Print deze pagina
dinsdag, 20 april 2021 17:21

Pierre Chevallier als privé-leraar

Geschreven door 
Beoordeel dit item
(0 stemmen)

Mijn biografie in wording over Pierre Chevallier

 

Mijn onderzoeks- en schrijfwerk vordert gestaag - nu het stof van de verhuizing is neergedaald begint het weer te 'lopen' - en zo ben ik nu toe aan de nieuwe fase in het leven van mijn 'held', nadat hij in 1788 de gevraagde eed op de constitutie had geweigerd en daardoor uit zijn ambt als predikant van de Waalse gemeente in Zwolle werd gezet. Deze nieuwe fase begint in de zomer van 1789, wanneer hij privé-docent wordt van twee adellijke kinderen, te weten de broertjes Guillaume en Godert van der Capellen, die dan resp. 13 en 10 jaar oud zijn.

De jongste zal later een politieke en diplomatieke loopbaan krijgen in de Napoleontische tijd en daarna. Hij zal deelnemen aan het beroemde Congres van Wenen, is minister van binnenlandse zaken geweest en zal een periode functioneren als gouverneur-generaal van (Ned.-)Indië (1816-1826).

In het familiearchief Chevallier (in de UB Utrecht aanwezig) bevindt zich ook een soort leerplan en lesrooster, dat Pierre had opgesteld om zijn 'curriculum' te geven.

Hieronder lees je alvast het begin van dit nieuwe hoofdstuk.

 

HOOFDSTUK 8

 

Pierre Chevallier: leraar en pedagoog

 

Vanaf de zomer van 1789 komen de broertjes Van der Capellen het huisgezin van Pierre aanvullen en ik vermoed, dat hun aanwezigheid de betrekkelijke rust van het jonge huishouden aanmerkelijk heeft uitgedaagd. Pierre en Kootje hebben inmiddels vier kinderen, van wie de oudste 5 jaar is, terwijl de jonkertjes een stuk ouder en waarschijnlijk ook luidruchtiger zijn. Guillaume is al 13 jaar oud, als hij zijn intrek neemt in huize Chevallier en zijn broertje Godert is ongeveer drie jaar jonger.

Zij zijn daar niet alleen om onderwijs te ontvangen, maar ook om deel uit te maken van het gezin. Aan tafel zitten voortaan acht personen.

Pierre neemt zijn nieuwe roeping heel serieus en hij wil zijn pupillen niet alleen wegwijs maken op het gebied van wetenschap, literatuur, kunst en maatschappij, maar hij wil hen vooral laten zien, waar al die aspecten van zijn onderwijs toe dienen, namelijk om hen tot voortreffelijke mensen te maken, die nuttig zijn voor anderen en zo welgevallig zullen zijn in de ogen van God en de mensen. Een hoog ideaal, dat tijd, moeite en inspanning vereist. Pierre formuleert niet alleen uitgangspunten en doelstellingen van zijn onderwijs, maar hij maakt het ook concreet door een strakke dagindeling op te stellen, geschikte studielectuur aan te bevelen, maar ook door van tijd tot tijd streng op te treden tegen gemakzucht en gelanterfant.

De vakken, waarin zij onderwijs krijgen, zijn vergelijkbaar met die men op de Latijnse school aanbiedt, maar in dit geval zijn de lessen persoonlijker en in sommige opzichten ook uitgebreider.

De jongens moeten zich goed bewust zijn van hun bijzondere situatie. Zij moesten al op jonge leeftijd hun vader missen en Pierre neemt hen op in zijn gezin als zijn oudste kinderen, zo heeft hij hun verzekerd. Hun moeder kunnen zij het beste liefde en troost bieden door een voorbeeldig leven te leiden, waarin Pierre hun de weg wil wijzen én door regelmatig de aanwijzingen, die zij hun schriftelijk had meegegeven, te herlezen.

Om alles ordelijk en gestroomlijnd te laten verlopen is het noodzakelijk, dat de jonge heren zich aan de door Pierre opgestelde gedragslijnen houden. De dag begint al vroeg: om 6 uur moeten zij uit hun bed stappen en dan hebben zij tot 9 uur de tijd om te bidden, te mediteren en in de Bijbel te lezen of alvast in een of ander klassiek of literair werk te lezen, zodat om half 9 uur het gezamenlijk ontbijt kan worden genuttigd en het spreekt vanzelf dat zij dan gekamd en aangekleed en wel aan tafel komen zitten. Men dineert om 1 uur en om 7 uur is het souper.

Iedere avond moet er een ‘journaal’ geschreven worden, waarin alles opgesomd wordt wat men die dag gedaan heeft en ’s zaterdags worden de beide journaals door Pierre doorgenomen en om de twee weken moeten zij hun kasboek door Pierre laten controleren.

Ook wordt er streng op toegezien, dat zij hun eigen spullen goed verzorgen en opbergen, zodat er niet voortdurend naar een pen of inkt, papier of boeken gezocht hoeft te worden. Netheid is een groot goed…

Om half 11 of 11 uur is het tijd om naar bed te gaan.

Ja, de dagen zijn lang en goed gevuld. De lessen, die steevast in het Frans worden gegeven, beginnen meteen na het ontbijt en duren tot 1 uur ’s middags. Meestal is er rust en vrije tijd tot 4 uur, waarna het programma wordt voortgezet, doorgaans tot 9 uur.

Elke dag begint met een ‘repetition’, een herhaling of samenvatting van wat de vorige dag geleerd en gedaan is. De vakken en vaardigheden, waarmee Pierre zijn leerlingen vertrouwd maakt zijn – in willekeurige volgorde - : muziek, aardrijkskunde, tekenen, Latijn, lezen, Duits en Engels (voor Guillaume), Grieks (voor Gogo, roepnaam voor Godert), clavecimbel spelen, natuurlijke geschiedenis, (vaderlandse en klassieke) geschiedenis, rekenen (maître d’aritmétique), stijl en compositie, mythologie, onderricht in de christelijke religie en bijbelse geschiedenis en, tenslotte, de correspondentie verzorgen.

Voor al deze vakken en bezigheden is van maandag tot en met zaterdag een vaste tijd bepaald. Op zondag gaat men naar de openbare eredienst, die ‘alle mensen gelijk maakt en alle rangen en standen verenigt’, zo tekent Pierre bij deze ‘plicht’ aan. Het is een dag om verheugd te zijn over het meest waardevolle geschenk, dat ons is toevertrouwd: het Evangelie van onze Verlosser. Maar het is ook een dag om tot jezelf te komen en het is raadzaam om op die dag voor jezelf een preek te lezen[1].

Zoals reeds opgemerkt is dit hele ‘curriculum’ er op gericht, dat de jonge heren zich niet alleen allerlei vaardigheden eigen maken en kennis in allerlei wetenschappen opdoen, maar dit hele programma is vooral gericht op het ‘veredelen’ van jezelf, zodat je je ook nuttig kan maken voor anderen, zo prent Pierre hen in. ‘Zo vermeerder je ook je eigen geluk en kun je de tegenvallers in het leven beter aan en ook verheerlijk je zo het Wezen, dat ons leven doet’[2].



[1] Le Dimanche surtout doit être consacré a l’examen de nous mêmes. On lira tous les Dimanches un discours.

[2] Annoblir les facultés de notres ame, nous rendre utile a nos semblables, augmenter nos jouissances en notre bonheur, nous elever dessus desgraces de la fortune et glorifier ainsi l’Etre de qui nous tenons la vie. Beide citaten te vinden in het lesprogramma van PC, Port. VIII, 25, g1.

 

Lees 2644 keer Laatst aangepast op vrijdag, 04 juni 2021 19:46
Ds. Cees Huisman

Nieuwste van Ds. Cees Huisman