Print deze pagina
zondag, 07 november 2021 16:42

Een hoofdstuk apart

Geschreven door 
Beoordeel dit item
(0 stemmen)

 

In mijn boek in wording over Ds. Pierre Chevallier (1760-1825) wil ik ook een hoofdstuk wijden aan zijn oudere broer. Dat is een verhaal apart, waarvan ik het begin alvast hier met jullie deel.

 

Een hoofdstuk apart: Robert Alberthoma Chevallier

 

In het tot nu toe geschetste levensverhaal van Pierre Chevallier is zijn vijf jaar oudere (en enige) broer Robert meerdere keren ter sprake gekomen. In dit hoofdstuk apart wil ik ook zijn levensloop in hoofdlijnen proberen te schetsen. Het wordt een relaas, dat nogal dramatisch en mistig eindigt.

De eerste kennismaking met Pierre in dit boek begon bij zijn broer Robert, toen deze predikant was in Blaricum.

Het is zijn eerste gemeente, maar zijn tweede beroepskeuze. Robert Alberthoma (de (achter)naam van zijn grootvader kreeg hij er bij zijn geboorte en doop bij) Chevallier was namelijk allereerst opgeleid als jurist aan de Hogeschool van Groningen, waar hij als 21-jarige in 1776 zijn studie had voltooid. Vervolgens vestigt hij zich dan als advocaat in Amsterdam en daar leert hij zijn geliefde en latere echtgenote Bartha van Rensselaer kennen. Zij drong er bij hem op aan, dat hij beter predikant kon worden en zo vatte hij de studie van de theologie weer op, waar hij in Groningen aanvankelijk mee begonnen was. Ds. Ahasveros van den Berg[1] in Arnhem was zijn mentor en begeleidde hem naar het wondere ambt van predikant en maakte hem enige tijd later ook attent op een vacature in Apeldoorn, waar hij van 1781 tot 1782 predikant is geweest[2].

Een paar jaar later, als Pierre inmiddels zelf predikant is geworden, is het broer Robert, die hem attent gemaakt heeft op de vacature in de Waalse gemeente van Naarden, waar hij op dat moment zelf de Hollandse of Nederduitse gemeente dient.

Later wordt Robert beroepen in Den Bosch en zullen de broers elkaar minder vaak ontmoeten, hoewel er ongetwijfeld ook gecorrespondeerd is over en weer. Vader Chevallier vraagt tenminste herhaaldelijk aan Pierre of hij al eens een brief van Robert heeft ontvangen en hij vertelt ook steevast aan Pierre, wanneer hij zelf een brief van Robert heeft gekregen.

Robert lijkt op afstand zijn eigen gang te gaan en neemt bijvoorbeeld in de financiële problemen van zijn vader een wat meer neutrale en zakelijke houding aan dan zijn broer Pierre. Zijn politieke voorkeur is vergelijkbaar met die van zijn vader en broer en dat brengt hem in Den Bosch ook even in conflict met de autoriteiten, die hem ervan verdenken patriotse denkbeelden te hebben uitgedragen op de kansel, die de zittende regering onwelgevallig waren. Het liep uiteindelijk allemaal met een sisser af.

Wanneer de Franse troepen oprukken richting de Republiek in het najaar van 1794 beleeft hij bange uren. Hij bewoont tijdens het beleg van de stad alleen de pastorie, omdat zijn vrouw en kinderen elders veiligheid hebben gezocht. Den Bosch ligt onder vuur, houwitsers slingeren bommen de stad in en veroorzaken veel schade, o.a. ook brand in de bovenverdieping van zijn woning. Gelukkig had hij tijdig alle meubels al in veiligheid gebracht. De diensten in de Grote Kerk vinden nog steeds doorgang, zo schrijft hij aan zijn vader, maar geestelijk is hij soms totaal in de war. Hij vertelt hem, dat hij zich niet kan concentreren en dat hij tijdens een gesprek met iemand soms ineens niet meer weet wat hij eigenlijk zegt. Deze onzekere situatie en de onvoorspelbare oorlogshandelingen hebben hem murw gemaakt en daarom zal hij de staatsomwenteling van 1795 ongetwijfeld als een Godsgeschenk beleefd hebben. Er openen zich wellicht nieuwe perspectieven.

Inderdaad ontvangt hij in datzelfde jaar nog een beroep naar Dordrecht, waar hij predikant kan worden van de Nieuwkerk. Robert neemt dit beroep aan en vestigt zich met zijn gezin, dat bestaat uit zijn vrouw Bartha Anna van Rensselaer en hun drie kinderen Margaretha Cornelia, Machtelijne en Paul in Dordrecht.

De vreugde om een nieuw begin is echter maar van korte duur. In mei 1797 ontvangt de kerkenraad een brief van Robert met de volgende inhoud[3]:

 

WelEerwaardige Heeren!

 

Schoon ik den tijd van anderhalf jaaren onberispelijk onder u gewandelt, en, naar de mate der gave, die mij verleend werd, getragt heb het Koningrijk van den gezegenden Verlosser op te bouwen, en aan de zaligheid van Uwe gemeente en haare kinderen te arbeiden, ben ik egter thans helaas! genoodzaakt om van wegen de onaangenaame omstandigheden, waarin ik mij gewikkeld vinde, mijn ambt van Herder en Leeraar onder Ulieden neer te leggen, gelijk ik, met een bloedend hart, doe bij dezen. – Genade en vrede zij den broederen, en mijner worde in Uwe gebeden, ontfermend, gedagt!

 

Wat die onaangename omstandigheden precies inhielden en waardoor hij daarin verzeild was geraakt is lange tijd verborgen gehouden.

(….)

Het vervolg is te lezen in mijn boek over Pierre Chevallier, dat waarschijnlijk eind 2022 of begin 2023 zal verschijnen.



[1] Ahasveros van den Berg (1733-1807) was een dichter-dominee, die grote betekenis had bij de totstandkoming van de Psalmberijming van 1773.

[2] Familiearchief Chevallier UBU, Portefeuille I, 3.

[3] Reg. Archief Dordrecht, toegang GAD 27, Inv.nr. 20. Brief is van d.d. 16 mei 1797.

Lees 829 keer
Ds. Cees Huisman

Nieuwste van Ds. Cees Huisman