets om even bij stil te staan…deze man heeft het over later…straks, als ik met de vut ben, als ik gepensioneerd ben, als ik de loterij heb gewonnen…dan..dan ga ik het er van nemen, dan ga ik genieten.
Daar was hij nog nooit aan toegekomen. Het was altijd maar werken, werken en verzamelen geweest…geen tijd, geen tijd…druk, druk, druk…en zo leefde hij…zo leefde hij niet! Nog nooit geleefd, omdat hij geleefd werd.
Dan zegt God tegen hem: stuk onverstand! Deze nacht nog zullen ze je ziel van je afeisen! En dan? Waar gaat alles dan heen? En wat stelt je eigen leven dan voor? Heb je daar voor geleefd??
Zo heb je geen rijkdom bij God.
Jezus wil ons laten zien: wat is nu eigenlijk rijkdom? Wanneer ben je rijk? Wanneer ben je gelukkig? Als je veel hebt? Of wanneer je je hele leven omsloten mag weten door de liefde van God, in Hem geborgen bent, bij Hem al je rijkdom en heil vindt?
Dan kan het gebeuren, dat je met niets te hebben rijk bent in God; dat je verslagen bent en toch overwinnaar; vervolgd wordt en toch vrij bent; door iedereen bespot en veracht, maar gekend en bemind door God.
Het gaat er niet om, dat we nu tegen elkaar zeggen: o, dus je mag niet rijk zijn…? Of: nou, ik zal maar weer eens gauw iets overmaken aan een paar goede doelen of aan de kerk. Altijd doen, natuurlijk, maar daar gaat het niet om!
Het gaat om een totale ommekeer van denken en van zien. Je als bij donderslag realiseren: het gaat niet om wat ik heb, maar om wie ik ben. Het gaat niet om eruit halen wat er in zit, maar om blij en dankbaar te verwijlen bij wat mij toekomt. Het gaat niet om een benepen en angstige levenshouding, maar een vrije en onbekommerde manier van leven, zoals Jezus ook zelf voordeed. “Als de lelies op het veld”…
Want alles zou weer bedorven zijn als we van dit evangelie weer een wet gingen maken; van deze schok van inzicht een methode, van deze heilzame eyeopener een morele les.
Die man in het evangelie wordt ‘dwaas’ genoemd. Hij had het mooi voor elkaar, zo dacht hij, maar toch eigenlijk niet. Hij was vergeten te leven! Dwaasheid is alles goed voor elkaar willen hebben; wijsheid is goed voor elkaar zijn. Dwaasheid is leven voor een mogelijke toekomst; wijsheid is leven in het hier en nu. Dwaasheid is: overvloed stollen; wijsheid is: overvloed laten vloeien. Dwaasheid ziet de vrijgevigheid van God niet, terwijl wijsheid rijk-zijn in God is. Dwaasheid sluit schuren en harten, maar wijsheid opent haar hand en doet gerechtigheid.
Een dwaas kan alles bezitten en toch niet gelukkig zijn en een wijze kan niets bezitten en toch gelukkig zijn. Rijkdom, daar is niks mis mee, maar van belang is hoe je er mee omgaat... En armoede is echt geen ideaal...nee verre van ideaal.
Geniet van je rijkdom, die je hebt gekregen of verworven en deel er royaal van uit, vooral aan de armen – zo verzamel je een schat in de hemel en ben je rijk in God.